f t 4 Bijlage tot liet verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden 1890. Bedrag volgens ile nieuwe, tabel by 4,5 pet. Meer Minder. -.- 1.071 3.29,1 9.17 3.871 1.87 5.69 7.CO 3.591 5.50 10.98 13.18 3.55 a ƒ20.75 8.37 i 18.65 1.511 4.24 i 29.90 2.95 0.25 3.204 4.72J 6.73 9.36 12.824 16.83 21.374 27.72 36.27 45.90 58.274 73.80 7.15 90.944 109.71 129.60 15.65 153.— 2.50 171. 20.50 191.25 213.75 20.25 236.25 258.75 22.25 286.874 7.374 320.621 41.124 354.374 31.874 1.871 11.121 Inkomen. Thans wordt betaald. van 350— 400 ƒ1.074 400 - 450 3.224 450— 500 5.37.1 500— 550 8.60 650— 6o0 8.60 600— 700 15.C5 700— 800 20.424 800- 900 20.424 900- 1000 26.874 1000- 1200 38.70 1200- 1400 49.45 1400— 1600 ƒ49.45 a ƒ66.65 1600 1900 66.65 1900— 2200 66.65 it 92.45 2200 2500 92.45 2500— 2800 113.95 2800— 32LO 113.95 a 150.50 3200 3600 150.50 3600 4000 150.50 4000 4500 193.50 4500— 5000 193.50 5000— 5500 236.50 5500— 6000 236.50 6000— 6750 279.50 6750— 7500 -279.50 ii 322.50 7500— 8250 322.50 a 365.50 8250— 9000 365.50 9000 - 10000 408.50 De aftrek zooals die in vorenstaande tabel voorkomtzou voorts eene meer regelmatige opklimming van het procent- cijfer in de klassen waarvoor allrek geschiedtteweegbren gen zooals kan blijken uit de hier volgende opgave. Midden- Belasting Bedrag per ƒ100 van Klasse cjjfer. by 4,5 pet. het gemidd. inkomen le 475 3.201 0.67J 2e 525 4.721 0.90 3e 575 6.73 1.17 4e 650 9.36 1.44 5e 750 12.821 1.71 6e 850 16.83 1.98 7e 950 21.371 2.25 8e 1100 27.72 2.52 9e 1300 36.27 2.79 10e 1500 45.90 3.06 He 1750 58.271 3.33 12e 2050 73.80 3.60 13e 2350 90.941 3.87 14e 2650 109.71 4.14 15e 3000 129.60 4.32 16e 3400 153.- 4.50 Uit deze opgave blijkt, dat het percentsgewijze verschil tus- schen iedere klasse bedraagt 0.27, met uitzondering van de le en 2e klasse, waar het verschil 0.225 en van de 15e en 16e klasse waar het is 0.18. Er heeft dus eene regelmatige pro gressie plaats tot zoolang de volle belasting wordt geheven. Eindelijk meenen we, dat bij deze gelegenheid ook art. 9 be hoort te worden gewijzigd. In dit artikel wordt voorgeschreven, dat de Raad jaarlijks bij het behandelen der begrooling moet bepalen hoeveel ten hon derd van liet belastbaar inkomen over het betrekkelijk dienst jaar tot vinding der benoodigde som zal worden gelieven ter wijl die som onder zoodanige omschrijving op de begiooting wordt gebracht. Aan deze bepaling is het nadeel verbonden, dat slechts zelden liet op de begiooting uitgetrokken bedrag nagenoeg overeenstemt met bet totaal bedrag der belasting, dat het primitief kohier aanwijst. Waar het op de begrooting uitgetrokken cijfer geba seerd is op een voorgaand jaar kan het gebeuren en gebeurt het werkelijkdat door vermindering van het belastbaar inko- 388.124 22.624 427.50 19.- men een niet onbelangrijk bedrag minder kan worden gel'nd dan waarop is gerekendterwijlindien er vooruitgang in het belastbaar inkomen plaats heeft, de slotbepaling van art 9 voor schrijft, dat de Raad kan bepalen, dat slechts een zoodanig ge deelte van den aanslag der belastingschuldigen zal worden in gevorderd als vereischl wordt, om na altrek der vermoedelijk oninbare posten de bij de begrooting geraamde som te bereiken. Het komt ons beter voor, dat voortaan anders worde gehan deld. Even als nu kan op de begrooling binnenslijns worden uitgetrokken het bruto bedrag dat men wenscht te heffenter wijl dan dit bedrag nadat het belastbaar inkomen volgens het primitiel kohier bekend is, kan worden gedeeld door het totaal van het belastbaar inkomen. Het quotient zal dan aanduiden het procentenbedrag. Om echter de berekening van eiken aan slag te vergemakkelijken en te vereenvoudigenzou bepaald kunnen worden, dat de berekening van den aanslag zal geschie den met geen kleinere fracties dan honderdste deelen van per centen zoodanig dat hierdoor het op de begrooting uitgetrok ken bedrag zoo na mogelijk wordt bereikt, zonder het te over schrijden. Wij zullen u dus voorstellen art. 9 van het heffingsbesluit in dien zin te wijzigen. Naar aanleiding van het vorenstaande hebben wij de eer U voor te stellenin het besluit tot heffing eener directe belas ting op het inkomen, vastgesteld den 14 September 1876 en gewijzigd bij raadsbesluiten van 25 Augustus en 22 September 1881 en 25 Augustus en 13 October 1885 de volgende wijzi gingen aan te brengen 1». In art. 2 de woorden .meer dan driehonderd vijftig gul den", te vervangen door de woorden .vierhonderd vijftig gul den of meer." 2°. In de laatste alinea van art. 3 hel cijfer .ƒ1.50" te doen vervangen door .ƒ1.75". 3°. Art. 4 te doen vervallen. 4°. Art. 5 te nummeren art. 4 en de daarin voorkomende tabel te doen vervangen door de volgende le klasse van 450 tot beneden 500 2e 500 550 3e 550 600 4e 600 700 Bijlage tot heiverslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden 1890. 5e klasse 6e 7e 8e 9e 10e lie 12e 13e 14e 15c 16e 17e 18e 19e 20c 21e 22e 23e 24e 25e 26e 27e 28e 29e 30e 31e 32e 33e 34e 35e 36e 37e 38e 39e 40e 41e 42e 43e 44e 45e 46e 47e 48e 49e 50e 51e 52e 53e 54e 55e 56e 57e 58e 59e 60e 61e 62e 63e van 700 tot 800 900 1000 1200 1400 1600 1900 2200 2500 2800 3200 3600 4000 4500 5000 5500 6000 6750 7500 8250 9000 10000 11000 12000 13000 14000 15000 16000 17000 18000 19000 20000 22000 24000 26000 28000 30000 32000 34000 36000 38000 40000 43000 46000 49000 52000 55000 58000 61000 65000 69000 73000 77000 81000 85000 89000 93000 97000 beneden 800 900 1000 1200 1400 1600 1900 2200 2500 2800 3200 3000 4000 4500 5000 5500 6000 6750 7500 8250 9000 10000 11000 12000 13000 14000 15000 16000 17000 18000 19000 20000 22000 24000 26000 28000 30000 32000 34000 36000 38000 40000 43000 46000 49000 52000 55000 58000 61000 65000 69000 73000 77000 81000 85000 89000 93000 97000 101000 De hoogere klassen zullen telkens opklimmen met een be lastbaar inkomen van ƒ5000. 5°. Art. 6 te nummeren art. 5 en dit artikel te lezen als volgt .De aanslag geschiedt voor de belastingschuldigen gerang schikt in de le klasse naar het cijfer van 2e 3e 4e 5e 6e 7e 8e 9e 10e 11e 12e 13e 14e 15e 71. 105. 150. 208. 285. 374. 475. 616. 806. 1020. 1295. 1640. 2021. 2438. 2880. .voor de hoogere klassen naar het middencijfer der klasse waarin de belastingschuldige wordt gerangschikt. 6#. Art. 7 te nummeren art. 6. 7°. Art. 8 te nummeren art. 7 en de in dat artikel voor komende woorden .meer dan ƒ350" te doen vervangen door 450 of meer" 8». Art. 9 te nummeren art. 8 en dit artikel te lezen als volgt Het maximum, tot hetwelk deze belasting kan worden gehe ven, is ƒ190,000. Het maximum kan hoogstens met 8 percent worden over schreden voor aanslagen van zoodanige personendie na het opmaken van het primitief kohier belastingschuldig worden. Zoodanige personen worden op suppletoire kohieren gebragt voor zoovele maanden als erte rekenen van het tijdstip af waarop de belastbaarheid ontstaat, nog van het dienstjaar moe ten verloopen. Voor het berekenen van iederen aanslag wordt genomen het quotient, verkregen door deeling van het belastbaar inkomen, dat het primitief kohier van het betrekkelijk dienstjaar in totaal aanwijst, in het bruto-bedrag der belasting op de begrooting voor dat dienstjaar uitgetrokken, met dien verstande dat van dit quo tient kleinere fracties dan honderdste deelen van percenten worden verwaarloosd. 9». Art. 10 te nummeren art. 9. 10®. In art. 1 der verordening op de invordering der directe belasting op het inkomen vastgesteld den 14 September 1876, te roieeren het daarin onder letter e en vermelde en de letter g te doen vervangen door e en de letter h door 11° Die verordening overigens onveranderd van voortdurende kracht te verklaren. Aangeboden ter raadsvergadering van den 27 Mei 1890 door Burgemeester en Wethouders van Leeutcarden} P. LYCKLAMA i NIJEHOLT, Burgemeester. P. A. BERGSMA Secretaris Boekdrukkerij van A. Jongbloedte Leeuwarden. 'ril.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1890 | | pagina 43