l
2 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, 1895.
Art. 2.
De commissie van administratie bestaat uit vijf leden. De
burgemeester of het daartoe door hem aan te wijzen lid van
het dagelijksch bestuur heeft in de vergaderingen der commis
sie eene adviseercnde stem.
Art. 3.
Art. 7.
De commissie levert maandelijks aan burgemeester en wet
houders een staat in van den geldelijken toestand en de werk
zaamheden der bank.
Art. 8.
De commissie behoeft de machtiging van den gemeenteraad
voor het opnemen van gelden het aankoopen vervreemden
verruilen bezwaren of verpanden van onroerende goederen
inschrijvingen in eene der grootboeken der Nederlandsche
schuld of andere effectenactiën en schuldvorderingen het
oprichten van nieuwe of vernieuwen van bestaande gebouwen,
het doen van buitengewone met vernieuwing gelijkstaande her
stellingen en voor alle andere dadendie buiten het gewone
beheer vallen.
Art. 9.
Alle ambtenaren en beambten der bank zijn aan de com
missie van administratie gehoorzaamheid verschuldigd.
Het getal, de bezoldigingen en de borgtochten dezer amb
tenaren en beambten worden door den gemeenteraad vastge
steld de commissie gehoord.
Jaarlijks vóór den In October wordt door de commissie aan
den gemeenteraad ter goedkeuring aangeboden eene begrooting
van uitgaven ten behoeve harer administratie voor het volgend
dienstjaar naar de voorschriften van burgemeester en wethou
ders opgemaakt.
De posten dezer begrooting mogen zonder machtiging van
dei) gemeenteraad niet worden overschreden.
Geene uitgaven mogen plaats hebben voor zakenwelke
hare omschrijving in de begrooting niet vinden.
Art. 16.
De commissie van administratie draagt zorg voor verzeke
ring tegen brand van de gebouwen en de aanwezige panden
in verhouding tot de geschatte waarde daarvan, bij eene soliede
maatschappij.
De polissen worden aan burgemeester en wethouders inge
zonden.
De inkomsten bestaan uit
1. de interesten door de pandgevers te betalen
2. het in het hulpkantoor te betalen administratieloon
3. de winsten die de verkochte panden opleveren voor
.ööver die niet door de rechthebbenden worden opgevorderd
4. de bij den verkoop te betalen verbooging van 5 voor
Diikosten.
Art. 20.
De interesten door de pandgevers te betalenbestaan uit
a. een bewaarloon van 2 cent per pand, by voorutbetaling
te voldoen
b. eene rente bedragende per jaar voor panden
van 0.50 tot 50.-12°A
50.— - 100.—
- 100.— - 150.—
- 150.en daarboven
De rente wordt voor alle panden berekend bij maanden en
lagen, van den dag der beleening tot en met dien der los-
singvolgens de daarvan op te maken interest-tabel.
Indien de rentevoor eene beleening verschuldigdminder
>ediaagt dan ééne centzoo wordt deze voluit aan de bank
jifcetaaldde breuken zijn wijders altijd ten voordeele van de
■bankwanneer zij een vierde cent te boven gaan.
Zijdie van het hulpkantoor gebruik niaken hetzij voor be
leening hetzij voor lossingbetalen een administratieloon
bedragende voor ieder pand beneden een gulden waarde 0.02'
en boven die waarde 0.05.
Art. 22.
De bank is* voor het publiek op alle werkdagen geopend
met uitzondering van den dagwaarop de verkooping der niet
afgeloste panden gehouden wordt en den daaraan voorafgaan-
den dag.
De uren van opening en sluiting worden in de instructie
voor de ambtenaren en beambten geregeld.
Deze uren worden op voor het publiek zichtbare wijze aan
de buitenzijde van het gebouw aangekondigd.
Art. 23.
De boeken en registersin het belang der goede admini
stratie noodig worden in de instructie voor de ambtenaren en
beambten omschreven.
Art. 27.
De panden worden met de meest mogelijke zorg bewaard
ten einde alle bederf of vermindering te voorkomen.
De bank is in geen geval verplicht hooger bedrag dan de
geschatte waarde der panden uit te keeren bij geheel verlies
of beschadiging.
Art. 28.
Alle aanspraak op schadevergoeding is verloren zoodra het
pand na gelost te zijn buiten de kantoren der bank is ver
voerd.
Art. 29.
Hij die een beleend pand wil lossen moet het beleenbriefje
inleveren met betaling van het verstrekte voorschot en de ver-
loopen rente.
Art. 30.
Ingeval van aangiftedat een beleenbriefje is verloren of
ontvreemd, zal de lossing aan den hojder van dat briefje kun
nen worden geweigerd.
Indien aangever en houder zich niet tot eene minnelijke
schikking kunnen verstaan zal de eerste gehouden zijnzich
binnen vijf dagen na de aanvrage tot lossing bij gerechtelijke
akte tegen de afgifte van het pand te verzetten bij gebreke
waarvan die afgifte aan den houder van het briefje zal geschie
den.
Art. 31.
De veilingen van niet afgeloste of opnieuw belegde panden
worden Iedere drie maanden in het openbaarten overstaan
van een der leden van de commissie, gehouden.
In de veilingsconditiën wordt de bepaling opgenomen, dat de
kooper boven den koopprijs 5daarvan voor onkosten betaalt.
Art. 32.
Indien een geveild pand niet opbrengt de beleeningssom en
verschenen rentebenevens voor zooveel verschuldigd het keur
loon kan het worden opgehouden teneinde in de volgende
veiling weder te worden aangeboden.
Art. 33.
Dit reglement treedt in werking op den ln Juli 1895.
De leden worden benoemd door den gemeenteraadvoor
den tijd van vijf jaren. Met 1 Januari van elk jaar treedt
een lid volgens daarvan op te maken roosteraf.
Jaarlijks vóór 1 November zendt de commissie aan den
Raad eene aanbeveling van minstens twee personen welke
door burgemeester en wethouders met een gelijk getal wordt ver
meerderd.
Het aftredend lid is weder benoembaardoch wordt bij
herbenoeming „jongste lid''.
Bij tusschentijds uitvallen van een der leden wordt de aan
beveling ter benoeming ten spoedigste opgemaakt en aan den
Raad ingezonden op de wijze, als bij periodieke aftreding is
bepaald.
De tusschentijds benoemde treedt af op het tijdstip waarop
zijn voorganger zou moeten aftreden.
Art. 4.
De commissie benoemt uit haar midden een onder-voorzitter
en een secretaris. De onder-voorzitter of het oudste lid dat
hem bij verhindering vervangt, roept de leden ter vergade
ring op.
Hij is bij afwezigheid van den burgemeester of het door
dezen aangewezen lid van het dagelijksch bestuur belast met
de leiding van de vergaderingen der commissie en met de uit
voering harer besluiten.
De burgemeester of het door dezen aangewezen lid van het
dagelijksch bestuur roept de leden der commissie ter vergade
ring opwanneer hij dit noodig acht.
Art. 5.
De commissie vergadert minstens eenmaal per maandop
tijd en plaats door haar zelve te bepalen.
Overigens regelt zij zelve de verdeeling harer werkzaamhe
den, die in een reglement van orde, door haar vast te stellen
en aan den gemeenteraad mede te deelenworden omschre
ven.
Art. G.
De leden der commissie van administratie nemen hunne
functiën waar zonder geldelijke belooning.
Voor kosten van vergaderingen wordt jaarlijks eene som op
de begrooting uitgetrokken.
Art. 10.
De eerste ambtenaar der bank voert den titel van directeur.
Hij wordt benoemd door den gemeenteraad. De commissie
zendt daartoe tijdig eene voordracht van drie personen in.
Hij kan ten allen tijde worden geschorst en ontslagen ge
schorst door burgemeester en wethouders en ontslagen dooi
den gemeenteraad in beide gevallen de commissie gehoord.
Art. 11.
De benoeming schorsing en het ontslag van alle overige
ambtenaren en beambteu geschiedt door de commissiede
directeur gehoord.
Van alle te dezer zake genomen besluiten wordt aan bur
gemeester en wethouders kennis gegeven.
Art. 12.
De directeur legt in handen van burgemeester en wethou
ders alle andere ambtenaren en beambten in handen van de
commissie den eed of de belofte af, dat zij getrouw en naar
behooren hunne bediening zullen waarnemengeen gelden of
giften van de pandgevers zullen vorderen inhouden of aanne
men boven hetgeen deze krachtens dit reglement, verschul
digd zijn en liet geheim bewaren omtrent de werkzaamheden
der bankuitgezonderd tegenover de commissie van admini
stratie en de justitie.
Art. 13.
Eene instructie, door den gemeenteraad vast te stellen de
commissie gehoord, regelt de werkzaamheden der ambtenaren
en beambten der bank.
Art. 14.
Jaarlijks in de maand Februari levert de commissie aan
burgemeester en wethouders een beredeneerd verslag omtrent
den staat der bank in. Zij zendt jaarlijks vóór den ln April
aan den gemeenteraad ter goedkeuring de rekening en verant
woording van de ontvangsten en uitgaven van het vorig dienst
jaar met de daartoe behoorende bescheiden.
Art. 15.
Bijlage tot het verslag dor handelingen va
Art 17.
I Het bedrijfskapitaal bestaat uit
a. het eigen fonds der bank voorgesproten uit makingen
n batige sloten der jaarlijksche rekeningen voor zoover deze
iet strekken tot aflossing van opgenomen gelden
b. fondsen opgenomen van de gemeente van andere inslel-
ngen of particulieren;
c. borgtochten door ambtenaren in contant geld gesteld en
t de kas der bank gestort.
Van het bedrag der sub c vermelde sommen wordt aan de
ichthebbenden eene jaarlijksche rente van 4 percent vergoed.
Art. 18.
De zuivere winsten der bank komen ten batehare verbe
en ten laste van de gemeente.
De uitkeering der zuivere winsten zal echter niet plaats heb-
en, zoolang de bank moet werken met bedrijfskapitaal, waar
oor rente wordt betaaald.
Art. 19.
den gemeenteraad te Leeuwarden, 1895. 3
Art. 24.
De tot pand aangeboden voorwerpen worden voor de bclee-
ning door de daartoe aangewezen ambtenaren geschat naar de
wezenlijke waarde.
Art. 25.
Aan den pandgever wordt een beleenbriefje uitgereikt
waarop vermeld worden de aard van het pand, de voorge
schoten som de dag der beleening en de geschatte waarde
voor het geval een minder bedrag genomen wordtdan waarop
het pand recht geeft.
Een duplicaat-beleenbriefjedaarvan afgekniptwordt aan
het pand vastgehecht.
Art. 26.
Het aan de pandgevers te verstrekken voorschot bedraagt
hoogstens voor goud en zilver 4voor alle andere voorwerpen
der geschatte waarde. De pandgever zal evenwel een min
der bedrag in voorschot kunnen ontvangen.
Boekdrukkerij van A. Jonybloed, te Leeuwarden