I
lixjlage No. 8.
'i
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden 1893.
VOO RSTEL der raadscommissie voor
het ontwerpen van strafverorde
ningen tot vaststelling van eene ver
ordening tot aanvulling en wijzi
ging van de verordening op de
huizen van ontucht en de publieke
vrouwen.
Aan den Raad
De raadscommissie voor het ontwerpen van strafverordeningen
heeft de eer u ter vaststelling aan te bieden een ontwerp tot
I aanvulling en wijziging van de verordening op de huizen van
ontucht en de publieke vrouwen alhiermet memorie van toe
lichting waarnaar zij ten aanzien van de motieven verwijst.
Zij doet voorts nog het volgende opmerken.
De thans voorgestelde wijziging is het gevolg van eene cor
respondentie in 1892 tusschen den Commissaris der Koningin en
I Burgemeester en Wethouders gevoerd, naar aanleiding van
aan den eerstgenoemde gerichte missives van den Minister van
Binnenlandsche Zaken, van 19 Mei en 13 October, van welke
correspondentie de commissie kennis heeft mogen nemen.
Zij betiof artt. 15 en 16 der onderwerpelijke verordening. De
commissie is met Burgemeester en Wethouders van oordeel
dat de grondendie tot vernietiging van bepalingen der Gro
ninger verordening bij Koninklijk besluit van 26 September
1889 hebben geleid, niet zouden kunnen gelden tegen artt. 15
en 16 der alhier geldende verordening.
En ofschoon de mimsterieele missive van 13 October aan
duidelijkheid en juistheid te wenschen overlaatis de commis-
Isie van oordeeldat aan 's Ministers bedoeling daarmede kan
worden tegemoet gekomendoor het wegnemen van de straf-
bepaling tegen het niet-ondei teekenen van de inschrijving door
Ide aangeefster. Aanvulling van art. 16 met eene voorziening
voor het geval van weigering van die onderteekening is dan
echter wenschelijk, om te voorkomendat soms uit niet-onder-
teekening niet-aangifte worde afgeleid.
Leeuwarden, den 14 Februari 1893.
De Commissie voornoemd
VAN HARINXMA.
A. DUPARC.
J. L. VAN SLOTERDIJCK.
MINNEMA BUMA.
J. C. MEIJER.
ONT WERP-VERORDENING tot aan
vulling en wijziging van de veror
dening op de huizen van ontucht en
de publieke vrouwen te Leeuwarden.
De raad der gemeente Leeuwarden
Overwegendedat er noodzakelijkheid bestaat tot aanvulling
en wijziging van de verordening op de huizen van ontucht en
de publieke vrouwen te Leeuwarden vastgesteld 26 October
1876 (Gemeenteblad no. 16j, in werking getreden 1 Juni 1877
(Gemeenteblad no. 10) en gewijzigd 16 Augustus 1887 (ge
meenteblad no. 10);
Gezien artt. 135 en 161 der gemeentewet;
Besluit
van de voormelde verordening
a. Te roieeren de derde alinea van art.' 16 en in de plaats
daarvan vast te stellen de volgende bepalingIndien deze niet
kan of niet wil teekenen wordt hiervan en van de opgegeven
redenen melding gemaakt.
b. In art. 33, alinea 1, te roieeren het cijfer 16.
Aldus vastgesteld enz.
MEMORIE van TOELICHTING, behoo-
rende bij de ontwerp-verordening tot
aanvulling en wijziging van de veror
dening op de huizen van ontucht en
de publieke vrouwen te Leeuwarden.
De artt. 16 en 33 der geldende verordening vorderen onder
strafbedreiging medewerking tot een administratieven maat
regel, waarvan de beteekenis door die medewerking niet wordt
bepaaldterwijl hiertegen denkbaar zijn bezwaren, die niet
door strafbedreiging reeds vooraf behooren te worden op zijde
gezet.
Behoud van het voorschrift van zij het dan vrijwilligeon
derteekening en vermelding van de redenen van niet-ondertee-
kening zijn intusschen wenschelijk tegen eventueele betwisting
van aangifte.
Boekdrukkerij van A. Jongbloed te Leeuwarden.