Bijlage No. 37. tus 1891 en bij raadsbesluit van den 24 October 1893 afge kondigd den 10 November 1893. 12. Verordening op het aanleggen onderhonden en gebrui ken der openbare ijsbanen in dc gemeente Leeuwarden vast gesteld bij raadsbesluit van den 23 April 1885 afgekondigd den 11 Mei 1885gewijzigd bij raadsbesluit van den 1G Augus tus 1887, afgekondigd den 6 September 1887. 13. Verordening houdende algemeene bepalingen van politie voor de gemeente Leeuwarden vastgesteld bij raadsbesluit van den 28 Juni 1887, afgekondigd den 13 Juli 1887, gewijzigd bij raadsbesluit van den 28 Januari 1890, afgekondigd den 12 Februari 1890, bij raadsbesluit van den 9 December 1890 afgekondigd den 9 Januari 1891 bij raadsbesluit van den 8 Augustus 1893, afgekondigd den 26 Augustus 1893 en bij raadsbesluit van den 24 October 1893, afgekondigd den 10 November 1893. 14. Verordening tot voorkoming wering en beteugeling besmettelijke ziektenvastgesteld bij raadsbesluit van den September 1887 afgekondigd den 27 September 1887. 15. Verordening op het bouwen en op het inrichten van w ningen en tegen het bewonen van voor de gezondheid nadeeli of voor het leven gevaarlijke woningen vastgesteld bij raad. besluit van den 13 Maart 1888, afgekondigd den 4 April 1888 16. Verordening op liet bewaren van buskruit vastgestel bij raadsbesluit van 27 December 1888, afgekondigd den 1 Januari 1889. 17. Verordening ter voorkoming van de overbrenging e verspreiding van de cholera te Leeuwarden vastgesteld bi raadsbesluit van den 27 September 1892, afgekondigd den 3( September 1892. Aldus vastgesteld enz. Boekdrukkerij van A. Jongbloedte Leeuwarden Bijlage tol liet verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden 1893. VOORSTEL van burgemeester en wet houders tot wijziging van de verordening betreffende de aanhouding der bevolking- en wijk- registers b. hot reglement voor de bevol kingsagenten. c. de verordening tot voorziening tegen eu bij brand. Mijne Heeren De wijziging cn aanvulling van het reglement op het bestuur ,.n de stadsannenkamerwaartoe door U in Uwe vergadering van 26 September j.l. werd besloten, deed ons in overweging nemen of niet in verband daarmede de verordening betreffende de aanhouding der bevolking- en wijkregisters behoorde te worden gewijzigd. Krachtens dat gewijzigd reglement zullen de voogden der stadsarmenkamer Ier hunner voorlichting omtrent het verleenen van onderstand en van genees- heel- en verloskundige hulp worden bijgestaan door eene commissie van buurtbezoekers. Volgens de voor hen vastgestelde bepalingen zullen de buurt bezoekers zich op de hoogte moeten stellen van den toestand der gezinnen in hunnen kringdie onderstand vragen of dien reeds genieten en van de behoeftigen in liet algemeenon verschillig of zij al dan niet onderstand van het armbestuur genieten en verstrekken daaromtrent desgevraagd alle inlich tingen aan burgemeester en wethouders. Bovendien zijn zij belast met het afgeven van bewijzen van goed gedrag en van onvermogen, die door of omtrent personen in hunnen kring worden gevraagd. Op hen zijn dus overgebracht vele der verplichtingen die tot nu toe op de wijkmeesters rustten. Zie o. a. artt. 14, 15 en 16 van de verordening betreffende de aanhouding der be volking- en wijkregisters. De hoofdwerkzaamheid der wijkmeesters bestaat in het bij houden der dubbelen van de wijkregisters en de verdere be moeiingen omschreven in artt. 10 tot en met 13 van evenge- noemde verordening. Het viel echter velen hunner, om hun beroep of bedrijf, of om andere redenen vaak moeielijk, die voorschriftenspeciaal het bijhouden der afschrilt-wijkregisters, geregeld na te komen, zoodat in den regel dit weik voor hen op het bureau der be volkingsregisters werd verricht door de bevolkingsagenten. Ook de werkzaamheden, omschreven in artt. 11 en 12 van meer genoemde veroidening behooren meer eigenaardig tol den werkkring der bevolkings-agenten. Nu dus een deel van de werkzaamheden door de buurtbe zoekers zullen worden verricht en de overige zeer wel aan de bevolkingsagenten kunnen worden opgedragenzijn wij van oordeeldat de betrekking van wijkmeester kan worden opge heven. Met waardeering kan worden getuigd, dat de thans in functie zijnde wijkmeesters hunne taak met ijver en toewijding opvat ten ma r waar die taak voortaan alleen zal bestaan in het bijhouden der wijkregisters en daarmede in verband staande bemoeiingen, die, zooals we reeds zeiden, door de bevolkings agenten kunnen worden verrichtmeenen wij, dat die werk zaamheden niet langer op de schouders van ingezetenen be hoeven te worden gelegd voor wie de waarneming dier be trekking tegelijk met hunne eigene zaken veelal een groote I last is. Het kost dan ook meer en meer moeite om voor de ver vulling van vacatures geschikte personen bereid te vinden. Vindt ons denkbeeld bij uwe vergadering ingangdan zullen uit de verordening betreffende de aanhouding der bevolking- en wijkregisters de artt. 3 tot en met 23 moeten vervallen. De artt. 1 en 2die voorschrijven welke registers moeten worden aangelegd en bijgehoudenkunnen behouden blijven. Voor de richtige bijhouding zijn de noodige voorschriften vervat in de instructie voor de bevolkingsagentendie eene geringe wijziging zal moeten ondergaan. In art. 2 van liet reglement voor de bevolkingsagenten zal de bepaling sub b dienen te vervallen. Bovendien zal de verordening tot voorziening tegen en bij brand eene geriuge wijziging behooren te ondergaan in de artt. 30 en 31 voor zoover daarin van wijkmeesters sprake is. Wij hebben mitsdien de eer u voor te stellen te besluiten a. de verordening betreffende de aanhouding der bevolking en wijkregisters, vastgesteld den 23 Maart 1876 (gemeenteblad no. 16), te wijzigen, door de artikelen 3 tot en met 23 ver vallen tc verklaren. b. het reglement voor de bevolkingsagenten vastgesteld bij raadsbesluiten van 23 Maart 1876 en 20 September d.a v. (ge meenteblad no. 15 van 1877) zooals dit met de daarin aan gebrachte wijzigingen in zijn geheel is opgenomen in het ge meenteblad no. 12 van 18S9 te wijzigen, door sub b van art. 2 vervallen te verklarenen de onderdeelen c en d te lezen respectievelijk b en c. c. de verordening tot voorziening tegen en bij brand vast gesteld bij raadsbesluit van 12 Maart 1885 (gemeenteblad no. 7) gewijzigd bij raadsbesluit van 16 Augustus 1887 (gemeente blad no. 18), bij raadsbesluit van 11 Augustus 1891 (gemeente blad no. 18) en bij raadsbesluit van 24 October 1893 (ge meenteblad no. 20)nader te wijzigen als volgt Iin art. 30 van voormelde verordening te doen vervallen de voorlaatste zinsnede, luidende: „g. de wijkmeesters van de wijkwaar de brand is" en onderdeel B/t" te lezen ng" II. in art. 31 van voormelde verordeningde woorden „de brandmeesters en de wijkmeesters der wijk" te doen ver vangen door de woorden „en de brandmeesters." Voorgesteld ter raadsvergadering van den 14 November 1893. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden VAN HAR1NXMA Burgemeester. P. A. BERGSMA Secretaris Boekdrukkerij van A. Jongbloed te Leeuwarden.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1893 | | pagina 125