Memorie van toelichting. 2 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden1893. plichtigen waarin onder anderen moeten voorkomen de na men der belastingschuldigen de sectie en het nommer der be trekkelijke perceelen de gevelbreedte en de kadastrale huur waarde van ieder perceel de uitkomst der vermenigvuldiging volgens art. 5 van het heffingsbesluit en het door ieder belas tingplichtige verschuldigd bedrag. Art. 2. Dit register wordt door burgemeester en wethouders vastge steld en daarna aan den gemeente-ontvanger gezonden, ter in vordering der daarin uitgetrokken bedragen. Van het terhandstellen van dit register aan den gemeente ontvanger geschiedt openbare kennisgeving. Art. 3. De gemeente-ontvanger zendt binnen drie weken na ontvangst van het register aan ieder daarin vermelden belastingschuldige een aanslagbiljet vermeldende de bijzonderheden in art. 1 op genoemd benevens de dagteekening van ontvangst van het re gisteren overigens ingericht naar voorschriften door burge meester en wethouders vast te stellen. Art. 4. De aanslag moet in zijn geheel zijn voldaan vóór den lsten Augustus. Bij nalatigheid hierin geschiedt de invordering over eenkomstig de voorschriften van de artt. 258 tot en met 262 der gemeentewet. Art. 5. Bezwaarschriften tegen den aanslag kunnen door den belas tingschuldige of diens erfgenamen worden ingediend bij burge meester en wethouders die daarop beslissen. Bezwaarschriften die inkomen na verloop van drie maanden, te rekenen van den dagwaarop het register ter invordering aan den gemeente-ontvanger is ter hand gesteld worden niet ontvankelijk verklaard. Art. 6. Deze verordening treedt in werking tegelijk met het op he den vastgestelde heffingsbesluit. Aldus voorgesteld ter raadsvergadering van 26 September 1893, door Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden VAN HAR1NXMA, Burgemeester. P. A. BERGSMA Secretaris. Zooals uit de ingediende gemeente-begrooting voor 1894 blijkt, zijn wij genoodzaakteene verhooging van belasting voor te stellenook zelfs, wanneer het aanhangig voorstel tot verlaging van den gasprijs mocht worden verworpen. Ook dan nog zal moeten worden voorzien in eene hoogere gewone uitgaaf, tegen over de gewone ontvangsten van eene som van 13000,a 14000,— Met de bestaande bronnen van inkomst zouden wij al weder niet anders kunnen doen dan voor te stellen, öf de opcenten op het personeol öf de percentage voor de plaatselijke directe belasting op het inkomen öf beide te verhoogen. Vooral tegen verdere verhooging van de percentage van den hoofdelijken omslag bestaan bezwaren die wij zeker niet breed voerig behoeven aan Ie toonen. Die percentage is reeds geste gen tot 4.45^6, en wij achten het in het belang der gemeente ongeraden dit cijfer nog «enigszins noemenswaardig te verhoo gen. Ook de opcenten op het personeel hebben reeds een be hoorlijk cijfer bereiktzoodat ook deze voor verdere vrij be langrijke verhooging wel niet in aanmerking kunnen komen. Voor verlaging van den gasprijs is veel te zeggenuit aan merking van de daling der kolenprijzen in de laatste jaren. Ook I is het te verwachten, dat bij een verlaagden prijs het verbruik I dat thans eenigszins afneemt, weer zal toenemen. Om die reden veronderstellen wij dat er bij de meerderheid van den raad veel geneigdheid zal beslaan, om het voorstel tot veria-1 ging van den prijs van het gas aan te nemen. Geschiedt ditdan moeten voor 1894 de belastingen met do aanzienlijke som van ƒ33,000 a ƒ34,000 worden verhoogd. Bij dit vooruitzicht hebben wij nog eens rijpelijk overwogen, of niet naar eene nieuwe bron van inkomst moest worden om gezien. Ons oog is gevallen op bet heffen van een straatgeldzoo als dat in 1879 te Amsterdam is ingevoerd, en waarvan de verordening op 17 April 1889 op nieuw gewijzigd is vastgesteld. Voor zoodanige retributie is veel te zeggen. Tengevolge de wet van 22 Juli 1873 (Staatsblad No. 116), die verlaging van de hoofdsom der belasting op de gebouwde eigendommen me debracht terwijl het maximum opcenten, dat de gemeenten konden heffen, gelijk bleef, verloor deze gemeente eene ont vangst van nagenoeg 1/3 aan opcenten op dat middel. Zoo wijst de rekening over 1875 nog een ontvangst aan van ƒ20,761.97 wegens opcenten op de grondbelasting, terwijl die van 1876 daarvoor slechts aanwijst een bedrag van 13,885.24. Het ware toen de tijd geweest, om de gemeenten meer de vrije hand te laten in het heffen van opcenten op de gebouwde eigendommente meer omdat de eigenaren van alle panden met uitzondering van de boerehofsteden niet onaanzienlijk pro fiteerden van de verlaagde hoofdsom. Zoo profiteerden de eige naars van panden te Leeuwarden een bedrag van f 16000,— in hoofdsom en ƒ7000,aan opcenten. Ware destijds bij die verlaagde hoofdsom de bevoegdheid gegeven om tot 100 opcenten op gebouwde eigendommen te heffen de raad zou zeer waarschijnlijk niet geaarzeld hebben dit te doen. In dat geval zouden de eigenaren van panden nog een nagenoeg gelijk bedrag op hunne aanslagbiljetten hebben zien uitgetrokken als vroeger. In plaats van die bevoegdheid te verleenen heeft de Staat de inkomsten der gemeenten nog op verschillende wijze ver minderd. Eerslens door het fixeeren van het uitgekeerde 4/5 der rijks personeele belasting ten tweede door verlaging der rijkssubsidie voor hel lager onderwijs terwijl deze gemeente nog bovendien heeft moeten ervaien dat haar klakkeloos de ƒ5000,subsidie voor de school van middelbaar onderwijs voor meisjes is ontnomen. Tegen al die verminderingen komt slechts in compensatie het vergunningsrecht voor verkoop van sterken drank in het klein. Al die mindere inkomsten en al de meerdere uitgaven die sedert moeten worden gedaanheeft men voor verre het grootste deel moeten dekken door verhooging van het percen tage voor het heffen der directe belasting naar het inkomen. Doch klagen baat niet. Men zal geduldig moeten afwachten, wat de Regeering en de Kamers willen doen om de gemeen ten in hare dringende fïnancieele behoeften tegemoet te komen. En daar het nog geheel onzeker is wanneer dit geschieden zalmeenen wij datindien er onder de bestaande regeling der gemeente-belastingen mogelijkheid is om den druk van den hoofdelijken omslag niet meer te verzwaren maar in de meer dere uitgaven op anderebillijke wijze te voorzien de gelegen heid daartoe moet worden aangegrepen. Het middel daartoe noemden wij reedsen wij zullen nu overgaanhet aanbevelenswaardige daarvan vooral in de ge geven omstandighedenin het licht te stellen. Op de rekening over 1892 komt voor onderhoud van straten, pleinenkaden kolken riolen enz., eene uitgaaf voor Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden 1893. 3 van f 12,724.77 Voor onderhoud van puin-, grint-, schil- en straat wegen is op die rekening uitgetrokken eene uitgaaf van f 5494.12L Een deel dier uitgaven komt meer bepaald ten goede aan de panden die aan die wegen zijn gelegen. Stel dit op 1/3, dan verkrijgt men eene som van - 1,831.37 Totaal 14,556.14 Het behoeft zeker geen betoog dat deze uitgaven voor een zeer groot deel ten bate komen van de eigenaren van panden. Het ontlast hen van een onderhoud dat bij gebreke van deze gemeentezorg ongetwijfeld grootendeels voor hunne reke ning zou komen en het verhoogt de waarde hunner panden. Juist de eigenaren van die perceelen welke aan de open bare straat of weg gelegen zijn hebben het grootste belang bij dit onderhoud er, bij het verder verbeteren van bestratingen rioleering en het dempen van ongezonde grachten en er zijn dan ook schrijvers over gemeentebelastingen die perceelen, aan de openbare straat gelegen zwaarder willen belasten dan de overige. Nemen wij nu aan dat jaarlijks voor onderhoud van straten, riolen enz. wordt uitgegeven ƒ15,000,—, dan hebben wij nog te letten op de buitengewone uitgaven die jaarlijks hiervoor en voor verdere verbetering worden gedaan. Daartoe hebben wij de gemeente-rekeningen van 1873 af, en alzoo over 20 jaren nagegaan. Daarin vindt men de volgende cijfers Rekening van 1873. Aankoop van keien7,920.— Rekening van 1874. Aankoop van keien- 12,283.41 Rekening van 1875. Aankoop van keien- 5,262,59 Bestrating en rioleering van een straat langs ge meenteschool no. 7 4,453.78 Het maken van een riool met zinkput en kolken langs den Noorder weg- 1,364.43 Waterleiding met putten en pompen voor brand- blussching in het Ruiterskwartier - 7,313.46} Bestrating van den weg naar het Paleis van Justitie - 617. Rekening van 1876. Aankoop van keien- 8,843.99 Verbetering van den weg Achter de Hoven enz. - 10,543.83} Het maken van bestratingen rioleeringen enz. aan den buitensingel in den Spanjaardsdijk - 2,856.21 Aankoop van keien in 1875 - 2,731.84 Rekening van 1877. Aankoop van keien9,133.41 Tweede gedeelte voor verbetering van den weg Achter de Hoven- 4,582.67 Het leggen van straten en verdere werken op het terrein der uitbreiding achter den gouden bal - 6,327.33} Rekening van 1878. Aankoop van keien- 4,871.14 Rekening van 1879. Aankoop van keien- 7,804.50} Het maken van een rioleering langs den weg Achter de Hoven- 1,788.30} Rekening van 1880. Verbetering van den toestand op Oldegalileën - 4,841.49} Rekening van 1881. Aankoop van keien- 7,319 40} Voortzetting der verbetering op Oldegalileën - 589.48 Rioleering in de St. Jacobstraat - 931.66 Rioleering van gemeentegrond achter het Zuid- vliet enz- 2,485.60 Rekening van 1882. Aankoop van keien 9,737.33 Voortzetting der werken op Oldegalileën 5,757.33} Transporteere f 130,360.23} 1 Transport f 130,360.23} Rekening van 1883. Bestrafing van den Oostersingel van Vijversbuurt tot de Fahersbrug ....,- 1,492.37 Aankoop van keien- 6,948.05} Het maken van eene rioleering in de Hout straat 3,185.10 Bijdrage van de eigenaren - 750.— blijft 2,435.10 Demping van een gedeelte sloot Achter de Hoven - 200.— Rekening van 1884. Aankoop van keien- 8,866.96 Voortzetting dor werken tot verbetering op Olde galileën 7,701.93 Demping van de grachten loopende van den Wor telhaven langs den Eewal en het Heerenwaltje - 75,855.15} Demping, rioleering en bestrating van de Molensloot - 1,134.46 Rekening van 1885. Doorgraving van den wegten zuiden van het Harmoniegebouw en het maken eener bestrating aldaar- 977.50 Aankoop van keien- 4,421.25 Het maken van een rioleering in de Speelmans straat 2,238.64} Onverevende uitgaven der werken tot demping van de gracht langs den Eewal en het Heerenwaltje - 4,754.58 Voortzetting der werken tot verbetering van Olde galileën - 7,281.93} Voortzetting der werken tot demping van de Mo lensloot 4,653.43 Demping van een gedeelte sloot Achter de Hoven 3,894.68} Af bijdrage van eigenaren - 430.— blijft - 3,564.68; Eerste gedeelte der werken tot rioleering en vervloeiing der Houtstraat. f 1,004.38 Af bijdrage van eigenaren - 1,000. blijft4.38 Rekening van 1886. Aankoop van keien 4,988.75 Het maken van een bevloering en rioleering van de Houtstraat- 1,946.73} Het maken van een trottoir langs een gedeelte van den Grachtswal 2,564.95 Voortzetting der werken op Oldegalileën - 11,272.29 Rekening van 1887. Aankoop van keien- 3,880.80 Demping van een sloot langs Tulpenburg en het maken eener rioleering - 3,182.40 Rekening van 1888. Het maken van eene rioleering in den afgegraven Zuidwesterdwinger het bevloeren van een ge projecteerde straat aldaar enz. - 2,996.78 Idem in de gedempte sloot langs de Baljéestraat enz. 1,087.35 Af bijdrage van eigenaren - 146.30 blijft—- 941.65 Rekening van 1889. Voortzetting der werken betreffende het maken van een trottoir aan de Baljeestraat - 1,388.48} Verbetering van de Romkeslaan - 4,067.86} Het maken van een trottoir langs het Schoenma- kersperk- 479.90 Rekening van 1890. Voortzetting der werken voor het maken van een trottoir langs het Schoenmakersperk - 436.18 Rekening van 1891. Het maken van een bestrating langs een gedeelte van de Noordergracht- 3,771,55 Het maken van nieuwe riolen - 2,518.78} Demping en rioleering der sloot achter de wo- Transporteere f 307,027.79

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1893 | | pagina 71