- 1,-
O
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, 1891.
BEGROOTING 1892.
VOORGEDRAGEN
SOMMEN.
SOMMEN
voor 1891
TOEGESTAAN
TOELICHTINGEN
INKOMSTEN.
VI
7 11 VII 1
1850 -
450
1820
450
VIII 1
8100
9 II IX
8100
1 790
700
tot dekking der uitgaven noodzakelijk was dan zal voor 1892
de helling op 4,50 ten honderd dienen te worden bepaald.
Eene belangrijke verhooging van het belastbaar inkomen is
in den loop van dit jaar naar onze meening niet te voorzien.
Bij de raming der uitgaven is zoo veel mogelijk bezuiniging
toegepast. Alle werken die maar eenigzins kunnen worden be-
schouwd als niet tot de onvermijdelijk noodzakelijke te behoo-
renhoe nuttig die overigens ook mogen schijnen hebben wij
gemeend achterwege te moeten laten. Niettemin zien wij ons
I genoodzaakt, voor te stellen een bruto bedrag als over 1887 tot
1890 te heffen datna de wijziging van het heffingsbesluit in
1890 niet kan geschieden dan door het heffingscyfer te bepalen
op 4,5 °/o-
Naar vorenstaand belastbaar inkomen ad f 4,210621 zal dc
onzuivere opbrengst naar 4.50 ten honderd bedragen f 189,478,89'.
Hier al' wegens het vermoedelijk bedrag der ontheffingen enz.
met inachtneming van het waarschijnlijk bedrag der suppletoire
kohieren gesteld op f 4478,39'rest de geraamde zuivere op
brengst van f 185000,
De opbrengst dezer belasting was over 1889 f 1826,25
1890 - 1889,25.
In verband hiermede is de raming in vergelijking met die
van het vorige jaar een weinig verhoogd.
Dc hefting geschiedt krachtens raadsbesluit van 27 I'ebruarij
1877 goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 10 Juny daaraan
volgend.
In 1891 heeft deze belasting opgebragt f 518,66'. Met het
oog op het wisselvallige dezer heffing is een gelijk bedrag ge
raamd als het vorige jaar.
De heffing geschiedt krachtens raadsbesluit van 27 Maart 1888
goedgekeurd bij Koninklijk besluit van den 3 Mei daaraanvolgend.
Wegens vergunningsregt is in 1890 ontvangen eene som van
8108,12'. De raming voor 1892 is daarop gebaseerd.
De heffing geschiedt krachtens raadsbesluit van 27 October
1885 goedgekeurd bij Koninklijk besluit van den 30 November
daaraanvolgend No. 18.
De opbrengst was
in 1888 f 631,65
1889 ...- 893,50
1890 - 847,60
j gemiddeld per jaar f 791,35.
Met het oog hierop heeft men gemeend eene som van ƒ790,—
te kunnen ramen,
j De heffing geschiedt krachtens raadsbesluit van 13 November
1879, goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 20 December 1879
No. 24.
jy -—PW—
Bylage tol het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden 1891.
BEGIIOOTING 1891
CS
w
s
bi
H
9
a
CS
O
O
g
10
II
VOORGEDRAGEN
S< t.MMEN.
SOMMEN
voor 1891
TOEGESTAAN.
TOELICHTINGEN.
II IX
11
IX
INKOMSTEN.
3530 j— 'f 3300
743
743
De opkomsten der verschillende bruggen in de gemeente zijn
verpacht voor de volgende sommen als
de Boomsbrug
Vlietsterbrug
Poppebrug
Blauwebrug
Potmargebrug
Harlingervaartsbrug
Vrouwenpoorlsbrug
Noorderbrug
Prinshendrikbrug
Wirdumerpoortsbrug
Ophaalbrug
f 155,
- 43,-
- 33,
- 815,-
-1000,—
- 180,—
- 270,—
- 451,—
- 262,50
- 25,—
Zamen 3235,50
terwijl de Verwersbrug bij gaardering heeft opgebragt ƒ294,50
alzoo een totaal van 3530, welke som als vermoedelijke
opbrengst over 1892 op de begrooting is uitgetrokken.
De heffing geschiedtwat betreft de doorvaartgelden aan do
Vlietster- en Boomsbruggen krachtens raadsbesluit van 21 Fe
bruary 1856, goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 18 Augustus
l daaraanvolgend.
Poppebrugkrachtens raadsbesluit van 26 Julij 1856goed
gekeurd bij Koninklyk besluit van 17 September daaraanvolgend.
Blauwebrugkrachtens raadsbesluit, d.d. 15 April 1853 goed
gekeurd bij Koninklijk besluit van 10 Mei daaraanvolgend.
HarlingervaartsbrugVrouwenpoortsbrug en de Noorderbrug
krachtens raadsbesluit van 3 Mei 1860, goedgekeurd bij Koninklyk
besluit van 19 December daaraanvolgend.
Ophaalbrug op het Vlietkrachtens raadsbesluit van 31 Octo
ber 1861, goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 19 Januarij 1862.
Potmargebrug, krachtens raadsbesluit van 18 Januarij 1863,
goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 5 February 1863.
Verwersbrug krachtens raadsbesluiten van 17 Julij en 13 Octo
ber 1870goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 18 November
1870.
Wirdumerpoortsbrug en Prinshendrikbrugkrachtens raads
besluit van 8 Julij 1875, goedgekeurd bij Koninklijk besluit van
8 November 1875.
De opkomsten van de drie pontveren zijn met ingang van 12
Mei 1890 voor den tijd van 3 jaren verpacht als volgt
het pontveer tot overvaart van de gracht
tusschen de Oosterkade en den Grachtswal voor 101,
bij het Ziekenhuis ....„- 627,—
de Schoolstraat - 15,—
743,-
De heffing geschiedt krachtens raadsbesluit van 8 October
1889 goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 23 November 1889
No. 21.
i