2
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, 1895.
scheidenheid behandelenzoo noodig de vereischte hulp en
bijstand verleenen en tevens zorgen dat bij het opendraaien
der brug de aanwezige afsluitingen aan beide einden der brug
worden aangebracht.
De pachter mag
dan nadat de doorvaart
of van wege den directeur der gemeentewerken minstens een
viertal bijtenieder groot een meter in het vierkant in het
bij de brug gelegen vaarwater aan te brengen het materieel
daarvoor wordt hem van wege de gemeente verstrekt
f. dat alle vuilkrengen of andere onreinhedenwelke in
het water tegen den draaipijler, de landhoofden of de vleugel-
1 muren mochten drijven of vastzitten weggenomen (het zuive
ren der opgaande muren van vleugelslandhoofden en pijler
i van gras of ander groen aanzetsel is mede hieronder begre
pen) dat van de bovenvlakken van den draaipijler en der voor
sprongen van de landhoofden geregeld het stof en vuil wordt
verwijderd;
g. dat nooit eenig voorwerp hetzij houtpuin of kiezel
steen zich tusschen brug en landhoofd bevindtwanneer de
de brug ^in geopenden stand niet sluiten ^rug moet worden opengedraaid;
h. dat het brugdek twee maal per jaar met carbolineum
Art. 9.
De pachter mag niet dan in de uiterste noodzakelijkheid
meer dan twee vaartuigen doorlaten alvorens aan de voetgan
gers en rijtuigen gelegenheid te geven te passeeren door de
brug dicht te draaien en op te zetten.
Art. 10.
heeft plaats gehadmet dien ver
stande dat hij de sluiting begintzoodra de mogelijkheid Hansa wordt ingesmeerd waartoe het materiaal hem van ge-
bestaat om met de brug de achtersteven van het doorgaande meentewege zal worden verstrekt;
vaartuig te volgen en moet daarbij zorg dragen dat dit zoo
wel bij het openen als bij de sluiting met voorzichtigheid ge
schiedt en dat er zich niemand op de brug begeeftzoolang
ze niet is opgezet.
Des nachts moet hij de brug vastzetten en zorgen, dat deze
buiten zijn toedoen niet geopend kan worden alsdan mogen
geene losse gereedschappen op de brug aanwezig blijven.
Art. 11.
De pachter moet van elke overtreding der rijks-, provin
ciale of gemeentelijke verordeningen betrekkelijk de voertuigen
of de scheepvaart bij het gebruik van de brugalsmede
van de beschadiging daaraan of aan de bijbehoorende werken,
dat het bij de brug behoorend vaartuig met ladder en hoo
rnen goed bewaard schoongehouden en op geschikte plaatsen
worden vastgelegd;
De overige voorwerpen voor het schoonhouden der brug en
omgeving worden door den pachter bekostigd.
Wanneer bij onderzoek wordt bemerkt, dat het onderhoud
van het bovengenoemde naar het oordeel van den directeur der
gemeentewerken te wenschen overlaatzal de pachter daarvoor
worden beboet met vijf gulden voor ieder verzuim, en zoo daar
door defecten of gebreken ontstaan, de herstellingen voor zijne
rekening worden uitgevoerd.
Art. 13.
De pachter van de brug over het Nieuwe Kanaal in den
onverwijld proces-verbaal opmaken en aan den commissaris Qrachtswal is verplicht de aan de gemeente behoorende woning
uin nAlitio r) n rui r»ü7Arrrün in linl linlotn /.mm 1 1 t I a
van politie doen bezorgenin het laatste geval geeft hij te
ven« den directeur der gemeente .verken daarvan kennis.
Bij verzuim van een en ander en indien de schade, door j huursom
plaatselijk gekwoteerd Achter de Hoven no. 75, die tijdelijk als
woning voor dien pachter bestemd is te huren tegen eene
van één gulden per week, terwijl de pachter van de
aanvaring veroorzaaktheeft plaats gehad door liet niet tijdig ,)rug over het Nieuwe Kanaa| in den weg Achtei. Je HoV(jn
opendraaien der brug, zullen de kosten van herstelling op den L,ïeneens verplicht is, de bij die brug staande woning plaatse
pachter worden verhaald. 'il1 bekend Achter de Hoven no. te huren voor eene huursom
De pachter kan zich in dit geval met beroepen op de be- van ,,én gul(ien per week
paling van art. 9. Het is den pachter niet geoorloofd, in het door hem bewoonde
I huis eenig bedrijf of nering uit te oefenen kolfie, bier of wijn
1 te schenkennoch is het hem veroorloofd een gedeelte daarvan
aan anderen te verhuren.
Art. 14.
De pachter moet zorgen
a. dat het brugdek de goten en voetpaden de leuningen
en de lantaarnkolommen, benevens de buitenzijden en de on
derzijde der brug ten allen tijde ten genoegen van den direc
teur der gemeentewerken worden schoon gehouden
b. dat de vetpot boven de spil ten allen tijde van consistent verregaar|de nalatigheid van den pachter de pachtovereenkomst
vet is voorziendat dagelijks het deksel van die vetpot eenige
Verpachters zijn bevoegd om ter zake van wangedrag of
slagen wordt aangedraaid zoonoodig wordt gevuld en dat die
toestellen iedere veertien dagen worden uitgenomen en gerei-j
nigd;
c. dat iedere week de tandringen en windwerken voor het
draaien en opzetten de excentriekensectoren de spillen dei-
rollen, de loopwielen enz., kortom alle beweegbare deelen wor-1
den nagezienschoongemaakt en gesmeerd daar waar vetpot-
ten zijn aangebracht door het aandraaien der deksels en vul
len der potten het benoodigde vet voor de sub b en c be
doelde werkzaamheden wordt hem op aanvrage van wege de ten eene boete van tien gulden ten voordeele der gemeente.
te ontbinden en in de bediening der brug te voorzien op de
wijze, zooals zij zullen vermeenen te behooren, onverminderd
het recht der verpachters om de schade, die tengevolge van
dat wangedrag of die nalatigheid van den pachter aan de brug
mocht zijn toegebracht, op hem te verhalen.
Art. 15.
De pachter verbeurt voor elke overtreding der bij artt. 5
0, 7, 8, 9, 10, 11 en 12 gemaakte bepalingen en voorschrif-
gemeente verstrekt;
d. dat de bestrating ter lengte van 10 meter aan weêrszij- hoogste ressort,
den van de brug altijd schcon zij;
e. dat na gevallen sneeuwijzel, rijp of hagel het brugdek,
de goten de voetpaden en verdere omgeving der brug wor-1
den schoongemaakt en bij vorstig weer dit allesbenevens
de bestratingen over eene lengte van 10 meter ter weers
zijden van de brug met zand worden bestrooid dat hem op
aanvraag van wege de gemeente wordt verstrektterwijl het
tevens tot zijne verplichting behoort, volgens aanwijzing door
Burgemeester en wethouders beslissen dienaangaande in het
Art. 10.
De pachter doet afstand van alle aanspraak op schadeloos
stelling, door welk toeval ook hem gedurende den pachttijd schade
zij toegebracht, behoudens de vergoeding bij stremming der door
vaart door de brug bij art. 3 bepaald.
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, 1895.
3
Art. 17.
De pachter is gehoudenvoor de voldoening der pachtsom
en de naleving dezer voorwaarden een of meer borgen te stel
len.
De borg of borgen moeten zijn ten genoegen van verpach
ters en doen afstand van de voorrechten van schuldsplitsing
en uitwinning, aannemende en zich verbindende om bij nala
tigheid van den pachter in de nakoming der op hem rus
tende verplichtingen als principalen pachter te zullen op
treden.
Art. 18.
Indien een pachter gedurende den pachttijd mocht overlijden,
zullen zijn borg of borgen verplicht zijn iemand in zijne plaats
te stellen ter goedkeuring van de verpachters.
Art. 19.
Verpachters behouden zich het recht voor, de pacht te gun
nen aan zoodanigen inschrijver als zij zullen verkiezen of in
het geheel niet te gunnen, zonder deswege eenige opgave van
redenen te doen.
Art. 20.
Op de op zegel geschreven inschrijvingsbiljetten moet duide
lijk zijn uitgedrukt voor welke brug wordt ingeschreven.
De op deze verpachting vallende zegel- en advertentiekosten
komen ten laste van de pachters en moeten bij verteekening
van het contract worden betaald.
Boekdrukkerij van A. Jongbloed te Leeuwarden.