4
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden 1890.
BEGROOTING 1891.
VOOIUiEDRAGEN
SOMMEN.
SOMMEN
voor 1890
TOEGESTAAN.
TOELICHTINGEN.
9
IV
VI 1
VII 1
VIII 1 -
INKOMSTEN
18500,— If 17968
960
40000
959
39432
17600D
183000
1820
450
8100
IX 1
700
'5\
- 5
1800
450
8000
G50
Geraamd naar de hoofdsom van het kohier over 1890.
De heffing geschiedt krachtens raadsbesluit van den 7 No
vember 1865, goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 12 De
cember daaraanvolgend.
De opbrengst der geheven opcenten op de hoofdsom der rijks
personeele belasting was over
1888 I 39001.17.
1889 - 39737.88.
Met het oog hierop heeft men genieend met eenige zekerheid
op minstens f 40.000 te mogen rekenen.
De heffing geschiedt krachtens raadsbesluit van 16 November
1886, goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 1 Z December daar
aanvolgend No. 18.
Men is van meening dat bij eene gelijke heffing als het vorige
jaar, naar 4.30 ten honderd van het belastbaar inkomen, on
der de werking der bij raadsbesluit van den 2 September 1890
gewijzigde verordening, eene opbrengst als op dit artikel is uit
getrokken mag worden tegemoet gezien.
Deze veronderstelling steunt op de berekeningen opgenomen
in het door ons ter raadsvergadering van 27 Mei 1890 gedaan
voorstel tot wijziging van het onderwerpelijk heffingsbesluit.
De opbrengst dezer belasting was over 1889 f 1826.25. In ver-
band hiermede is de raming een weinig hooger dan het vorige jaar.
De heffing geschiedt krachtens raadsbesluit van 27 Februarij
1877 goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 10 Junij daaraan
volgend.
Op dit artikel is een gelijk bedrag geraamd als het vorige jaar,
met het oog op de opbrengst over 1889 ad ƒ458.92.
De heffing geschiedt krachtens raadsbesluit van 27 Maart 1888
goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 3 Mei daaraanvolgend.
De opbrengst van het vergunningsregt was over 1889 7879.
Over 1890 is tot nu toe ontvangen /8010.
Men heeft gemeend in 1891 op eene opbrengst van 8100.—
jte kunnen rekenen.
De heffing geschiedt krachtens raadsbesluit van 27 October
1885 goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 30 November daar
aanvolgend No. 18.
Do opbrengst was in:
1887 731.25
1888 - 631.65
1889 ...- 893.50
gemiddeld per jaar f 752.12.
Men heeft het niet raadzaam geacht een hooger bedrag te
ramen dan f 700.
De heffing geschiedt krachtens raadsbesluit van 13 November
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden 1890.
5
BEGROOTING 1891.
VÜOHU2DHAGEN
SOMMEN.
SOMMEN
=1
voor 1890
TOEGESTAAN.
TOELICHTINGEN.
10
11
IX
INKOMSTEN.
3300
IX
3300
743
1055
j 1879 goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 20 December 1879
No. 24.
De opkomsten der verschillen
verpacht voor de volgende son
De Boomsbrug
Vlietsterbrug
Poppebrug
Blauwebrug
Potmargebrug
Harlingervaartsbrug
Vrouwenpoortsbrug
Noorderbrug
Prins-Hendrikbrug
Wirdumerpoortsbrug
Ophaalbrug
terwijl de Verwersbrug bij
Ie bruggen in de [gemeente zjjn
men als
voor f
gaardering heeft opgebragt -
146.—
61.—
43.—
33.—
630.-
1000. -
240.—
250.—
415.-
200.—
25.—
259.25
Zamen f 3302.25
Met het oog hierop is eene opbrengst geraamd van f 3300.
j De heffing geschiedtwat betreft de doorvaartgelden aan de
Vlietster- en Boomsbruggen krachtens raadsbesluit van 21 Fe
bruarij 1856, goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 18 Augustus
daaraanvolgend.
Poppebrug, krachtens raadsbesluit van 26 July 1856, goed
gekeurd bij Koninklijk besluit van 17 September daaraanvolgend.
Blauwebrug, krachtens raadsbesluit, d.d. 15 April 1858 goed
gekeurd bij Koninklijk besluit van 10 Mei daaraanvolgend.
HarlingervaartsbrugVrouwenpoortsbrug en de Noorderbrug
krachtens raadsbesluit van 3 Mei 1860, goedgekeurd bij Koninklijk
j besluit van 19 December daaraanvolgend.
Ophaalbrug op het Vliet, krachtens raadsbesluit van 31 Octo
ber 1861, goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 19 Januarij 1862.
Potmargebrug, krachtens raadsbesluit van 18 Januarij 1863
goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 5 Februarij 1863.
Verwersbrug, krachtens raadsbesluiten van 17 Julij en 13 Octo
ber 1870, goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 18 November 1870.
Wirdumerpoortsbrug en Prins-Hendriksbrug, krachtens raads
besluit van 8 Julij 1875, goedgekeurd bij Koninklijk besluit van
3 November 1875.
De opkomsten van de drie pontveren zijn met ingang van 12
Mei 1890 voor den tijd van 3 jaren verpacht als volgt
het pontveer tot overvaart van de gracht
tusschen de Oosterkade en den Grachtswal voor f 101.
bij het Ziekenhuis 627.
bij de Schoolstraat 15.—
Zamen f 743.
De heffing geschiedt krachtens raadsbesluit van 8 October 1889
jgoedgekeurd bij Koninklijk besluit van 23 November 1889 No. 21.