Bijlage no. 9.
Bijlage tot het verslag der handoliiigon van don gomeontoraad te Leeuwarden 1892.
Mijne Heeren
Wij hebben de eer hierbij aan U over te leggen ecne mis
sive van Gedeputeerde Staten van Friesland dd. 23 dezer no.
1, 3e afd., met de daarbij gevoegde missives van de Ministers
van FinanciënWaterstaat Handel en Nijverheid en Binnen-
landsche Zaken alle betrekking hebbende tot het houden van
een buitengewoon politietoezicht op de Pikmeer de Peansler
Ee en de Wijde Ee.
De zaak is deze
Ruim drie weken geleden werd de burgemeester door ons
uitgenoodigd, om namens het gemeentebestuur bij den Commis
saris der Koningin en den Procureur-generaal bij het gerechts
hof alhier de hulp en medewerking in te roepen om te ver
krijgen, dat van wege de rijkspolitie toezicht worde uitgeoefend
op de naleving der gemeenteverordeningendie ten doel heb
ben om, met het oog op de heerschende cholera, de verontrei
niging van genoemde vaarwaters waarin de prise d' eau der
Leeuwarder waterleiding is gelegen, te voorkomen.
Van de zijde van. Gedeputeerde Staten is hierop zeer spoe
dig gevolgd een besluithoudende beperking van de scheep
vaart op die wateren, terwijl, blijkens ingewonnen inlichtingen,
laatstgenoemde ambtenaar aan zijne toezegging tot medewerking
heeft voldaan door terstond bij het Departement van Justi
tie een stoomboot aan te vragen ten dienste der rijkspolitie
voor het door haar op gemelde wateren te houden toezicht.
Ofschoon juist van dat Departement geen missive bij de
stukken aanwezig is, blijkt toch uit het schrijven van den Minister
Binnenlandsche Zaken dat de Minister van Justitie een voor
stel heeft gedaan om, door een buitengewoon politietoezicht op
meer bedoelde wateren, de naleving van de betrekkelijke gemeen
teverordeningen te helpen verzekeren.
De correspondentie tusschen niet minder dan vier Departe
menten heeft meer dan drie weken doen te loor gaan, en thans
is de zaak nog slechts zoover gevorderd dat de Minister van
Binnenlandsche Zaken het voorstel van Z.E.'s ambtgenoot van
Justitie in overweging kan nemen, doch eerst wenscht te weten,
of de gemeente Leeuwarden bereid zal zijn de kosten voor een
kleine stoomboot, die voor de uitoefening van het politietoezicht
noodig zal zijn, voor hare rekening te nemen.
De Minister is namelijk van oordeel, dat die kosten moeten
komen ten laste dezer gemeente omdat de te nemen maatre
gelen zouden worden genomen in haar belang.
Die bewering is slechts ten deele juist. Wel heeft Leeu
warden zeer groot belang bij eene niet-verontreiniging dei-
bedoelde vaarwatersmaar zij is niet de eenige gemeente die
aan de waterleiding is aangesloten. Ook de dorpen Grouw
(Idaarderadeel) en Huizum (Leeuwarderadeel) hebben aanslui
tingen en bovendien zijn tal van schippers naar alle deelcn
des lands varendein de gelegenheid juist uit die waterleiding
zich van drinkwater te voorzien.
Wij zijn van meeningdat het hier geldt een Rijks-belang en
zijn het geheel eens met den Minister van Waterstaat, Handel
en Nijverheid waar die in zijne missive van oordeel is dat de
bedoelde maatregelen moeten strekken in het belang van den
algemeenen gezondheidstoestand.
Hier komt nog bij dat de genoemde vaarwaters zijn gelegen
buiten het territoir van de gemeente Leeuwarden en van ha
rentwege aldaar dus geen het minste toezicht kan worden uit
geoefend maar dat toezicht zich zal moeten bepalen tot het
naleven van verordeningen door de aan de vermelde vaarwaters
liggende gemeenten uitgevaardigdóók in het belang harer in
gezetenen.
Hoe urgent de zaak ook zijn mogemeenen wij u om bo
vengemelde redenen toch niet te mogen voorstellen om de
kosten voor een stoomboot voor rekening dezer gemeente te
nemen.
Wij meenen dat wij dergelijke uitgavedie zeer zeker be
hoort tot die der gezondheidspolitieniet op de gemeentcbe-
grooting kunnen brengen die slechts kan toelaten uitgaven te
doen voor plaatselijke gezondheidspolitie, (art. 205 q der Ge
meentewet).
Dat onze gemeente de kosten zou dragen voor het publiek
rechtelijk politietoezicht in andere gemeenten al is dat toe
zicht ook mede in haar belang, zou, naar onze meening, een
unicum in de toepassing der Gemeentewet zijn.
Op bovenstaande gronden hebben wij de eer U voor te
stellen
aan Gedeputeerde Staten van Friesland, in antwoord op hunne
hiervoren aangehaalde missivemede te deelen dat de Ge
meenteraad bezwaar maakt om de kosten voor een stoomboot ter
uiloefening van het rijkspolitie-toezicht op de vaarwaters de
Pikmeerde Peanster Ee en de Wijde Ee voor rekening der
gemeente te nemen.
Aldus voorgesteld in de zitting van den Gemeenteraad van
Leeuwarden den 27 sten September 1892 door
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden
VAN HARINXMA, Burgemeester.
MENKEMA, L.-Secretaris
Boekdrukkerij van A. Jongbloed te Leeuwarden