n Bijlage No. 9. Bijlage tot het verslag der handelingen van den gomeenteraad te Leeuwarden, 1895. VOORSTEL van burgemeester en wethouders tot wijziging der bepalingen, omtrent de toela ting van kinderen uit de ge meente Leeuwarderadeel tot het herhalingsonderwijs op gemeentescholen in de ge meente Leeuwarden. Mijne Heeren Tengevolge van de opheffing van de herhalingsschool met driejarigen cursus in deze gemeente is eene wijziging nooJza- kelijk van art. 2 der bepalingen, omtrent de toelating van kin deren uit de gemeente Leeuwarderadeel tot het herhalingsonder wijs alhier. Eene wijziging der redactie van dit artikel kwam ons tevens wenschelijk voor. Ook art. 4 kan eene geringe wijziging ondergaan. De woor den „loopenden en"die met het oog op de herhalingsschool met driejarigen cursus welke cursus liep van 1 April tot uit® Maart, in dit artikel waren opgenomen, kunnen nu vervallen. Wij ontwierpen een besluit tot wijziging van gemelde bepa lingen en zonden dit aan burgemeester en wethouders van Leeuwarderadeelmet verzoek ons te berichten, of zij genegen waren, dit besluit aan den raad hunner gemeente ter vaststelling voor te dragen. Bij missive dd. 7 Mei jl. no. 243 V deelen zij mede dat zij daartoe genegen zijn. Wij doen u hierbij opmerken datvolgens eene beslissing van den minister van binnenlandsche zaken van 24 April 1878, welke ter kennis van de gemeentebesturen is gebracht bij Prov. blad no. 59 van 1878, voor de wijziging van eene be staande gemeenschappelijke regeling, bedoeld bij art. 121 der gemeentewetgeene nieuwe voorafgaande machtiging wordt vereischt. Het nu te nemen besluit behoeft dus slechts de goedkeuring van Gedeputeerde Staten. Wij hebben alzoo de eer, u het volgend ontwerp-besluit ter vaststelling aan te bieden ONTWERP-BESLUIT. De raden der gemeenten Leeuwarden en Leeuwarderadeel Overwegende, dat het wenschelijk is, wijziging te brengen in de bepalingen omtrent de toelating van kinderen uit de ge meente Leeuwarderadeel tot het herhalingsonderwijs op ge meentescholen in de gemeente Leeuwarden; Gelet op het bepaalde bij de artt. 16 en 48 der wet van 17 Augustus 1878 (Staatsblad no. 127), in verband met art. 121 der gemeentewet; Gezien dc resolutie van Gedeputeerde Staten van Friesland dd. 26 October 1883 3e afd. S no. 29, waarbij tot gemeen schappelijke regeling dezer aangelegenheid machtiging is ver leend; Hebben besloten I. ter vervanging van art. 2 van voormelde bepalingen vast te stellen het volgend nieuw artikel 2: Jaarlijks vóór den 15 September zenden burgemeester en wethouders van Leeuwarderadeel eene opgave van de bij hen ingekomen aanvragen aan hunne ambtgenooten der gemeente Leeuwarden. Zij voegen daarbij eene lijst, vermeldende a. de namen en den ouderdom der kinderen, wier toelating wordt verlangd. b. de namen hunner ouders of voogden. c. de school, die de kinderen hebben doorloopen. Later ingekomene aanvragen worden ter zijde gelegd. II. in art. 4 te roieeren de woorden „loopenden en". Gedaan ter raadsvergadering van den 28 Mei 1895 door Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden VAN HARINXMA, Burgemeester. P. A. BERGSMA, Secretaris. Boekdrukkerij van A. Jongbloed te Leeuwarden.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1895 | | pagina 39