6
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden 1892.
Art. 21.
Dit artikel behelst eene uitbreiding van art. 11 der bestaande
verordening.
De dienst in het stadsziekenhuis kan moeilijk als een ver
plichte dienst aan de andere geneeskundigen worden opgelegd.
Ook bestaat te dezen opzichte eenige regeling.
Zoo bepaalt art. 13 der instructie voor den geneesheer-direc
teur (gemeenteblad van 1884 No. 15), dat wanneer deze door
ongesteldheid verhinderd wordt den dienst in het ziekenhuis
waar te nemenhij daarvan onmiddellijk kennis moet geven
aan den burgemeestermet opgave van de wijze waarop hij
vermeent dat in zijnen dienst kan worden voorzien.
Art. 22.
Aangezien in de voorgaande artikelen van dit hoofdstuk slechts
gesproken wordt van „artsen" is deze bepaling noodig. Zie
voorts de laatste alinea van art. 4 der bestaande verordening.
De artt. 23—35 bevatten de nieuwe bepalingen omtrent de
verloskundige praktijk bij behoeftigen. Men meent, dat telken
jare de vroedvrouwen zich behooren aan te melden voor de
verloskundige praktijk. De bedoeling is natuurlijk om alle hier
gevestigde vroedvrouwen daarvoor toe te latentenzij de ge
neesheer-directeur reden mocht hebben om de toelating van
deze of genehetzij wegens ouderdom of om andere oorzaken
te moeten ontraden.
De vóórlaatste alinea van art. 25 wordt wenschelijk geacht
o.a. in het geval kraamvrouwen zijn behandeld lijdende aan
febris puerperalis (kraamvrouwenkoorts.)
Bij het ontegenzeggelijk contagieus karakter dezer ziekte moet
er gelegenheid bestaan, om eene vroedvrouwdie zoodanige
kraamvrouw heeft verlostvoor eenigen tijd van het waarne
men der verloskundige armenpraktijk uit te zonderen.
Art. 26.
Zie het aangeteekende op art. 11.
Art. 27.
Schijnt geene toelichting te behoeven.
Art. 28.
Deze bepaling wordt noodig geacht. In de daar bedoelde ge
vallen moet dadelijk hulp kunnen worden verstrekt. Daar het
kan voorkomen dat die hulp in den nacht gevraagd wordtis
het wenschelijk dat ook de commissaris van politie het bewijs
kan afgeven.
Art. 29.
Behoeft zeker geen toelichting.
Art. 30.
Houdt verband met art. 3 sub c.
Art. 31.
In de hierbedoelde gevallen moet de gelegenheid gegeven
worden om de verlossing in het stadsziekenhuis te doen. In
dien ook de geneesheer-directeur de opneming in het zieken
huis wenschelijk achtvraagt hij de machtiging daartoe van
den burgemeesteren zulks in overeenstemming met de bepa
lingen van art. 19 der verordening op het bestuur van het stads
ziekenhuis (gemeenteblad van 1884, No. 10.)
Art. 32.
Zie hierbij art. 20 der bestaande verordening en het opge-1
merkte omtrent art. 15.
Art. 33.
Vergelijk hierbij art. 9 der bestaande verordening.
Art. 34.
Zie het aangeteekende op art. 12 waarmede deze bepaling
verband houdt.
Art. 35.
Het bedrag der vergoeding is in de algemeene toelichting ge
motiveerd.
Daar alle in dit hoofdstuk bedoelde verlossingen geschieden
voor rekening der gemeente kan de betaling plaats hebben
vanwege de stadsarmenkameronverschillig of de verlossing in
óf buiten het stadsziekenhuis heeft plaats gehaddaar voor
iedere verlossing een lastbriefje is afgegeven en er eene be
hoorlijke controle bestaat.
Art. 36.
Vergelijk hiermede art. 23 der bestaande verordening. De
slotwoorden „volgens een daarvan op te maken rooster" zijn
niet overgenomen. Die bepaling is gemaakt in 't belang der
gezamenlijke apothekersmaar de verordening wordt alleen ge
maakt in 't belang der gemeente en de verzorging van behoef
tige zieken. Het dagelijksch bestuur heeft hierop alleen te letten
en moet dus vrij zijn aan welke apothekers zij de levering der
geneesmiddelen meent te moeten opdragen. Zijn allen genegen
dit te doen volgens den vastgestelden taux en voldoen zij naar
behooren aan de gestelde eischen dan zullen burgemeester en
wethouders wel de billijkheid in acht nemen en de een niet
boven den ander bevoordeelen. Ook bij andere onderhandsche
leveringen wordt een rooster gevolgdzonder dat dit is voor
geschreven.
Artt. 37 en 38.
Stemmen overeen met de artt. 24—26 der bestaande veror
dening.
Art. 39.
De rekeningen wegens geneesmiddelen worden ingediend aan
de besturen van het stadsziekenhuis en van de stadsarmenkamer.
Deze zenden ze aan burgemeester en wethouders ter verifi
catie wat de toepassing van den taux betreftdie hieromtrent
de deskundigen raadplegen.
Dit een en ander is thans duidelijk uitgedrukt.
Art. 40.
Deze bepaling schijnt wenschelijk. Het zal toch dikwijls ge
beuren dat een behoeftige een of ander hulpmiddel noodig
heeft, en dat kan moeilijk onder den naam van geneesmiddel
doorgaan.
Art. 41.
Door de voorgestelde reorganisatie van den verloskundigen
dienst, zal de betrekking van stadsvroedvrouw met 1 Januari
1893 zijn vervallen.
Ingang met 1 Januari is wenschelijk met het oog op de
bepalingen van artt. 23—25 le al.
De nog in functie zijnde stadsvroedvrouw zou bij het behoud
der vigecrende verordening met 31 Maart 1894 aftreden.
De bedoeling is, om bij aanneming dezer verordening een
voorstel te doen om aan haar voor de nog resteerende 15
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, 1892.
7
l
maanden eene gratificatie voor ééns toe te kennen. Natuurlijk
zal ook zij zich kunnen aanmelden voor de verloskundige prak- andering komtzullen de tegenwoordige titularissen in hunne
tijk volgens deze verordening.
Art. 42.
De geneeskundigen en de heelkundige zijn mede voor den tijd
van drie jaren benoemd.
Daar in hunne functiën in hoofdzaak geen de minste ver-
dering komtzullen de tegenwoordige t
betrekkingen gehandhaafd kunnen worden.
Leeuwarden, den 11 October 1892.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden
VAN HARINXMABurgemeester.
P. A. BERGSMA Secretaris.
Boekdrukkerij van A. Jongbloed te Leeuwarden