B
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden1893.
1
Bijlage No. 2.
ONTWERP-VERORDEN ING omtrent
het verleenen van pensioen aan amb
tenaren bedienden en werklieden
in dienst der gemeente 'of van ge
meentelijke instellingen te Leeu
warden.
Mijne Heer en l
Wij hebben de eer U hierbij ter overweging en vaststelling
aan te bieden [eene ontwerp-verordening omtrent het verleenen
van pensioen aan ambtenarenbedienden en werklieden in
dienst der gemeente of van gemeentelijke instellingen met
daarbij behoorende memorie van toelichting.
Aangeboden ter raadsvergadering van den 10 Januari 1893
door
Burgemeester en Wethouders van Leeuivarden
VAN HAR1NXMABurgemeester.
P. A. BERGSiMA, Secretaris.
VERORDENING omtrent het verlee
nen van pensioen aan ambtenaren
bedienden en werklieden in dienst
der gemeente of van gemeentelijke
instellingen.
De raad der gemeente Leeuwarden
Overwegende, dat het wenschelijk is aan de ambtenaren be
dienden en werkliedenin dienst der gemeente of van gemeen
telijke instellingenpensioen te verleenenindien zij door ouder
dom of ziels- of lichaamsgebreken niet meer in staat zijn hunne
betrekking naar behooren waar te nemen
Besluit
vast te stellen de volgende verordening omtrent het
verleenen van pensioen aau ambtenarenbe
dienden en werklieden in dienst der gemeente
of van gemeentelijke instellingen.
Art. 1.
Aan de volgende ambtenaren bedienden en werklieden wordt,
zoo zij minstens tien jaren in dienst der gemeente of van ge
meentelijke instellingen werkzaam zijn geweest en van een
vaste aanstelling zijn voorzienpensioen verleendindien zij
tengevolge van ouderdom of van ziels- of lichaamsgebreken niet
meer in staat zijn hunne betrekking naar behooren waar te
nemen en dientengevolge eervol worden ontslagente weten
de secretaris en de ambtenaren ter secretariede archivaris
der gemeente de boden en de concierge van het gemeentehuis,
de ambtenaren van de bureaux van den burgerlijken stand
en de bevolkingsregisters en de bevolkingsagenten
de gemeente-ontvanger
de ambtenaren, bedienden en werklieden in dienst der ge
meentewerken der gemeentelijke gasfabriekder stadsreini
ging en der stads bank van leening
de ambtenaren der politiemet uitzondering van de politie
dienaren der 4e klasse
de marktmeesterde beursmeester de waagmeester de
wegers en weegsters aan de waag en de waagwerkers
de gaarders der bruggelden,
de directeur der begraafplaats en de doodgravers
de keurmeesters van vleeschvisch en fruitvoor zoo ver die
niet tevens rijksambtenaren zijn
de ambtenaar aangewezen voor de beteekening van stukken
betreffende de vervolging ter invordering van plaatselijke belas
tingen
de schoonmaaksters
de leeraren en leeraressen aan de middelbare school voor
meisjesvoor zoover zij uitsluitend aan die inrichting zijn
verbonden benevens de concierge dier school
de concierge van het gymnasium en die van de burgerdag-
en avondschool
de afzonderlijke onderwijzers en onderwyzeressen in de gym
nastiek
de onderwijzers en onderwijzeressende kweekelingen en
helpsters aan de gemeentelijke bewaarscholen
de geneesheer-directeur en de vader van het stadsziekenhuis
de secretaris-boekhouder van de stadsarmenkamer en de va
der en portier van het stadsarmhuis.
Art. Jt,
Indien aan eenige betrekkingin het vorig artikel genoemd,
rijks-pensioen wordt verbonden vervalt de aanspraak op ge
meente-pensioen.
Art. 3.
Het jaarlijksch pensioen bedraagt voor ieder voljaar, in dienst
der gemeente of van eene gemeentelijke instelling doorgebracht,
'/0O van de gemiddelde bezoldiging der laatste vijf jaar, be
houdens het bepaalde in art. 6.
Onderdeden van een gulden worden bij de vaststelling van
het bedrag van het pensioen voor vol gerekend.
Art. 4.
Onder bezoldiging wordt verstaanalle inkomsten aan de
betrekking verbondenmet inbegrip van personeele toelagen
het genot van vrije woning vuur en licht of vergoeding des
wege alsmede toelagen voor kleeding.
Toelagen of vergoedingen wegens bureaukosten zijn hier
onder niet begrepen.
Art. 5.
Het getal dienstjaren wordt berekend van den dag der in
functietreding af tot den dag waarop het ontslag ingaat.
Tijdelijke en onbezoldigde diensten worden voor de bereke
ning van het pensioen niet in aanmerking genomen.
Bij afgebroken dienst wordt ook in rekening gebracht de tijd,
vroeger in dienst der gemeente of van eene gemeentelijke in
stelling doorgebrachtvoor zooverre de toen vervulde betrek
king valt onder die, vermeld in art. 1.
Voor de werklieden bij de gemeentelijke gasfabriek en de
stadsreiniging geldt voor de berekening van hun pensioen mede
de tijd, gedurende welke zij aan die inrichtingen waren verbon
den vóórdat deze van wege de gemeente werden geexploiteerd.
Art. 6.
Het maximum-pensioen, dat kan worden genoten, bedraagt
bij een middelsom van f 2000 en hooger50?6 van de mid
delsom.
bij een middelsom van f 1900 tot ben. f 2000,51 °/o van de middelsom
a
a
a - 1800
a
t>
-1900, 52#
a
a
n
J»
a
- GOO
a
it
-1800, 53#
a
a
a
n
- 1600
it
rt
- 1700, 54#
a
a
n
a
-1500
a
a
- 1600,55#
a
a
a
a
- 1400
a
a
-1500,56#
n
a
n
a
a
-1300
a
n
-1400, 57#
a
a
a
-1200
a
a
-1300,58#
a
a
it
D
a
a
-1100
a
a
- 1200, 59#
a
a
it
a
a
a
-1000
a
a
1100,60#
a
a
a
a
a
a
900
a
a
-1000,61#
a
a
a
a
- 800
a
a
- 900,62#
a
a
a
a
ti
a
- 700
t>
n
- 800,63#
a
a
a
a
a
a
- 600
n
n
- 700,64#
a
a
n
a
n
500
it
it
- 600,65#
a
a
it
beneden - 500,