4 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden 1888. wag gemaaktindien de gasprijs op 7 cent blijft bepaald. De begrooting is echter ingericht naar een cijfer van 6 cent en nu is het hiervoren reeds meerrhalen gezegd, dat men in dit geval, zij het niet dadelijk in 1889, dan toch spoedig weer zal kun nen rekenen op een gelijk overschot als in 1887 dit is onge veer 37000.— En nu is het volkomen waar, dat de be grooting zooals die is aangebodenten aanzien der exploitatie van de gasfabriek slechts een winstcijfer van 13,730.— aan wijst doch die raming strekke ten bewijzedat de begrooting met de meeste voorzichtigheid is opgemaakt. Ten aanzien der raming van de ontvangsten en uitgaven volgt men gewoonlijk de uitkomsten der laatst opgemaakte ge- meenlerekeningbehoudens bekende of vermoedelijke oorzaken, die wijziging noodig maken. Hadden wij ten aanzien van de ontvangsten en uitgaven van de gasfabriek deze methode gevolgd, maar dan geheel in af wijking van de door de commissie voor de gasfabriek opgege ven cijfers, dan hadden wij de ontvangsten aldus kunnen ramen Gasverbruik van particulieren in 1887 1,177,014 M3 10 pCt. vermeerdering volgens de voorloopige uitkomsten van 1888 117.701 M3 1,294,715 M» Verder gasverbruik voor gemeentebouwen ker mistenten abonnementslantaarns en straatver lichting 312,600 M3 Totaal 1,607,315M3 a 6 cent per stère is96,438.90 Andere ontvangsten50,341.20 Totaal 146,780.10 De uitgaven voor de gasfabriek, die voor 1887 door de com missie voor de gasfabriek geraamd waren op 111,870.—, heb ben volgens de gemeente-rekening slechts bedragen ƒ113,948.991. Omdat nu op meerder gasverbruik gerekend moet worden, zou in de begrooting voor 1889 ongeveer ƒ5000.— meer moe ten worden uitgetrokken voor aankoop van grondstoffen en dus op eene totale uitgaaf van 119,000. In plaats daarvan is uitgetrokken 129,270.of ruim 10,000. meer. De uitkomst zou dan aldus zijn Ontvangsten146,780. Uitgaven119,000.— winst 27,780. De raming zou dan nog niet overdreven kunnen worden ge noemd want meerdere gasproductie eischt wel meerder steen kool, maar men verkrijgt dan tevens meer bijproducten waar op hier niet is gerekend en welker waarde vrij zeker de meer dere uitgaven voor steenkool bijna dekt. Men zou dus aanleiding kunnen vinden de ontvangsten en ;n de fabriek zoo in te richten, dat er overschot i.1 eet vu., ongeveer ƒ32,000. De exploitatie der fabriek is echter aan wisselvalligheid on derhevig, waarom wij gemeend hebben slechts weinig te moe ten afwijken van de door de commissie voor de gasfabriek aan gegeven cijfers. Wij vertrouwen echter door deze nadere uiteenzetting alle bezorgdheid te hebben weggenomen bij die ledendie in den waan zijn, als zoude op de begrooting een aanzienlijk tekort bestaan en de finantiën in het algemeen in een ongezonden toestand zouden verkeeren. Evenzeer vleien wij onste hebben aangetoond dat eene verlaging van den gasprijs met één cent geen het minste ge vaar voor de gemeentefinar.tiën oplevert en op zich zelf geen aanleiding zal geven tot verhooging van belastingen. Ofschoon de opmerkingen omtrent de ontwerp-begrooting een schriftelijk antwoord minder noodig schijnen te maken hebben we toch gemeend dit te moeten doen, nu het verslag omtrent het voorstel tot verlaging van den gasprijs zoodanig antwoord wenschelijk maakte. Ten aanzien der opmerking in de eerste sectie gemaakt om trent de finantiëele verhouding van de gasfabriek tot de ge meente in verband met het beheer en de balans die jaarlijks wordt opgemaakt, deelen burgemeester en wethouders mede dat zij deze aangelegenheid in nadere overweging zullen nemen. Wij kunnen ons voorstellendat slechts een enkel lid mel ding maakte van den naar zijne meening ongezonden toestand der gemeente-finantiën zoo zelfsdat hem nu reeds verhoo ging van belastingen onvermijdelijk toescheen. In het antwoord op het verslag omtrent het voorstel tot ver laging van den gasprijs wordt aangetoonddat van een onge zonden toestand geen sprake kan zijn evenmin als van ver hooging van belasting. Volgn. 71. De opmerking is juist de post moet met 100 worden verhoogd. Volgn. 103. Ir. een gedeelte weg Achter de Hoven dat voor verstrating in aanmerking zou komenbehoeft niet gegraven te worden. Intusschen wordt geadviseerd, het bedrag niet te verlagen, om dan uit dezen post tevens te bestrijden de verbe tering van den toestand van den overweg van het spoor al daar. Volgn. 104. Bij de verbetering der bestrating zal gelet wor den op noodige ontgravingen, die tengevolge van het leggen van buizen voor de waterleiding moeten plaats hebben en daarbij zal dus met overleg worden te werk gegaan. Daar echter in dit jaar, met het oog op het leggen der hoofdbuizen, zeer wei nig' aan de bestrating is gedaanmeenen burgemeester en wethouders dat de aangevraagde som beschikbaar behoort te worden gesteld. De concessie-voorwaarden omtrent de exploitatie der water leiding laten niet toe de kosten van verdere verstrating op de concessionarissen te verhalen. Volgn. 111. Burgemeester en wethouders zullen aan den Directeur der gemeentewerken opdragen een onderzoek naar den toestand van de Oldehoof in te stellen. Het op dezen post uitgetrokken bedrag kan naar hunne mee ning niet te hoog worden geacht. Volgn. 127—133. Burgemeester en wethouders meenen te kunnen volstaan met te verwijzen naar de memorie van toe lichting op deze posten en verder naar hun antwoord op het verslag omtrent het voorstel tot verlaging van den gasprijs. Verhooging van deze posten achten zij geheel onnoodig. Volgn. 143. Burgemeester en wethouders zijn van oordeel dat deze post als een buitengewone uitgaaf moet worden be schouwd. Het betreft hier eene subsidie, die over een bepaald aantal jaren is verdeeld en dan weder eindigt; dus geen telkens terugkeerende uitgaaf. De verbeteringenwaarop in de vóórlaatste zinsnede wordt gedoeldachten burgemeester en wethouders over het geheel mede wenschelijk. Hunne aandacht blijft daarop gevestigd. Volgn. 143a. Zooals reeds in het antwoord op het verslag der commissie van rapporteurs omtrent het voorstel tol verla ging van den gasprijs is gezegd, wordt het niet noodig geacht, dezen post uit te trekken. Volgn. 146. De woningen in de Posthoornsteeg verkeeren inderdaad in een ongunstigen toestand en waarschijnlijk zal daaromtrent eerlang een voorstel aan den Raad worden gedaan. Het is burgemeester en wethouders overigens niet bekend dat ook andere gebouwen die ter verhuring worden uitgegeven, in zoodanigen slechten toestand zouden verkeeren. Het kan niet worden ontkend, dat bij het afsteken van vuur werk in den Prinsentuin de grasperken dikwijls door den groo- ten toevloed van menschen worden beschadigd. Voornamelijk is dit het gevalals de grond bijzonder nat is. Burgemeester en wethouders zullen gaarne overwegen, welke verdere maatregelen tegen beschadiging van plantsoenen en grasperken kunnen worden genomen. Het openstaan van beide toegangen levert voor vele bezoekers Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, 1888. van den tuin een groot gemak op. Men meent dat dit geen oorzaak is van beschadiging. Volgno. 177. De verhooging is slechts noodig voor het tijd perk van 1 Januarij tot 1 September 1889, en moet dus be dragen nagenoeg 1735. Het resteerende komt ten laste van het dienstjaar 1888. Volgnos. 213—216. Indien het voorstel tot verlaging van den gasprijs wordt aangenomenmoeten burgemeester en wethou ders de aanneming van het sub 2° bedoelde voorstel ontraden. Zij achten het volstrekt niet noodig, dit bedrag buitengewoon, af te lossen en gaven daarvan reeds in hun voorstel tot verlaging van den gasprijs de reden op. Daar kan nog bijgevoegd wor den, dat, wanneer die buitengewone aflossing niet plaats heeft, die som kan bijdragen tot vermeerdering van het eventueel overschot op den dienst, om verder te strekken tot bestrijding der buitengewone uitgaaf, die in de eerste jaren wegens sub sidie aan de Maatschappij tot exploitatie der waterleiding op de begrooting moet worden gebracht. Deze buitengewone ont vangst strekt dan feitelijk tot het doen van een buitengewone uitgaaf. Het gememoreerde omtrent de inkomsten geeft ons voors hands geene aanleiding tot opmerkingen. Intusschen zullen tengevolge der na de aanbieding van de ontwerp-begrooting genomen raadsbesluiten, die op de geraam de sommen invloed uitoefenen en tevens tot verbetering -van de onjuiste raming der uitgaaf onder volgno. 71 de volgende wijzigingen noodzakelijk zijn als Inkomsten Volgn. 20. Huur van onderscheidene plekjes gemeentegrond, te verhoogen met15.— Volgn. 38a aan te brengen een nieuw artikel ge lijk door rapporteurs is voorgesteld- 5.— Volgn. 53 Subsidie ten behoeve van het gymna sium, te verhoogen met- 867.50 Zamen 887.50 zoodat de Inkomsten, die geraamd zijn op 744,131.88 zullen bedragen 745,018.88. Uitgaven. Volgn. 71 te verhoogen met100.— 177 - 1735.— 244 Teneinde de uilgaven met de gewijzigde raming der Inkomsten in overeenstemming te brengen, het fonds voor onvoorziene uitgaven te verminderen met ƒ948.waarna de uitgaven zullen bedragen ƒ745,018.10. Een en ander indien de voorstellen der commissie van rap porteurs die betrekking hebben tot de exploitatie der gasfa - briek niet mochten worden aangenomen. Opgemaakt den 27 October 1888 Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden P. LIJCKLAMA a NIJEHOLT. De Secretaris P. A. BERGSMA. Boekdrukkerij van A. Jongbloed te Leeuwarden

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1888 | | pagina 89