Bijlage No, 16. Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden1896. VOORSTEL van de commissie voor het ontwerpen van strafveror (leningen tot wijziging van de verordening op het bouwen en op het inrichten van woningen. De commissie voor het ontwerpen van strafverordeningen heeft, naar aanleiding van de in hare handen gestelde verzoe ken, door de vereeniging ter bevordering van volksgezondheid aan burgemeester en wethouders en door de commissie uit de algemeene vergadering van buurtbezoekers met de voogden der stads armenkamer den 9 Maart 1896 aan den raad ingediend, de eer Uw college het volgende te doen opmerken. Terwijl het eerstgemeld verziek onbewoonbaar verklaard wil zien alle woningendie niet in het bezit zijn van goed drinkwater strekt het tweede verzoek om tegenover den raad de wenschelijkheid uit te spreken, artikel 14 der verordening op het bouwen en op het inrichten van woningen van 13 Maart 1888 (Gemeenteblad 1888 no. 6) in dien zin te wijzigen, dat als positieve eischen voor de bewoonbaarheid van elke woning worden gesteld, dat deze heeft a. voldoend drinkwater; b. voldoende gelegenheid tot afleiding van hemel- en me nagewater c. eene voldoende inrichting tot verzameling van faecaliën. Dit tweede verzoek omvat het eerstgenoemde. Wij kunnen dus volstaan met de behandeling van het verst strekkende. Aan dat verzoek nu gaat vooraf eene uiteenzetting van het gevoelen der commissie. Zeer terecht, stelt zij, naar onze overtuiging, op den voor grond dat hoe wenschelijk het ware, dat alle woningen aan de genoemde eischen voldeden het niet aangaatvoor nieuw te stichten en voor oude woningen dezelfde eischen te stellen met dien verstande dat alle woningen aan die eischen niet voldoende, op een gegeven oogenblik onbewoonbaar verklaard en ontruimd zouden moeten worden. Deze onderscheiding, die ten grondslag ligt aan de bestaande verordening, moet, naar ons ooi deel, behouden blijven. Voor de nieuwe woningen gelden de artikelen 1 tot en met 13, en speciaal de artikelen 9, 10 en 11 stellen voor deze woningen de eischen, die de requestreerende commissie, als orgaan van de genoemde algemeene vergadering, voor de oude woningen gesteld wil zien. Strenge handhaving zoo noodig wijziging en verscherping van deze bepalingen moeten den waarborg schenken, dat in de toekomst alle woningen aan de billijke eischen der hygiëne zullen voldoen. Eene niet al te angstvallige opvatting van de thans voor de oude woningen geldende bepalingen omtrent onbewoonbaarver klaring, die er toe leidt, dat het niet voldoen aan de gewenschte eischen der hygiëne kan worden begrepen onder „de andere oorzaken", in artikel 14 uitdrukkelijk, zonder eenige beperking genoemdkan er zeker toe medewerken om hetgeen vroeger verzuimd is te verbeteren en in te halen maar de bepalin gen voor nieuwe woningen toepasselijk te verklaren op alle bestaande schijnt ons toe practisch onuitvoerbaar te zijn. Werd de maatregel toegepast, dan zou de gemeente wel ver plicht zijn, in de plaats van alle onbewoonbaar verklaarde oude woningen nieuwe te stichten en te exploiteeren, teneinde te Boekdrukkerij van A. voorkomen, dat het slechtst gehuisveste deel der bevolking een voudig dakloos zou worden. Dit laatste geldt vooral voor den eisch, dat iedere woning eene voldoende inrichting tot verzameling van faecale stoffen zou moeten bezitten in de oude buurten ontbreekt daarvoor dikwijls de ruimte, daarom schijnen de publieke privaten in de naaste toekomst nog een noodzakelijk kwaadimmers het staat niet in de macht van het gemeentebestuur, de ontbrekende ruimte te creëeren. De eisch, dat iedere woning in het bezit behoort te zijn van goed en voldoend drinkwater, is mede aan groole practische bezwaren onderheven. Wordt zij gestelddan zal bij onbewoonbaarverklaring van woningen, waarlangs de waterleiding niet is aangelegdindien de eigenaren zich bereid verklaren, die woningen aan de wa terleiding aan te sluitende gemeente verplicht zijn, zorg te dragen, dat de gelegenheid tot aansluiting worde gegevenen dit kan in sommige gevallen met het oog op artikel 7 der concessie-voorwaarden, een zeer kostbare maatregel zijn. Ook zal het onderzoek, of het drinkwater goed en voldoende aanwezig is, zeer omslachtig en kostbaar zijn. Immers, zal de eisch niet alleen op papier gesteld, maar in werkelijkheid ge handhaafd en uitgevoerd worden dan dienen de regenbakken en andere middelen van verzameling van drinkwater nu en dan behoorlijk nagezien en het water zelf onderzocht te worden. Intusschen mogen deze bezwaren, naar onze overtuiging, den raad niet weerhouden, ait. 11 der aangehaalde verordening met dezen eisch aan te vullen. Na al hetgeen over deze kwestie reeds in den raad is voor gevallen, meent de commissie zich te kunnen onthouden van het opsommen der groote voordeelen, aan den maatregel ver bonden, en te mogen verwijzen naar de nota, door den voor zitter van den raad den 23 November 1892 ingediend waar van wij een exemplaar bij dit advies overleggen. Alleen wijzen wij er nog op, dat het kosteloos verstrekken van water uit de standpijpen met de wijziging der verordening moet eindigen, en dat daarom het inwerkingtreden der wijziging eerst na verloop van een vrij langen termijn kan plaats vinden. Wat eindelijk aangaat den eisch, dat elke woning moet zijn voorzien van behoorlijke middelen van afvoer voor hemel- en menagewater is onze commissie van oordeel, dat de betrekke lijk geringe uitgaven die het voldoen aan dezen eisch mede brengt, tegen de toepassing weinig bezwaar oplevert. Hoewel deze eisch kan worden geacht, in art. 14 dervigee- rende verordening gesteld en begrepen te zijn onder de „an dere oorzaken", schijnt het ons raadzaam, bij deze gelegenheid dat artikel ook in dit opzicht duidelijk te doen spreken. Op grond van een en ander heeft onze commissie de eer aan den raad voor te stellen, te besluiten alinea 1 van arti kel 14 der verordening van 13 Maart 1888 (Gemeenteblad van 1888 no. 6) te doen vervangen door de volgende bepaling: „Indien burgemeester en wethouders eene woning, hetzij wegens gebrekkige inrichtingonvoldoenden staat van onder houd gebrek aan vrije toetreding van lucht of lichtgebrek aan goed en voldoend drinkwater gemis van behoorlijke mid delen van afvoer van hemel- en menagewater, hetzij wegens andere oorzaken, voor de gezondheid der bewoners nadeplig of voor het leven van dezen gevaarlijk achten stellen zijmet opgaaf van redenen, den raad voordie woning onbewoonbaar te verklaren/' Voorgesteld ter raadsvergadering van 9 Juni 1896. De commissie voor het ontwerpen tan strafverordeningen VAN HAR1NXMA. A. DUPARC. J. L. VAN SLOTERD1JCK. J. C. MEIJER. VAN KETWICH VERSCHUUR. nabloed te Leeuwarden.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1896 | | pagina 48