r Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, 1895. 1 Bijlage no. 2. VOORSTEL van burgemeester en wethouders tot wijziging van: a. de verordening, regelende den werkkring van de vaste raadscom missie voor de gemeentelijke gas fabriek b. de instructie van den directeur der gemeentelijke gasfabriek. c. de instructie van den boekhou der der gemeentelijke gasfabriek. Mijne lie er en Wij hebben de eer aan uwe vergadering over te leggen voor stellen tot wijziging a. van de verordening, regelende den werkkring van de vaste raadscommissie voor de gemeentelijke gasfabriekvast gesteld den 14 September 1865; b. van de instructie van den directeur der gasfabriek, vast gesteld bij raadsbesluit van 2 September 1865; c. van de instructie van den boekhouder der gasfabriek, vastgesteld bij raadsbesluit van 2 September 1865 en gewijzigd bij besluit van 9 Mei 1892. De inhoud dezer verordening der instructiën van directeur en boekhouder zijn niet met elkander in overeenstemming en sluiten zich niet aan bij 1°. de verordeningregelende den ranghet getalde bezoldiging en de wijze van benoeming van de ambtenaren en bedienden, belast met de exploitatie der gemeentelijke gas fabriek vastgesteld den 27 October 1881 (gemeenteblad no. 21 van 1881) en gewijzigd bij besluit ven 10 Maart 1891 (gemeenteblad no. 3 van 1891); 2°. de verordening tot regeling van het getal, de bezoldiging en de wijze van benoeming der bedienden en werklieden bij de gemeentelijke gasfabriekde stadsreiniging en de gemeen tewerken van 21 Februari 1891 3°. de voorwaarden, waarop het gas door de gemeentelijke gasfabriek aan particulieren wordt geleverd en bepalingen voor den aanleg en het gebruik van de gemeente-toestellen, vast gesteld bij raadsbesluit van 25 April 1893. De verhouding van het college van dagelijksch bestuur dei- gemeente tot de raadscommissie, den directeur en den boek houder, evenals de verhouding van deze laatsten onderling is niet juist omschreven. De werkkring van de raadscommissie, van den directeur en den boekhouder dient nauwkeuriger geregeld te worden. Zoo is in de bestaande verordening bij art. 7 aan de com missie opgedragen de regeling in overleg met den directeur van het getal vaste bedienden of werklieden, terwijl dit overeen komstig de verordening van 27 October 1881 aan burgemeester en wethouders is opgedragen. Zoo is de directeur verplicht de begrooting met eene daarbij behoorende toelichting voor het volgend dienstjaar op te maken, terwijl het geldelijk beheer zelfstandig aan den boekhouder is opgedragen; ofschoon wij nu meenen, dat de boekhouder, waar hij alle gegevens voor zijne administratie van den directeur op diens verantwoordelijkheid ontvangttoch eene zekere zelf standigheid moet behouden dient toch de directeur als hoofd der geheele inrichting van alle boeken kennis te kunnen nemen; daarom wordt dan ook voorgesteld, in de instructiën van direc teur en boekhouder beide eene bepaling op te nemen, waarbij het toezicht over het finantieel beheer ook aan den directeur wordt opgedragen. Ook de benoeming der werklieden en bedienden is bij de oude verordening en instructiën niet meer in overeenstemming met de later door den raad en burgemeester en wethouders genomen besluiten. Zoo is, om nog een enkel punt te noemen, in art. 16 der in structie van den boekhouder niet duidelijk omschreven welke bedienden op zijne aanbeveling zullen worden benoemd. Het is ons wenschelijk voorgekomen om deze bepaling te schrappen en de benoeming van alle bedienden en werklieden, waaronder ook de klerk, te doen vallen onder het besluit van burgemeester en wethouders van 21 Februari 1891, doch dan dient ook de boekhouder ontheven te worden van de verant woordelijkheid voor dien klerk. Voor de overige wijzigingen meenen wij te kunnen verwijzen naar de toelichting bij de artikelen. Voorgesteld ter raadsvergadering van den 26 Februari 1895 door Burgemeester en wethouders van Leeuwarden VAN HARINXMA, Burgemeester. P. A. BERGSMA, Secretaris. Concept-verordening, regelende den werkkring van de vaste raadscommissie voor de gemeentelijke gasfabriek, met memorie van toelichting. Art. 1. TOELICHTING. Er is eene vaste commissie, ten einde burgemeester en wet- Zie art. 1 oud. houders bij te staan in het bestuur en liet beheer der ge meentelijke gasfabriek. Die commissie bestaat, buiten den burgemeester of een der wethouders als voorzitter, uit vier raadsleden. Zij voert den naam van commissie voor de gemeentelijke gasfabriek. Art. 2. De vier leden worden jaarlijks door den raad gekozen in de Gelijk art. 2 oud. eerste raadsvergadering van de maand Maart.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1895 | | pagina 25