Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, 1887. tuigenwaarvoor zij zijn gespannen. Voor de veiligheid van het verkeer is de bepaling derhalve noodig. Art. 81. Om de laatstgenoemde reden wordt ook dit art. voorgesteld. Art. 82. In den regel geschiedt thans het in- en uithijschen van vee op schepen door middel van touwen 't geen de dieren na tuurlijk veel pijn moet veroorzaken. Het zal nogthans dikwijls bezwaarlijk vallen dit aan te merken als Mishandeling van een dier waartegen bij art. 254 van het wetboek van straf- regt is voorzienveel minder als het bij art. 455 sub. 2° en 3° van dat wetboek verboden vervoer door trek- of lastdieren op noodeloos pijnlijke of kwellende wijze. Door de onderwerpclijke verbodsbepaling zal aan de be doelde wijze van handelendie mede niet weinig tegen het zedelijkheidsgevoel stuit, een einde worden gemaakt. Art. 83. Zie art. 61 oud. Art. 84. Zie art. 62 oud. Een algeheel verbod mag echter te streng worden geacht. Van ddar de bijvoeging dat het oplaten van vliegers en het kaatsen (dit laatste is geheel nieuw) slechts is verboden op andere dan daarvoor door den burgemeester aan te wijzen plaatsen. Art. 85. Art. 431 van het wetboek van strafregt waakt slechts tegen het verwekken van rumoer of burengerucht, waardoor de nacht rust kan worden verstoord. Hier echter geldt het eene voor ziening tegen de verstoring van de openbare ordetot het ma ken waarvan de plaatselijke wetgever alleszins bevoegd is. Men zie voorts art. 63 sub. e ouddat steeds door den reg- ter werd gehandhaafd naast art. 479 sub 8°. van de Code pénal. Art. 86. Waargelijk in deze gemeentebehalve de schutters de militairen bijna dagelijks door de stad marcheren, schijnt eene bepalingals hier wordt voorgesteldwenschelijk. Art. 87. Zie art. 57 oud. Art. 88. Ter vereenvoudiging is in het ontwerp weggelaten de in de bestaande verordening herhaaldelijk voorkomende vermelding van al de voorwerpen waartoe zij betrekking heeft, maar is slechts „straat" of „openbare straat" genoemd. Door dit arti kel wordt echter voorzien in alle gevallen waarin op deze voorwerpen overtreding plaats heeft. Art. S9. Zie art. 65 oud. Het is wenschelijk, dat, evenals tot dus ver vrijstellingen van meer duurzamen aard door burgemees ter en wethoudersdie van meer voorbijgaande werking door den burgemeester alléén worden verleend. In beide gevallen evenwel is het karakter der te verleenen vrijstellingen uit den aard der zaak tijdelijk. De bestaande bepaling doet dit niet uitkomen. Door het laatste lid van dit artikel wordt hierin voorzien. Art. 90. Zie art. 67 oud. Het is noodigde zorg voor de naleving van de artt. 25 27 en 55 mede aan den opzigter der plant soenen op te dragen. Art. 92. De billijkheid vordertaan de houders van de in artt. 46 47 en 48 sub. 1<>. bedoelde verzamelingen enz. een termijn te stellen voor de inrigting daarvan op de voorgeschreven wijze. Een termijn van zes maanden schijnt daarvoor voldoende. Boekdrukkerij van A. Jongbloed te Leeuwarden.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1887 | | pagina 32