Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, 1887. Bijlage no. 6. LEEUWARDEN 7 Junij 1887. Aan den Gemeenteraad. Ik heb de eer aan Uwe vergadering mede te doelen dat de nnissie tot het ontwerpen van strafverordeningen heeft be lui i U voor te stellen |o. Art. 79 de oorspronkelijke redactie te doen behouden, I dus te lezen IDe koetsiers, die bij donker weder hunne rij- of voertuigen rvan lichten en bij besneeuwde straten hunne paarden niet luidklinkende bellen hebben voorzienworden gestraft met Ilboete van ten hoogste tien gulden." Gedeeltelijk overnemende het denkbeeld van den heer laldauitgedrukt in het voorgedragen amendementde ar isen 80 en 81 te doen luiden als volgt In t. 80„De bestuurder van een door of met behulp van [of meer honden getrokken of voortbewogen kar of ander rtuigdie de honden niet aan een voldoend touw riem of ing vasthoudt en niet met voldoende bindmiddelen aan het rtuig gespannen heeft, wordt gestraft met geldboete van ten gste tien gulden" en rt. 81 „De bestuurder van een door of met behulp van tri of meer honden getrokken of voortbewogen kar of ander Irtuigtot vervoer van goederen bestemd die ditmet in begrip van de lading eenc breedte van meer dan 1 .GO meter doet innemen of niet nevens of achter dat voertuig loopt wordt gestraft met geldboete van ten hoogste tien gulden. 3°. In art. 83 geene verandering aan te brengen, dochten einde aan het bezwaar dat tegen dit artikel in verband met de omschrijving in artikel 88, is gerezen, te voldoende woor den worden verstaanin laatstgemeld artikel te veranderen in „zijn begrepen 4°. In aansluiting met het tweede amendement van den heer Star Busmann een nieuw artikel in te voegenluidende „Hij, die deelneemt aan een optogt, tot het houden waar van door den burgemeester geene vergunning is verleend wordt gestraft met geldboete van ten hoogste vijftien gulden." Hierbij wordt medegedeeld, dat het overblijvende amende ment van genoemd lid door de commissie niet wordt onder steund. 5°. Als gevolg van de aanneming van het amendement van den heer Troelstrabetreffende een nieuw artikel 64in art. 89 achter 03 sub 1° in te voegen 64, en in overeenstemming met het denkbeeld van den heer Plantenga in datzelfde artikel 89. in de volgende alinea, achter 20 sub 2°, te lezen 33. 6°. Aan burgemeester en wethouders op te dragen, de num mering der artikelen overeenkomstig de gevallen besluiten te wijzigen. De Voorzitter, P. LYCKLAMA a NIJEHOLT. -ö- hóekdrukkerij van A. Jongbloed, te Leeuwarden.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1887 | | pagina 37