2 Bijlage tot hot verslag der handelingen van den gomeenteraad te Leeuwarden, 1895.
Art. 3. TOELICHTING.
De vergaderingen der commissie worden door den voorzitter Zie art. 10 oud.
belegd en ten minste eens in de maand gehouden.
Art. 4.
Zij mag geen besluit nemen, indien behalve den voorzitter Zie art. 11 oud.
minder dan twee leden tegenwoordig zijn.
Zij besluit bij volstrekte meerderheid van stemmenbij sta
king van stemmen heeft de voorzitter een beslissende stem.
Art. 5.
Zij benoemt uit haar midden een secretaris die de notulen Komt overeen met de artikelen 12 en 13 oud, met eenige
der vergaderingen aanhoudt en de uitgaande stukken met den redactie-wijziging,
voorzitter teekent.
Hij kan zich in zijne werkzaamheden doen bijstaan.
Art. 6.
De commissie is belast met het toezicht op het bestuur en Is ter vervanging van art. 3 (oud). Het sub d in het oude
op het geldelijk beheer der gasfabriek in zijn geheelen omvang, artikel wordt bij artikel 8 (nieuw) geregeld,
meer in 't bijzonder
a. op het personeel
b. op het onderhouden van de gebouwen, werktuigen, ge
reedschappen en op de voorraden der fabriek
c. op den inkoop van de benoodigde grondstoffen, toestellen
en gereedschappen voor de gasfabricage, de gasverlichting en
die voor de toestellen benoodigd tot onderzoek van de hoeda
nigheid van het gas
d. op het leverenaanbrengen en verhuren van buizen
lampen gasmeters en andere toestellen, bestemd tot verlich
ting voor zooverre dit van wege de gemeente geschiedtbij
particulierenzoomede op het leveren der toestellen voor de
straatverlichting en voor die in de bij de gemeente in gebruik
zijnde gebouwen
e. op het leveren van gas aan particulieren en in de gebou
wen bij de gemeente in gebruik, alsmede voor de straatver
lichting.
Art. 7.
Ten minste eenmaal in de drie maanden gaat de commissie
over tot het opnemen van de kas van den boekhouder en tot
het verifïeeren der boeken, betrekking hebbende tot zijne admi
nistratie.
De commissie is bevoegd om, zoo noodig, den boekhouder op
te dragen nog andere schrifturen aan te houden, dan in zijne
instructie zijn vermeld.
Zie art. G en art. 14 der thans vigeerende instructie.
Bij alinea 2 van dit artikel wordt aan de commissie de be
voegdheid verleend, hem het aanhouden van schrifturen, niet in
zijne instructie vermeld, op te leggen.
Art. 8.
Indien de commissie oordeeltdat een speciaal onderzoek ,s mede ter verïanging van sub d van art. 3 (oud).
van net gas noodig is of dat er verbeteringen in de samen
stelling der fabriek of de bereiding van het gas noodig zijn
doet zij daaromtrent voorstellen aan burgemeester en wet
houders.
Zij doet aan burgemeester en wethouders tevens de noodige
voorstellen betreffende het onderhoud der fabriek.
Art. 9.
Zij zendt telken jare vóór den 15 Juli de door den direc-
teur opgemaakte begrooting voor het eerstvolgende dienstjaar ,gcl,jk art 4 (°ud)' Redactie vereenvoudigdde laat-
vergezeld van hare opmerkingen aan burgemeester en wet- Ste almea behoort niet ln deze "«-ordening,
houders in.
Art. 10.
Zij zendt jaarlijks vóór den 1 April de door den boekhouder
opgemaakte rekening, benevens eene door den directeur opge- Plaa's van 1 Maart is hier de 1 April genomen omdat
maakte verantwoording over het met 31 December afgesloten 'n de 'ns'™ct'e van den boekhouder die datum ook een 14
jaarvergezeld van hare opmerkingenaan burgemeester en dagen Iater 's 6esleld-
wethouders in.
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, 1895.
3
Ait. 11. TOELICHTING.
De commissie dient burgemeester en wethouders van advies Dit art. is gesteld in de plaats van art. 7.
omtrent het getal aan te stellen bedienden en werklieden en Het is in overeenstemming met art. 8 der verordening van
hunne bezoldiging, alsmede bij voorstellen tot benoeming en 1881 no. 21 en art. 1 het besluit van burgemeester en wet-
ontslag. houders van 21 Februari 1891.
Art. 12.
Zij regelt in overleg met den directeur den onderhandschen Zie art. 8 (oud),
of publieken verkoop van de nevenproducten der gasfabricage
en dien van de onbruikbaar geworden voorwerpen, werktuigen
en gereedschappen.
Art. 13.
Bij ziekte of ontstentenis van den directeur of den boekhou
der, wordt door de commissie aan burgemeester en wethouders
een voorstel gedaan tot het nemen der noodige maatregelen,
om de werkzaamheden geregeld te doen doorgaan.
Art. 14.
Dit artikel is nieuw en analoog met de arlt. 28 en 18 der
instructie van directeur en boekhouderhet is wenschelijk,
eene dergelijke bepaling ook in deze verordening op te nemen.
Het ligt op den weg van de commissie om het initiatief te
nemen, dan kunnen burgemeester en wethouders die voorstel
len beoordeelen en ze al of niet gewijzigd tot besluit verheffen.
Zij ontvangt jaarlijks ter bestrijding der kosten barer verga- art 9 (oud)
deringen en van andere uitgaven ter vrije beschikking eene
som bij de begrooting door den raad te bepalen van welke
som geene verantwoording van haar wordt gevorderd.
Art. 15.
Zij zendt jaarlijks vóór den 15 April aan burgemeester en zie art 15 (oud),
wethouders een verslag in van den toestand en de werking De 2e alinea van art. 15 oud is weggelaten, evenals art. 10 (oud),
der fabriek over het afgeloopen jaar.
Art. 16.
Deze verordening treedt in werking den
waarmede vervalt de verordeningvastgesteld door den raad
van Leeuwarden den 14 September 1865.
Onfwerp-instructie voor den directeur der gemeentelijke gasfabriek.
INSTRUCTIE. TOELICHTING.
Art. 1.
De directeur der gemeentelijke gasfabriek is belast met het
dagelijksch bestuur van de fabriek en is verantwoordelijk voor
den geregelden gang van zaken, het geldelijk beheer alleen uit
gezonderd.
Wat dit laatste betreftbepaalt zich zijne werkzaamheid tot
het houden van toezicht.
Zie artt. 1 en 3 der bestaande instructie.
Hieraan is toegevoegd de bepaling, dat de directeur ook toe
zicht houdt op het geldelijk beheer. Dit is wenschelijk met
het oog op de verplichtingen, hem gesteld bij de artt. 18,19
en 20 der nieuwe instructie.
Art. 2.
Hij staat behoudens het toezicht van de raadscommissieDe raadscommissie is volgens art. 6. der verordening, rege-
onder de onmiddellijke bevelen van burgemeester en wethouders, lende haren werkkring, belast met het toezicht op het bestuur
en beheer der fabriek. Het is alzoo juister, daarvan hier mel
ding te maken.
Art. 3.
Hij draagt zorg, dat de fabriek steeds in goeden staat zij 4 Qud>
geschikt om naar eisch te werkendat het te vervaardigen
gas van goede hoedanigheid zij en dagelijks de noodige hoe-
veelheid bereid worde.
Art. 4.
Hij doet in overleg met de raadscommissie de noodige voor- Ofschoon de directeur ook thans in overleg treedt met de
stellen aan burgemeester en wethouders tot aankoop van steen- commissieis het toch juisterdit op te nemen in de in-
kolen voor de gasfabricage. structie.