Bijlage No. 13. Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden1894. NADER VOORSTEL van burge meestor en wethouders tot wij ziging der vei ordening tot rege ling van het lager onderwijs. Mijne lieer en Naar aanleiding van de discussiën, in Uwe vergadering ge voerd den 8 Augustus 1893 (zie verslag van de handelingen 1893, bladz. 90 sub 10) over het voorstel van burgemeester en wethouders tot wijziging der verordening tot regeling van het lager onderwijs, bijlage 19 van 1893, hebber, wij die voor stellen gesteld in handen van de commissie voor het lager on derwijs. Met die voorstellen verzonden wij: lo. een voorstel tot wij ziging der verordening omtrent de toelating van kinderen uit de gemeente Leeuwarderadeel tot het herhalingsonderwijsvast gesteld 27 December 1883, gemeenteblad 1884 no. 3; en 2o. een voorstel tot wijziging der verordening ter uitvoering van de nieuwe regeling van het openbaar lager onderwijs vastgesteld 16 Maart 1889 (gemeenteblad 1889 no. 5). Bij missive van 6 October 1893 diende de commissie ons van advies, dat hierbij wordt overgelegd. Niet, omdat wij die commissie wilden passeeren, maar omdat de voorgestelde wijzigingen hoogst eenvoudig waren en wij wilden trachten vóór het aanvangen van den nieuwen cursus (1 October 1893) de verordeningen in overeenstemming te bren gen met den feitelijken locstand, zijn de voorstellen indertijd rechtstreeks bij den raad ingediend. Na het verstrijken van dien termijn is de behandeling bij meer spoedeischende zaken achtergesteld kunnen worden. Uit het advies der commissie blijkt, dat zij zich geheel ver- eenigt met de voorstellen sub 1 en 2 genoemd dat zij even eens het gevoelen deelt, dat in onze memorie van toelichting, speciaal op artikel 12 is neergelegd; het verschil van ge voelen betreft elleen de toepassing op het programma der scho len, en wel: a. Zingen, dat de commissie als leervak geheel wil schrappen. b. Handteekenen, dat zij alleen voor de jongensschool wil behouden. c. Beginselen der wiskunde. Ad a. Op het oude programma stond achter dit leervak „als de tijd het toelaat", m. a. w. het werd aan den onderwij zer, belast met de leiding der school, overgelaten, dit vak al dan niet te gevennu beide hoofden der betrokken scholen van de hun gegeven faculteit geen gebruik maken, hebben wij geen bezwaar dit vak weg te nemen. Ad b. Handteekenen voor meisjes. Het onderwijs in teekenen heelt naar het oordeel van ons college ook voor meisjes, eene zeer groote waarde; het leeren zien en beoordeelen van sehoone lijnen, vormen en harmonische kleuren, heeft voor het dagelijksch leven eene zóó gewichtige beteekenis, dat wij voor toekomstige huismoeders van onze lagere klassen, geen vak kennen, dat meer geschikt is, een gunstigen invloed ©p hare omgeving uit te oefenen. Ook het onderwijs in de nuttige en fraaie handwerken zal, door het teekenonderwijs gesteund, beter tot zijn recht komende tijd, aan het eerste onderwijs ontnomen voor het teekenen, zal blij ken, voor dat onderwijs niet verloren te zijn. En nu moge het moeilijk zijn, een geregelde teekenles aan een groot getal leerlingen te geven, onmogelijk is het zeker niet, en ware het getal leerlingen inderdaad voor dergelijke les te groot, dan zou daaruit alléén de gevolgtrekking afgeleid mogen wordendat voor die teekenlessen meerdere onderwijs krachten beschikbaar gesteld moeten worden. Men vergete niet, dat op de herhalingsschool meisjes komen, die de geheele lagere school met vrucht hebben doorloopen en dat de herhalingsschool voor haar de eenige gelegenheid is om hare schoonheidszin en smaak althans nog eenigszins te ontwikkelen en dat zou luttele of geen beteekenis hebben op die school als voorbereiding voor het dagelijksch leven Bovendien, nuttige en fraaie handwerken kunnen ook na het verlaten der herhalingsschool op velschillende wijzen, in huis en daarbuiten, worden geleerd de gelegenheid, om iets van het teekenen te leeren, zal voor deze meisjes wel gesloten zijn; zij zouden daarvoor privaatles moeten nemen, en dat gebeurt natuurlijk niet. Burgemeester en wethouders handhaven op deze gronden hun voorstel, om het handteekenen voor de meisjes als leervak te behouden. Ad c. Beginselen der wiskunde. Met de commissie van toezicht zijn burgemeester en wethou ders van oordeel, dat het onderwijs in vormleer, hoewel ver dwenen uit de wet op het lager onderwijs, voor de herhalings school gewenscht is. Na het wijzigen der wet op het lager onderwijs is vormleer deels bij hel teekenendeels bij het rekenen gekoppeld onder anderen naam „beginselen der wiskunde'', is bedoeld de vorm leer te handhaven op het programma. Wordt het rekenen in uitgebreiden zin genor.:en, zoodat in- houdsberekeningen daaronder begrepen zijn, dan is eene afzon derlijke vermelding van het leervak „beginselen der wiskunde" (waartoe inhoudsberekeningen behooren) overtollig. Er bestaat dus eenstemmigheid ten aanzien van de zaak verschil over den vorm der regeling; om ook dit verschil op te heffen, geven burgemeester en wethouders in overweging, achter het woord „rekenen", te voegen: (inhoudsberekeningen daaronder begrepen). Artikel 12 wordt dan, volgens het voorstel van burgemeester en wethouders, aluus gelezen Het onderwijs aan deze scholen omvat Aan de school voor jongens lo. het lezen. 2o. het schrijven. 3o. de beginselen der Nederlandsche taal. 4o. het rekenen (inhoudsberekeningen daaronder begrepen). 5o. het handteekenen. Aan de school voor meisjes dezelfde vakken en de nuttige en fraaie handwerken. Aangeboden ter raadsvergadering van den 14 Augustus 1894 door Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden VAN HAR1NXMA, Burgemeester. P. A. BERGSMA, Secretaris. Boekdrukkerij van A. Jongbloed te Leeuicai den.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1894 | | pagina 51