Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Lmnvardfii, lS'.Hi.
Dc teekening en de wijze van samenstelling van de ijzeren
hekken zijn onderworpen aan de goedkeuring van burgemeester
en wethouders.
Art. 19.
In de koop- of erfpachtakte zullen worden opgenomen dc be
dingen inartt. 11 toten met 18 vermeld; deze bedingen worden
als zakelijke lasten op het verkochte of in erfpacht uitgegevene
gevestigd ten behoeve van het naastbijgelegen eigendom van
de gemeente in elke akte bij kadastrale omschrijving aan te
duiden.
De koopers of erfpachters en alle volgende rechtverkrijgenden
zijn, op stralïe van verbeurte eener boete, ten bedrage van de
koopsom of twintigmaal de jaarlijksche pachtten voordeele
van de gemeente, verbonden deze bepalingen na te leven en die
bij overdracht hunner rechten, in de akte van overdracht op
te nemen.
Bovendien heeft de gemeente het recht om, wegens de niet
naleving dezer bepalingen, de ontbinding der koop of de ver
vallenverklaring van liet erfpachtrecht te vorderen.
Art. 20.
De teekeningen van de te stichten gebouwen en van de af
sluitingen der open terreinen moeten door burgemeester en
wethouders zijn goedgekeurdvóórdat met de uitvoering van
het werk wordt aangevangen deze teekeningen moeten met
betrekking tot den plattegrond, op een honderdste en, tot den
opstand en een of meer doorsneden, op eenvijftigste der ware
grootte vervaardigd zijn.
Wanneer blijkt, dat bij de uitvoering de teekeningen met
zijn gevolgd vervaltzonder voorafgaande sommatie tot in-
moraslelling, de koop of erfpacht, en blijft dc waarborgsom, in
artikel 10 omschreven het eigendom der gemeente.
Art. 21.
De gebouwen moeten binnen vijf jaren voltooid zijn te
rekenen van de dagteekening van de akte van koop of erf
pacht voor iedere maand later verbeurt de kooper of erf
pachter eene boete van vijf procent van den koopprijs of het
bedrag van één jaar erfpacht van het terrein.
Art. 22.
De verkrijger is verplicht, van zijn terrein een of meer riolen
aan het door de gemeente in den publieken weg te leggen riool
te doen aansluiten. Zij moeten, binnen het bouwterrein, wal
ligging, afmetingen en constructie betreft onder toezicht van het
gemeentebestuur worden gemaaktvolgens door burgemeester
en wethouders te stellen voorwaarden. Buiten het bouwterrein
geschiedt de aanleg door dc gemeente op kosten van den eige
naar of erfpachter.
Zoodanige riolen mogen niet dienen tot loozing van fae-
cale stoffen.
Art. 23.
De terreinen, welke geheel of gedeeltelijk niet de hoogte
hebben van den beganen buitengrond tegen de trottoirs, moe
ten door de koopers of erfpachters op hunne kosten tot die
hoogte gebracht worden.
Met toestemming van burgemeester en wethouders kan van
deze bepaling worden afgeweken.
Art. 24.
Voor zooverre in de voorgaande artikelen niet anders is be-
Bijlage tot het veislag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, 1896.
9
paaldzal voor de toepassing van art. 690 van het Burgerlijk
Wetboek de hoogte der muren of heiningen, van welken aard
ookdienende tot scheiding van opene naburige ervenwor
den bepaald op een meter en negentig centimeter. Inge zal
eigenaren van nevens of achter elkander gelegen perceelen het
over de wijze van afscheiding dier perceelen niet eens kunnen
worden moet zoodanige scheiding op gemeene kosten gemaakt
en onderhouden worden, en bestaan uit het vroeger beschreven
ijzeren hek en overigens eene houten schutting, hoog een meter
en negentig centimeter, gemeten uit den gemiddelden bovenkant
der nevens elkander gelegen opene erven. Die schutting moet
worden gemaakt van vuren plankenzwaar drie centimeter,
behalve de grondplank, welke van amerikaansch greenen hout
moet zijn allen gespijkerd tegen palen van amerikaansch gree
nen hout, zwaar tien bij vijftien centimeter, lang drie meter
tien centimeter die op afstanden van twee meter en om den
anderen op ieders erf moeten geplaatst worden.
De schuttingen en palen moeten aan alle kanten tweemalen
worden gegrondverfd.
Wanneer aan de eene of andere zijde van een terrein een
ijzeren hek of schutting of een gedeelte daarvan bestaat,
moet de kooper of erfpachter dc helft der waarde van het be
staande aan den eigenaar daarvan vergoeden en voor de helft
in het voortdurend onderhoud er van bijdragen.
Indien partijen het over de waarde van bestaande afschei
dingen niet eens kunnen worden zullen zij ten hunnen koste
die waarde doen bepalen door drie deskundigen ter weder
zijde een en de derde door den kantonrechter te benoemen.
Art. 25.
De eigenaren der op de terreinen te stichten gebouwen zijn
gehouden te dulden, dat daaraan al dc toestellen voor straat
verlichting, voor brandweer, voor waterleiding en voor de be
naming der wegen worden aangebracht, welke burgemeester
en wethouders noodig oordeelen.
B. Betrekkelijk de betaling der koopsommen en erfpachten.
Art. 26.
De koopsommen moeten ten kantore van den gemeente
ontvanger worden betaald in één termijn twee maanden na
de verteekening der koopakte of in twee termijnen in welk
geval de helft op gemeld tijdstip de wederhelft zes maanden
later zal worden betaald.
Van de wederhelft zal eene rente worden betaald naar
vier ten honderd in het jaar ingaande twee maanden na de
verteekening der koopakte en loop zullende houden tot de
koopprijs geheel is voldaan.
Dc koopers mogen zonder toestemming van burgemeester
en wethouders van deze termijnen niet afwijkenblijven zij
in dc voldoening van den eersten termijn nalatig dan is het
verschuldigde met dc renten dadelijk in zijn geheel invorder
baar.
Het enkel verloop van den termijn zal tot ingebrekestelling
voldoende zijn.
Indien de koopers verlangen, de geheele koopschat uiterlijk
twee maanden na de verteekening der koopakte in eens te
betalenmoeten zij van dat verlangen binnen vier weken na
de verteekening der koopakte schriftelijk kennis geven aan
burgemeester en wethouders.
Art. 27.
Op het uitgeven in erfpacht zijnbehalve de reeds ge
melde bepalingen van toepassing de bepalingen van artt.
767 tot en met 775 en 777 tot en met 783 van het Burgerl.