4
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden 1896.
BEPALINGEN omtrent do wijze waar
op en voorwaarden onder welke
ter bebouwing worden uitgegeven
de daarvoor door den raad der
gemeente Leeuwarden bij zijn be
sluit van 2 Maart 1896, no. 3, aan
gewezen terreinen, uitmakende de
blokken I IX van het grondplan
voor de uitbreiding van het be
bouwd gedeelte dier gemeente,
gelegen ten noorden en ten zuiden
van het Nieuwe Kanaal, tusschen
de beide daarover liggende brug
gen
Aanwijzing der perceeien.
Art. 1.
De uit te geven bouwterreinen zijn aangewezen op de bij
deze bepalingen en voorwaarden bchoorcnde lijst en situatie-
kaarten.
Wijze van uitgifte.
Art. '2.
De terreinen worden met inachtneming van de minimum
prijzen, vermeld op de in artikel 1 bedoelde lijst, uitgegeven in
koop of in altijddurende erfpacht.
Art. 3.
De in artikel 1 bedoelde lijst zal van de nog niet ver
kochte of niet in erfpacht uitgegeven perceeien herzien en
door den gemeenteraad gewijzigd kunnen worden, voor het
eerst met ingang van 1 Januari 1899 en daarna telkens om
dc drie jaren.
Art. 4.
De gelegenheid lot het aanvragen van gedeelten der aange
wezen terreinen op de bepaalde voorwaarden wordt open
gesteld den
Art. 5.
De op zegel geschreven on door gegadigden onderteekende
aanvragen, ingericht overeenkomstig het daarvoor, tegen beta
ling der kosten van het zegelaan de secretarie der gemeente
verkrijgbaar modelmoeten aan burgemeester en wethouders
ingezonden en in eene daartoe ter secretarie geplaatste geslo
ten bus bezorgd worden.
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, 1896.
5
Art. 6.
De opening der in het vorig artikel bedoelde bus en de be
handeling der alsdan daarin voorhanden aanvragen heeft voor
de eerste maal plaats op Zaterdag den
189G en vervolgens om de acht dagen telkens in eene open
bare vergadering van burgemeester en wethoudersdes na
middags te drie uur.
Art. 7.
De perceeien worden respectievelijk aan de aanvragers of
in het geval bedoeld bij art. 8aan den hoogsten bieder of
bij het lot aangewezen aanvragervoorloopig door burgemees
ter en wethouders in koop of in altijddurende erfpacht toe
gewezen.
De provisioneele koopers moeten binnen acht dagen
nadat de voorloopige toewijzing ter hunner kennis is gebracht,
ter secretarie der gemeente bij eene op zegel gestelde verkla
ring doen blijken of zij de hun toegewezen terreinen provi
sioneel in koop of erfpacht aannemen.
Bij gebreke van die kennisgevingwordt de verkrijger ge
acht gekocht te hebben tegen betaling van de koopsom inéén
termijn.
Blijkt hij aan wien het perceel provisioneel werd toegewe
zen dit in altijddurende erfpacht te willen ontvangendan
wordt de jaarlijksche erfpachtsom berekend naar vier een
tweede procent van de geboden koopsom.
Burgemeester en wethouders hebben het rechteen aange
vraagd terrein niet te gunnen indien zij oordeelen
a. dat de uitgifte van de aangevraagde oppervlakte nadee-
lig is voor de goede bebouwing van het geheele terrein, of
b. dat de aard of bestemming der te stichten gebouwen
merkelijk gevaar of hinder voor de naastliggenden zou kunnen
doen ontstaan.
Art. 8.
Indien op de in artikel 6 vermelde tijdstippen twee of
meer aanvragen om eenzelfde gedeelte van een terrein in de
bus worden gevondenzal aan de betrokken aanvragers op
nader door burgemeester en wethouders aan te wijzen dagen
uurde gelegenheid worden gegeven om ten overstaan van
het college voor bedoeld gedeelte tegen elkander op te bieden.
De opbieding, welke door de aanvragers in persoon of door
schriftelijk gevolmachtigden moet geschieden, heeft plaats bij
wijze van verhooging der koopsom per centiare bij geen la
gere sommen dan van vijf cents.
Do door twee of meer aanvragers begeerde oppervlakte wordt
aan den hoogsten bieder toegewezen.
Indien verschil mocht ontstaanwie het eerst geboden of
gemijnd heeft, beslist de oproeper, aan wiens uitspraak be
langhebbenden zich onvoorwaardelijk moeten onderwerpen.
Wanneer de betrokken aanvragers de door hen geboden
sommen voof de betwiste terreinen niet verhoogenwordt
door het lot beslist, aan wien van hen dat terrein provisioneel
in koop zal worden toegewezen.
De wijze van loting wordt door burgemeester en wethouders
bepaald.
De aanvragerdie het door hem begeerde terrein niet in
zijn geheel kan bekomenwordt desvcrlangd van zijn bod ont
slagen.
Art. 9.
Wanneer burgemeester en wethouders vóór de provisioneele
toewijzing het noodig achten, dat door de aanvragers eene
schriftelijke verklaring wordt overgelegd van één of meer bij
hun college als genoegzaam solvabel bekende personen, waar-