2
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden 1891.
Volgnos. 120 en 121. Het hierbij door rapporteurs bedoelde
voorstel kan binnenkort worden tegemoet gezien.
Volgno. 130. Of en in hoever vermindering in het perso
neel der gemeentereiniging gebracht kan worden en omtrent de
overige punten, die aangaande dezen tak van gemeente-admi
nistratie in de sectiën zijn besproken is rapport van den di
recteur der stadsreiniging gevraagd. Zoodra dit wordt ontvangen
zal het ter inzage van de leden worden gelegd.
Volgno. 142. Wij kunnen ons niet met het schrappen van
dezen post vereenigen. Waar riolen aangelegd open goten ver
wijderd en particuliere waterlossingen aan de gemeentelijke ri
olen aangesloten worden daar zullen voorzeker de belangen
van den algemeenen gezondheidstoestand worden behartigd.
Volgno. 145. Naar aanleiding van de bij het verslag van het
onderzoek der begrooting voor 1891 tot ons gerichte uitnoodiging
om een onderzoek in te stellenöf en in hoever het wensche-
lijk zoude zijn sommige aan de gemeente behoorende panden
van de hand te doen is aan den directeur der gemeentewer
ken opgedragen een onderzoek naar den toestand van verschil
lende verhuurde gebouwen in te stellen.
Hieraan werd voldaan bij missive van 19 December 1890,
waaromtrent door de commissie voor openbare werken werd
geadviseerd bij schrijven van den 2 Februari daaraanvolgend.
Als resultaat daarvan werd den raad voorgesteld tot den ver -
koop te besluiten van de herberg „de Klanderij*' en uitgifte
van het omliggend terrein in bouwperceelen.
Omtrent de verdere verhuurde woningen kan worden mede
gedeeld dat vooralsnog geen voorstel tot amotie of verkoop
kan worden verwacht.
Eene verbetering van de volgens de le sectie in slechten
toestand verkeerende waterlossing in den Prinsentuin zal een
punt van overweging bij ons college uitmaken.
Volgno. 179. Wij vereenigen ons met de voorgestelde ver
hooging van dezen post.
Volgno. 180. Naar aanleiding van de vraag betreffende op
heffing of reorganisatie van de burgerdagschool meenen wij te
moeten mededeelen, dat het getal leerlingen dezer schoolblij
kens onderstaande opgave, van jaar tot jaar toeneemt.
In 1885 werd de school bezocht door 35 leerlingen.
1887 43
- 1889 50
1891 52
Dit resultaat kan, naar wij meenen, geen motief zijn tot het
doen van een voorstel in den geest als door rapporteurs wordt
bedoeld.
Volgno. 182. Een voorstel, gelijk hier bedoeld wordt, kan
eerlang tegemoet worden gezien, nu het van de commissie van
toezicht op het lager onderwijs gevraagd advies aangaande eene
nieuwe regeling der jaarwedden van de onderwijzers is ont
vangen.
Volgno. 192. Tegen de wijziging der omschrijving van dezen
post bestaat bij ons geen bezwaar.
INKOMSTEN.
Volgno. 14. Zooals uit de belangrijke opbrengst van het weeg
loon aan de Veemarkt in 1890 kan blijken, wordt er veel ge
bruik gemaakt van het weegtoestel. Ten bewijze dat genoemd
weegloon steeds toeneemtvermelden wij hier, dat in 1890
meer dan tienmaal zooveel is ontvangen als in 1881 terwijl
het weegloon in 1890 '/i gedeelte meer bedroeg dan in 1889.
In verband hiermede zal u nog vóór de behandeling der be
grooting eer. voorstel bereiken tot het aanschaffen van nog een
bascule en uitbreiding van het weeghuisje.
Volgno. 21. De huur van de Klanderij verschenen 12 Mei
1892, wordt in de rekening over 1891 verantwoord zoodat op
de begrooting voor 1892 daarvoor geen cijfer behoeft te worden
uitgetrokken.
Opgemaakt den 18 October 1891 door
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden
P. LYGKLAMA a NIJEHOLT Burgemeester.
P. A. BERGSMA Secretaris.
Boekdrukkerij van A. Jongbloed te Leeuwarden.
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden 1891.
1
Bijlage no. 21.
VOORSTEL van burgemeester en
wethouders tot vaststelling van
verordeningen betreffende de
vischmarkt
Mijne He er en
Tot de zaken, die door de uitbreiding van het spoorwegnet
In geheel Europa eene zeer groote wijziging hebben ondergaan,
behoort mede de vischhandel.
De tijden zijn voor altijd voorbij waarin de zee- en rivier-
visch alleen afnemers kon vinden in de nabijgelegen plaatsen
waarin hij uit zee of meer werd aangebracht.
Het is zelfs zóó zeer veranderd dat menzoo als hier waar
men toch nog zeer dicht bij de bron is vaak met moeite
zelfs bij overvloedige vangst visch machtig kan worden.
Daarentegen kan men zich in de tijdperken van vischvangst,
door een gang naar het spoorwegstation overtuigen hoe aller
lei soort van visch in groote hoeveelheden wordt verzonden.
Onze zee- en meervisch wordt dan ook in de groote hotels
in bijna alle landen van Europa tot zelfs in het hooggebergte
van Zwitserland als tafelgerecht aangetroffen.
Men kan bijna zeggenzeevisch wordt te Leeuwarden niet
meer ingevoerd slechts doorgevoerd.
Geen wonder dan ookdat de overdekte vischmarkt alhier
waarvoor in 1883 voor vernieuwing nog een bedrag van f 4973.85
is uitgegeven bijna ongebruikt blijft.
Uit de hierbij overgelegde door den vischafslager opgemaakte
wekelijksche staten blijkt, dat in 1890 in 7 weken visch aan
de vischmarkt is aangevoerdterwijl in 5 weken verkoop van
fruit heeft plaats gehadeen en ander nog maar op zeer en
kele dagen.
Bestond er geen vischmarkt en geene verordeningen omtrent
den verkoop van visch gevogeltegroente en fruit aan die
marktdan zou zeker niemand er aan denken om thans der
gelijke expres voor den verkoop van die voorwerpen ingerichte
gelegenheid tot stand te brengen of de wijze van verkoop te
regelen.
Nu een en ander echter bestaat is het de vraag of reeds
dadelijk die gelegenheid opgeruimd en de daartoe betrekkelijke
verordeningen eenvoudig ingetrokken behooreri te worden.
Beter schijnt het de overdekte vischmarktalthans vooreerst
te laten bestaan, doch uit een financiëel oogpunt mag het wen-
schelijk worden geacht den verkoop van visch enz. aan die
markt op meer eenvoudigen voet te regelen.
Waar het vroeger misschien behoefte was een vischafslager
en een vischaanbrenger van gemeentewege aan te stellen er
gemeentelijke „aanzeggers" op na te houden, die de vischvrou-
wen moesten verwittigen van den aanvoer van visch te bepa
len dat een voorgenomen afslag door den stadsomroeper moest
worden bekend gemaaktopdat ieder gegadigde zou weten „dat
er visch aan de markt was", i. e. w. om den geheelen verkoop
van visch aan de vischmarkt tot in alle bijzonderheden bij ver
ordeningen te regelen, daar schijnt het thans alleszins vol
doende om zich te bepalen tot het openstellen der vischmarkt
voor belanghebbenden en tot het maken van eenige bepalingen
omtrent het verschuldigde recht en de invordering daarvan aan
de belanghebbenden zelve den verkoop en de wijze waarop dit
zal geschiedenoverlatende.
De gemeente kan dan volstaan met het gebouw te onderhou
den en het aanstellen van een gaarderwien eenige instructiën
worden gegeven en wiens belooningtengevolge van de weinige
werkzaamheden die van hem gevorderd zullen worden slechts
gering behoeft te zijn.
Wel is waar zal de billijkheid medebrengen dat den vischaf
slager en den vischopbrenger, die thans een vast traktement,
onderscheidenlijk van ƒ300 en ƒ50 genieten, een pensioen of
wachtgeld worde toegekend, doch dit zal zijn van geheel tijde-
lijken aard.
Hoezeer de overdekte vischmarkt een schadepost voor de ge
meente is geworden blijkt uit de mede hierbij overgelegde op
gave van de ontvangsten en uitgaven, betreffende de vischmarkt
over de laatste 20 jaren. Het tekort over 1890 is blijkens die
opgave reeds tot boven de 400 geklommen.
Die opoffering mag de gemeente voor deze zeer ondergeschikte
zaak naar onze meening zich niet meer getroosten.
Het is op bovenstaande gronden dat wij de eer hebben u
hierbij ter vaststelling aan te bieden een viertal nieuwe veror
deningen te weten
eene verordening, regelende het gebruik van de overdekte
vischmarkt
een besluit tot heffing van een recht voor het gebruik dier
markt
eene verordening voor de invordering van dat rechten
eene verordening regelende de werkzaamheden van den gaar
der der vischmarktgelden.
Wij vertrouwen dat deze verordeningen na het voorafgaande,
geene bijzondere toelichting behoeven.
Wat betreft de eerste en vierde der genoemde verordeningen
de in ons systeem bruikbare bepalingen der bestaande verorde
ningen, zijn in hoofdzaak overgenomen.
Ten aanzien van het ontwerp-hefiingsbesluit zij opgemerkt
dat bij de samenstelling van het tarief van art. 1 tot grondslag
is genomen dat het recht ongeveer 5 pet. van de gemiddeld
gemaakt wordende prijzen behoort te bedragen behoudens een
minimum-recht voor eiken verkoop bij afslag of op dergelijke
wijze. Nu de gaarder der vischmarktgelden niet meer met den
verkoop bij afslag zal worden belast kan het recht moeilijk
meer geheven worden naar de opbrengst.
Het recht volgens art 2 is gelijk aan het bestaande.
Van zit- of staanplaatsen wordt echter bijna geen gebruik
gemaaktin 1890 zelfs in 't geheel niet.
Wij rekenen dat de opbrengst per jaar ongeveer f 50,— a
ƒ60,— zal bedragen.
Het onderhoud der vischmarkt heeft over de laatste tien jaren
gemiddeld gekost ƒ43,75; aan den gaarder zalvolgens ons
voorstelmet inbegrip van de kosten van schoonhoudeneene
belooning van 100,— in het jaar worden toegekend.
Het zal dus wel geen betoog behoevendat het rechtver
geleken met de noodzakelijke uitgaven niet te hoog is gesteld.
Voorgesteld ter raadsvergadering van 24 October 1891 door
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden
P. LYGKLAMA a NIJEHOLTBurgemeester.
P. A. BERGSMASecretaris.
VERORDENING, regelende het ge
bruik van de overdekte visch
markt te Leeuwarden
Art. 1.
De overdekte vischmarkt is bestemd tot den verkoop van visch,
gevogeltegroente en fruit.
Art. 2.
Dagelijksuitgezonderd op Zondagen, bestaat er aldaar gele-