6 Bijlage tot verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, 1896. bij deze zich ten behoeve van de aanvragers hoofdelijk tot borg of borgen stellen voor de richtige naleving der bij even- tueele toewijzing, als voren is bedoeld op hen rustende ver plichtingen, zal daaraan door de aanvragers onmiddellijk moeten worden voldaan. Art. 10. De provisioneele koopers of erfpachters moeten, binnen twee maal vier-en-twintig urennadat zij van de voorloopige gun ning kennis hebben bekomen, ten kantore van den gemeente ontvanger als waarborgsom storten vijf procent van den koop prijs. Deze waarborgsom wordt aan de koopers teruggegeven, wan neer zij aan de bepalingen, bij de artikelen 11 tot en met 20 omschreven, zoover van hen afhankelijk, hebben voldaan. Voorwaarden te verbinden aan de uitgifte. A. Van bouwkundigen aard. Art. 11. De op de blokken 1, 111, IV, VI, VII, VIII en IX te stich ten woonhuizen moeten voor het door één gezin te bewonen gedeelte ten minste eene oppervlakte hebben van 50 meter. De vertrekken mogen geen minder verdiepingshoogte hebben dan 3.50 metergemeten tusschen bovenkant vloer en onder kant balklaag of plafond. Burgemeester en wethouders kunnen afwijking toestaan voor huizen of gedeelten daarvan, die door één gezin zullen bewoond worden en meer dan twee kamers hebben. Art. 12. De rooilijn voor de bebouwing der blokken I—IX is bepaald als volgt: voor de blokken I, VII, VIII oostelijk, IX westelijk langs den weg; voor de blokken UI, IV, VI, VIII behalve oos telijk IX behalve westelijkop 5 meter uit en evenwijdig aan den weg; voor de blokken II en V op 10 meter uit den zuide lijk daaraan grenzenden weg. De grens van de wegen wordt op het terrein door piketten aangegeven. Art. 13. De richting van de scheiding tusschen twee perceelen wordt bepaald door de loodlijn, getrokken op de as van den weg, die in artikel 12 voor de richting der rooilijn is aan gegeven. Bij gebogen richting wordt de loodlijn getrokken op de raaklijn aan de boog. Op de blokken I tot en met VIII moet steeds de volle diepte gekocht of in erfpacht genomen worden op blok IX wordt deze diepte door burgemeester en wethouders bepaald. De westelijke grens van blok VIII is recht en ligt op 21 meter afstand van- en evenwijdig aan den oostelijk daarvan aan te leggen weg en zijn verlengde in nooidelijkc richting. Langs dezen grens moeten de eventueele koopers binnen drie maanden na het sluiten der akte geheel op eigen kosten eene schutting plaatsen en onderhoudenals in art. 24 is om schreven. In deze schutting mogen geene deuren of andere openingen zijn. Art. 14. De te stichten gebouwen moeten aan de zijde van den weg eene breedte hebben als volgt op blok I van ten minste 7 meter. blokken II en V van ten minste 10 meter. IIIIV VI en VII van ten minste 5 meter. VIII en IX langs den geprojecteerden weg naar Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, 1896. 7 Achter de Hoven en langs den weg Achter de Hoven van ten minste 7 meter overigens van ten minste 5 meter. Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere omstan digheden afwijking van deze bepaling toestaan. De bovenkant van den vloer van den beganen grond in de tot woning in te richten gebouwen moet ten opzichte van de as van den vóórliggenden weg eene hoogte hebben voor diewelke onmiddellijk aan den weg staan van ten minste 0.25 meter. voor die, waarvan de rooilijn is bepaald op 5 meter uit den weg, van ten minste 0.45 meter. c. voor die, waarvan de rooilijn op 10 meter uit den weg is bepaald, van ten minste 0.65 meter. De hoogte van de wegen wordt bepaald in de bestekken waarnaar de aanleg daarvan wordt aanbesteed. Art. 15. De niet te bebouwen oppervlakte tusschen de rooilijn en den weg op de blokken IIIIV VIVIII en IX moet als tuin of grasveld worden aangelegd en onderhoudendaarop mogen geene veranda's, tuinhuizen of andere getimmerten geplaatst worden en geene bouwmaterialen of andere voor werpen worden gelegd. Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen toestemming geven tot het bestraten of hard maken van genoemde oppervlaktenen afwijkingen veroorlooven van de voorschriften, in art. 18 voor de af scheidingen voorgeschreven. Art. 16. Op de blokken I, III, IV, VI, VII, VIII en IX mogen geene andere dan aaneengesloten huizen gebouwd worden. Burge meester en wethouders kunnen afwijking toestaan voor tuin aanleg öf voor toegangen naar het achtergelegen erf of tuin. Wanneer de open te houden ruimte meer breedte krijgt dan 2 meter, moet het naast te bouwen huis eveneens ten minste twee meter uit de scheiding blijven en mogen aan die zijde geene blinde muren worden gebouwd. Indien het naastliggend perceel niet meer aan de gemeente behoort en onder conditie van aan de grens bouwen is ver kocht of in erfpacht uitgegeven mag daartegen geen ruimte gelaten worden van meer dan 2 meter breedte. Art. 17. Op de blokken II en V worden de terreinen uitgegeven over de geheele diepte der blokken lei breedte van minstens het dubbele van het daarop te stichten hoofdgebouw, waarvan de oppervlakte niet kleiner mag zijn dan 100 vierkante meter. Deze hoofdgebouwen mogen geene blinde gevels hebben en voor hoogstens twee gezinnen worden ingericht en gebruikt zij moeten als één geheel met den omringenden grondals tuin aangelegd en onderhouden, gebruikt worden. Bijgebouwen moeten door hetzelfde gezin of dezelfde gezinnen en gelijk tijdig met het hoofdgebouw gebruikt worden zij mogen slechts worden opgericht met vergunning van en op de plaatsen door burgemeester en wethouders aangewezen. Art. 18. De terreinen, waarop de huizen niet onmiddellijk aan den weg gebouwd mogen wordenmoeten zoowel langs den weg als, tot over een afstand van 5 meter achter de rooilijn, langs de naastliggende terreinen, afgesbten worden met ijzeren hekken. Op de blokken II cn V moeten, langs alle wegen en op de scheidingen tusschen de perceelen over 15 meter uit de we gen, ijzeren hekken worden geplaatst.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1896 | | pagina 34