UITTREKSEL uit het besluit tot hef
fing der belasting op het inkomen ton be
hoeve der gemeente Leeuwarden, van don
14 September 1876, goedgekeurd bij ko
ninklijk besluit van 7 December 1876 no
16, gewijzigd bij raadsbesluiten van 25
Augustus en 22 Septomber 1381,25 Augus
tus en 13 October 1885welke werden
goedgekeurd bij koninklijke bosluiton van
20 November 1881 no. 22 en 30 Novem
ber 1885 no- 18.
u
Bijlage tot liet verslag der handelingen
Art. 1.
I Ten behoeve van de gemeente Leeuwarden wordt jaar-
Hijks eene directe belasting op het inkomen geheven.
Art. 2.
I Deze belasting wordt geheven van alle mannen en
■rouwengehuwden en ongehuwdeneigen inkomsten
■lebbende, die in deze gemeente hun hoofdverblijf houden
H>f verblijven en wier jaarlijksch inkomen gerekend wordt
■neer dan drie honderd en vijftig gulden te bedragen.
Art. 3.
I Als grondslagen voor de berekening van het jaarlijksch
Inkomen van eiken belastingschuldige worden aangenomen:
I a. de loonen of bezoldigingen wegens verstrekten ar
beid of dienst genoten wordende
I b. de opkomsten van bezittingen en kapitalen
I c. de uitkeeringen, toelagen of voordeelen van welken
aard ook, onverschillig of die in geld of in natura
worden genoten.
I d. de winsten van handel of bedrijf.
I Een en ander onder aftrek der aan het bezit of het
■erkrijgen dier inkomsten verbondene periodieke uitgaven,
Imderhoudskostenlasten en belastingen, alsmede van de
litkeeringen aan meerderjarige uitwonende bloedverwan
ten in de op- en nedergaande linie.
I Als vermoeden van belastbaarheidonverminderd de
levoegdheid van den aangeslagene tot tegenbewijsgeldt
liet bewonen als eigenaar, huurder of gebruiker van eene
kvoningwaarvan de werkelijke huurwaarde op minstens
11,50 per week kan worden geschat.
Art. 4.
I Indien de belastingschuldige is belast met de verzorging
■an meer dan driebij den aanvang van het dienstjaar
log minderjarige kinderen, die geen eigen inkomen heb-
len boven f 350, wordt aan hem, voor ieder zoodanig
lind boven dat getaleene korting verleend van vijf
Irocent van het cijferwaarnaar de aanslag geschiedt.
Art. 5.
I Ieder belastingschuldige wordt op het kohier naar zijn
vermoedelijk inkomen in eene der volgende klassen ge
rangschikt
den gemeenteraad te Leeuwarden 1887.
Ie klasse
van f 351
- 400
2e
- 401 -
- 450
3e
- 451-
- 500
4c
- 501
600
5e
- 601-
700
6e
- 701-
- 850
7e
n
- 851-
1000
8e
- 1001—
1200
- 1201-
1500
lUu
n
- 1501-
- 2000
11e
- 2001—
2500
12e
a
- 2501—
3000
13e
- 3001—
4000
14e
a
- 4001
5000
15e
a
- 5001-
6000
16e
n
- 6001-
7000
17e
n
- 7001-
8000
18e
- 8001-~
9000
19e
if
- 9001
10000
20e
- 10001—
12000
21e
- 12001
14000
22e
- 14001—
16000
23e
- 16001
18000
24e
n
- 18001—
20000
25e
-20001—
22000
26e
n
-22001-
24000
27e
- 24001—
26000
28c
- 26001—
2Ï000
29e
n
- 28001—
30000
30e
n
- 30001—
32000
31e
V)
- 32001—
34000
32e
m
-34001
36000
33e
- 36001—
38000
34e
-38001
40000
35e
n
-40001
43000
36e
-43001-
46000
37e
-46001
49000
38e
ff
- 49001—
52000
39e
-52001
55000
40e
- 55001
58000
41e
- 58001
61000
42e
- 61001
65000
43e
n
- 65001—
09000
44e
- 69001
73000
45e
- 73001—
77000
46e
- 77001
81000
47e
n
-81001
85000
48e
-85001
89000
49e
-89001
93000
50e
-93001—
97000
51e
-97001-101000
De hoogere klassen zullen telkens opklimmen met een
belastbaar inkomen van ƒ5000.
Art6
De aanslag geschiedt naar het middencijfer van de
klasse waarin de belastingschuldige wordt gerangschikt
met toepassing van den volgenden aftrek
voor de eerste vier klassen 350,
volgende drie - 300,
drie - 200,—
twee - 100,
Voor de hoogere klassen vindt geen aftrek plaats.