2
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden 1892.
Art. 9.
Hij neemt bij zijne beoordeelingof een lijderdie in het
stadsarmhuis wordt verpleegd naar liet stadsziekenhuis behoort
te worden overgebracht niet alleen den toestand en de behoefte
van den patient in aanmerking, maar hij let daarbij tevens op
de huishoudelijke belangen van het armhuis.
Art. 10.
Geene behoeftige personen kunnen voor rekening der stads
armenkamer in het stadsziekenhuis worden verpleegd dan voor
zoover daarvoor een lastbrief jeals in het volgend artikel is
bedoeld is of wordt afgegeven.
III Algemeene bepalingen omtrent den genees-
en heelkundigen dienst.
Art. 11.
De behandeling van behoeftige zieken geschiedt op vertoon
van een lastbriefjeafgegeven door den voorzitter of den secre
taris-boekhouder der stadsarmenkamer. In bijzondere geval
len kan ook door den burgemeester een lastbriefje worden af
gegeven.
Indien de burgemeester het lastbriefje afgeeft, doet hij hiervan
mededeeling aan den secretaris-boekhouder der stadsarmenka
mer.
Na optvangst van het lastbriefje moet de betrokken arts den
lijder zoo spoedig mogelijk bezoekeninzonderheid wanneer op
het briefje liet woord „spoed" is vermeld.
In andere spoedeischende gevallen verleent hij zoowel bij
nacht als bij dagonmiddellijk hulp in afwachting der last
geving.
Art. 12.
De artsen zijn verplichtom na ontvangst van het bericht
eener bevallinghun volgens art. 34 toegezondende kraam
vrouw minstens eenmaalmet gepasten spoed, te bezoeken, en
zulks zonder bepaalde lastgeving.
Art. 13.
De patiënten moeten in hunne woningen worden onderzocht,
met uitzondering alleen van degenen, die zondereenig bezwaar
kunnen uitgaan.
De laatstbedoelden moeten door de artsen op het door dezen
vast te stellen uur in een door burgemeester en wethouders
aan te wijzen lokaal of wel te hunnen huizeworden opge
wacht en onderzocht.
De artsen doen van dit uur opgave aan burgemeester en wet
houders en aan den voorzitter der stadsarmenkamer.
Van uur en plaats wordt melding gemaakt op de lastbriefjes.
Art. 14.
Indien de arts oordeelt, dat een lijder in het stadsziekenhuis
moet worden opgenomen geeft hij daarvan dadelijk kennis aan j
den burgemeester, onder overlegging van het in art. 11 bedoelde
lastbriefje of een afschrift daarvan.
Mocht de lijder of zijne naastbestaanden of huisgenooten wei
geren toestemming te geven tot het opnemen in het stadszie-1
kenhuisdan doet hij daarvan tevens mededeeling.
Art. 15.
Indien de arts van oordeel is dat bij een zieke behoefte be
slaat aan ligging kleeding of andere noodige zakengeeft hij
daarvan kennis aan den voorzitter der stadsarmenkamer.
Art. 16.
De artsen mogen geene geneesmiddelen voorschrijven dan na
de patiënten telkens vooraf te hebben onderzocht.
Hiervan zijn alleen uitgezonderd de chronische zieken die
zij evenwel ten minste tweemaal 's weeks moeten bezoeken.
Art. 17.
De artsen zien toedat de voorgeschreven geneesmiddelen
aan de belanghebbenden worden verstrekt.
Zij voorzien hunne recepten voor behoeftigen en verpleegden
van een bijzonder kenmerk.
Art. 18.
De artsen doen alle zoodanige mededeelingen omtrent be
hoeftige personen en gezinnen aan de voogden der stadsarmen
kamer, als zij in het belang oordeelen hetzij der administratie,
hetzij der armen.
Zij zijn voorts verplichtal die inlichtingen aan de voogden
der stadsarmenkamer te verstrekken, welke van hen worden
gevraagd en zij door hunne betrekking in staat en bevoegd zijn
te geven.
Art. 19.
De artsen zien voortdurend toe, dat de koepokinenting bij de
stadsarmen niet worde verzuimd.
Ook zgn zij verplicht, hulp te verleenen bij het vinden van
drenkelingen en bij belangrijke verwondingen op openbare plaat
sen. Mede zijn zij verplicht tot het verrichten van doodschouw,
voor zoover zij daarvoor door burgemeester en wethouders wor
den aangewezen.
Art. 20.
De artsen mogen de gemeente niet langer dan vierentwintig
achtereenvolgende uren verlaten tenzij met toestemming van
den burgemeester.
Art. 21.
Indien een arts ter zake van ziekte of andere wettige verhin
dering of wel tengevolge van een verleend verlofzijne be
trekking niet kan waarnemen, zijn de anderen verplicht hem
te vervangen.
Zij zijn daartoe mede verplicht bij overlijden van een hunner
en zoolang in de vacature niet is voorzien.
De opdracht der vervanging geschiedt door den burgemeester,
tenzij daaromtrent onderling eene schikking wordt getroffen.
De bepalingen van dit artikel zijn niet van toepassing op den
dienst in het stadsziekenhuis bij ontstentenis van den geneesheer-
directeur.
Art. 22.
De bepalingen van dit hoofdstuk gelden zoowel voor den arts,
bedoeld bij art. 4 al. 2 die uitsluitend belast is met de heel
kundige behandeling der behoeftigen in een deel der gemeente,
als voor den geneesheer-directeur van het stadsziekenhuis wat
betreft zijn dienst buiten die inrichting.
IV. Van den verloskundigen dienst.
Art. 23.
Telken jarein de maand Novembernoodigen burge'
meester en wethouders de in de gemeente gevestigde vroed
vrouwen uitzich vóór het einde dier maand te verkla
ren of zij genegen zijnovereenkomstig de bepalingen van
dit hoofdstukin het volgend jaar de verloskundige praktijk bij
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden 18Ü2.
3
behoeftige vrouwenzoowel in het stadsziekenhuis als daar
buiten mede waar te nemen.
Art. 24.
De ingekomen toestemmende antwoorden worden ten fine
van advies in handen gesteld van den geneesheer-directeur van
liet stadsziekenhuis.
Art. 25.
Uiterlijk op den 20 December bepalen burgemeester en wet
houders welke der zich aangemeld hebbenden voor de verlos
kundige praktijk bij behoeftige vrouwen voor het volgend jaar
in aanmerking kunnen komen.
Zij geven hiervan bericht aan de toegelatenenaan de voog
den der stadsarmenkameraan de artsen en aan den commis
saris van politie.
Indien daartoe in het belang der behoeftige zwangere vrou
wen termen bestaan zijn burgemeester en wethouders op ad
vies van een der artsen bevoegdin den loop des jaars aan
eene toegelatene vroedvrouw de verdere uitoefening der verlos
kundige hulp bij bedoelde vrouwen tijdelijk te ontzeggen.
Zij doen daarvan onverwijld mededeeling aan de personen in
de tweede alinea van dit artikel genoemd.
Art. 26.
De vrouwdie voor rekening der gemeente verloskundige
hulp verlangtof degene die haar voor eene zwangere vrouw
vraagtdoet hiervan opgave aan den voorzitter of secretaris
boekhouder der stadsarmenkamermet aanduiding van de vroed
vrouw wier hulp verlangd wordt voor zoover die voor dat jaar
tot de verloskundige hulp is toegelaten en zulks onverschillig
of de bevalling al dan niet in het stadsziekenhuis zal worden
afgewacht.
Toezegging van verloskundige hulp voor rekening der gemeente
kan worden gedaan door genoemden voorzitter of secretaris
boekhouder enin bijzondere gevallen mede door den bur
gemeester.
Art. 27.
Degene die deze hulp toezegt, geeft hiervan aan belangheb
bende een onderteekend bewijs af, houdende tevens vermelding van
den naam der vroedvrouw wier bijstand wordt verlangd.
Hij doet hiervan mededeeling aan de aangewezen vroedvrouw.
Is de hulp door den burgemeester toegezegd dan doet deze
hiervan tevens mededeeling aan den secretaris-boekhouder der
stadsarmenkamer.
Art. 28.
Indien door behoeftige schippers of andere doortrekkende of
tijdelijk in de gemeente verblijf houdende behoeftige personen
verloskundige hulp voor rekening der gemeente wordt gevraagd
en de tijd niet toelaat de bepalingen van artt. 26 en 27 op te
volgen kan de gevraagde hulp ook door den commissaris van
politie onmiddellijk worden toegezegd zonder opvolging van be
doelde bepalingen.
Intusschen geeft de commissaris van die toezegging een schrifte
lijk bewijs afmet aanwijzing der vroedvrouw aan wie de ver
lossing wordt opgedragen.
Van een en ander doet hij mededeeling aan den secretaris
boekhouder der stadsarmenkamer.
Art. 29.
De aangewezen vroedvrouw begeeft zich naar de palicnle
zoodra hare hulp wordt ingeroepen.
Is zij hierin nalatig of verhinderddan is de zwangere vrouw
bevoegd, onmiddellijk den bijstand van eene andere der voor
de armen-praktijk toegelaten vroedvrouwen te doen inroepen
Art. 30.
Bij stoornis in de baring of bij andere verloskundige moeilijk
heden is de vroedvrouw verplichtde hulp van een der artsen
m te roepenin de eerste plaats die van den arts welke voor
de wijk, waarin de bevalling plaats heeft, voor de geneeskun
dige praktijk is aangewezen.
Art. 31.
Indien de zwangere vrouw dit verlangt of indien de verlos
sing moeilijk ten haren huize kan plaats hebben doet de aan
gewezen vroedvrouw aanvraag tot hare opneming in het stads
ziekenhuis, waartoe die vroedvrouw zich zoo tijdig mogelijk tot
den geneesheer-directeur wendt.
Art. 32.
Indien de vroedvrouw oordeelt, dat de kraamvrouw behoefte
heeft aan ligging kleeding of andere noodige zaken geeft zij
hiervan onverwijld kennis aan den voorzitter of secretaris-boek
houder der stadsarmenkamer.
Art. 33.
De vroedvrouw staat gedurende eene door haar verrichte ver
lossing onder toezicht der artsen. Zij is verplicht, de door hen
te geven voorschriften stipt op te volgen.
Indien eene verlossing plaats heeft in het stadsziekenhuis,
staat zij onder toezicht van den geneesheer-directeur en is zij
gehouden, zich in alles naar diens voorschriften te gedragen.
Art. 34.
De vroedvrouwdie buiten het stadsziekenhuis eene verlos
sing heeft verrichtis verplicht daarvan onmiddellijk kennis te
geven aan den arts, die de geneeskundige praktijk bij behoefti
gen waarneemt in de wijk waarin de bevalling heeft plaats
gehad.
Art. 35.
Voor iedere verlossing wordt eene som van vier gulden ver
goed.
De betaling geschiedt door den voorzitter der stadsarmenka
mer óók voor de verlossingen die in het stadsziekenhuis zijn
verricht, en zulks op overlegging van het in artt. 27 en 28
bedoelde bewijs dat der vroedvrouw door of van wege de zwan
gere vrouw moet worden ter hand gesteld, en nadat daarop door
haar eene onderteekende verklaring is gesteld van den datum
waarop de verlossing door haar heeft plaats gehad.
V. Van het leveren van geneesmiddelen enz.
Art. 36.
Burgemeester en wethouders wijzen jaarlijks een of meer
apothekers aan voor de levering der geneesmiddelen ten be
hoeve van de behoeftige zieken.
Art. 37.
De geneesmiddelen moeten deugdelijk zijn en met den noodi
gen spoed worden gereed gemaakt en afgegeven.
Die voor het stadsziekenhuis bestemdmoeten derwaarts
bezorgd worden.
In het geval het recept met het woord „spoed" is gemerkt
moet de apotheker zorgen voor eene dadelijke afgifte of bezor
ging-
Art. 38.
De prijs der geneesmiddelen wordt berekend naar een door