Bijlage No. 9. Pijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden1893. 1 VOORSTEL van de commissie voor het ontwerpen van strafverorde ningen tot aanvulling en wijziging van de verordening houdende al- gemeene bepalingen van politie. Aan den Raad De raadscommissie voor het ontwerpen van strafverordenin gen heeft de eer u ter overweging en vaststelling aan te bieden eene ontwerp-verordening tot aanvulling en wijziging van de verordening houdende algemeene bepalingen van politie (Ge meenteblad No. 7 van 1887, No. 3 van 1890 en No. 2 van 1891.) De gronden voor een en ander zijn vermeld in de bijgevoegde memorie van toelichtingwaarnaar zij verwijst. Leeuwarden, 14 Februari 1893. De Commissie voornoemd VAN HAR1NXMA. A. DUPARC. J. L. VAN SLOTERDIJCK. MINNEMA BUMA. J. G. MEIJER. De raad der gemeente Leeuwarden Overwegendedat er noodzakelijkheid bestaat tot aanvulling en wijziging van de verordeninghoudende algemeene bepalin gen van politie voor de gemeente Leeuwarden vastgesteld bij raadsbesluit van 28 Juni 1887 (Gemeenteblad No. 7), gewijzigd bij raadsbesluit van 28 Januari 1890 (Gemeenteblad No. 3) en aangevuld bij raadsbesluit van 9 December 1890 (Gemeenteblad No 2 van 1891) Gezien artt. 135 en 161 der gemeentewet Besluit 1. In de voormelde verordening op te nemen navolgend Art. 17a. De eigenaar van een sloot of van eenig ander waterniet vallende in de toepassing van art. 1 die na eene schriftelijke aanmaning van burgemeester en wethouders te hebben beko men tot het ten hun genoegen schoonmaken of doen schoon maken van die sloot of dat water voor zoover zijn eigendom strektdaaraan niet binnen den bij die aanmaning bepaalden tijd voldoetwordt gestraft met geldboete van ten hoogste vijf tien gulden. 2. In art. 18 eerste alinea, der voormelde verordening na het woord „steenen" te laten volgen „of steigerwerken op de openbare straat plaatst," en de laatste alinea van dit artikel te doen vervallen. 3. In de artt. 40 41, sub 1 46, 49 en 75 der voormelde verordeningin plaats van „binnen de bebouwde kom" te lezen „binnen eene bebouwde kom" en in art. 47in plaats van „buiten de bebouwde kom," te lezen „buiten eene bebouwde kom." 4. Art. 48, sub 2, der voormelde verordening te lezen de bewoner van een huis de gebruiker van een erf of de eige naar van een mesthoopwaarvan of waaruit water of eenige andere vloeistof op de openbare straat uitloopt. Aan het slot van dit artikel op te nemen de volgende bepaling Laatstgemelde bepaling lijdt uitzondering ten aanzien van huizen en erven in stratenwaar geen gelegenheid bestaat tot uitloozing van water of van eenige andere vloeistof in een ge meenteriool of in het openbaar water. 5. In art. 51, sub 1, der voormelde verordening te doen ver vallen de woorden„of in de daarnevens gelegen goot." 6. Art. 67 der voormelde verordening te lezen Hij die eigeneonder zijn beheer staande of hem toever trouwde goederen heeft hangen over of aan eene brugleuning of ander daartoe niet bestemd openbaar eigendomwordt ge straft met geldboete van ten hoogste vijf gulden. 7. In art. 70 sub 2, in plaats van de woorden „of die daar- opliggendete lezen „of de daarop liggende sneeuw." 8. Art. 80 der voormelde verordening te lezen De koetsiers van rij- of voertuigendie van zonsondergang tot zonsopgang deze rij- of voertuigen niet van lichten en bij besneeuwde straten hunne paarden niet van luidklinkende bel len hebben voorzien, worden gestraft met geldboete van ten hoogste tien gulden. 9. In de voormelde verordening op te nemen navolgend Art. 87a. Hijdie openbare inzameling van gelden of goederen niet vallende in de termen van het bepaalde onder 2° van het Ko ninklijk besluit van 22 September 1823 (Staatsblad No. 41) of in die van art. 13, alinea's 1 en 5 der wet van 28 Juni 1854 (Staatsblad No. 100), houdt of doet houdenof lijsten van in- teekening daartoe aanbiedtzonder dat tot het een of het an der vooraf vergunning is verleend door burgemeester en wet houders, wordt gestraft met geldboete van ten hoogste vijftien gulden. 10. In art. 90 der voormelde verordening na het woord „trottoirs" te laten volgen „goten." 11. In de voormelde verordening op te nemen navolgend: Art. 90a. Onder de uitdrukking „bebouwde kom" wordt voor de toe passing dezer verordening verstaan elke verzameling van drie of meer woonhuizendie aan .of op een afstand van minder dan 50 meter van elkander zijn gelegen. 12. In art. 91 der voormelde verordening na het cijfer „40" te laten volgen „58, sub 3". 13. In art. 92 der voormelde verordening na het cijfer „1" te laten volgen „17a." Aldus vastgesteld enz. MEMORIE van TOELICHTING, behoorende bij de ontwerp-verordening tot aanvul ling en wijziging der verordening, hou dende algemeene bepalingen van politie. Art. 17 a. Er bestaat geen voldoend voorschrift op het rein houden van

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1893 | | pagina 34