PLAN VAN GELDLEENING.
2
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden 189G.
1893, no. 4, groot ƒ624,000, afgesloten tot een bedrag van
ƒ494,000 en
d. dieaangegaan krachtens raadsbesluit van 24 Maart
1891 no. 8tot een bedrag van ƒ165,000, thans nog per
resto bedragende 161,000,
wat de leeningen sub b c en d betreft met dien veistande,
dat de obligation die niet op 1 October 1896 ter verwisseling
zullen worden aangeboden respectievelijk in October 1896 en
in Februari en Maart 1897 ter aflossing zullen worden aan
gekondigd en respectievelijk op 1 Januari1 Mei en 1 Juli
1897 zullen worden afgelost, een en ander overeenkomstig de
betrekkelijke plans van leening.
III. Tot het vinden der middelen voor deze buitengewone af
lossingen voor aflossing van bij de spaarbank te Leeuwarden
geleende gelden ten behoeve der bank van leeningalsmede
ter bestrijding van buitengewone uitgaven en ter aflossing van
tijdelijke geldleeningen aangegaan in 1894 en 1895, aan te
gaan eene geldlecning van 2,480,000 tegen eene rente
van drie ten honderd in het jaar.
IV. Voor deze leening vast te stellen het hierbij gevoegd
plan.
V. Ons te machtigen, met de heeren A. Oppenheim te
's Gravenhage en A. Bloembergen en Zonen te Leeuwarden
eene overeenkomst aan te gaan lot het overnemen der leening
volgens de door hen overgelegde hierbij gevoegde voorwaarden,
doch met wijziging van het daarin vermelde bedrag der leening,
terwijl in die overeenkomst mede zal moeten worden opgeno
men de bepaling dat genoemde heeren zich verbinden, om het
bedrag van de met 1 October niet geconverteerde obligatiën
geheel of ten deele in depót te nemen tegen onderpand van
courante effecten met behoorlijk surplustegen eene rente
naar 3in het jaar tot den tijd, dat de aflossing dier obli
gatiën kan geschieden.
VI. Ons uit te noodigen op de besluiten sub II tol en met
V de goedkeuring te vragen van heeren Gedeputeerde Staten
dezer provincie.
Leeuwarden, den 13 Juni 1896.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden
VAN HARINXMA Burgemeester.
P. A. BERGSMA Secretaris.
Art. 1.
Deze leening wordt aangegaan tot een bedrag van twee mil-
lioen vierhonderd tachtig duizend gulden (f 2,480,000),
tegen eene rente van drie ten honderd in bet jaar.
Zij is verdeeld in obligatiën van 1000.— gesteld op naam
of aan toonder, ter keuze van den inschrijver.
De obligatiën kunnen op verlangen van den inschrijver wor
den gesplitst in onderdeden van ƒ500.— en 200.—. De
gesplitste obligatiën ontvangen eenzelfde nummer, doch wor
den onderscheiden door bijvoeging van een der eerste letters
van het alphabet.
Art. 2.
Bij elke obligatie wordt afgegeven een stel halfjaarlijksche
coupons, verschijnende 1 April en 1 October.
Verder wordt bij elke obligatie een bewijs gevoegd voor
het kosteloos bekomen van nieuwe coupons.
Art. 3.
Het bedrag der rente en aflossing wordt jaarlijks op de be
grooting der inkomsten en uitgaven van de gemeente gebracht
en uit de gewone inkomsten der gemeente bestreden.
Art. 4.
De deelneming in deze leening geschiedt bij openbare in
schrijving tot een nader te bepalen koers.
Bij de inschrijving moet worden opgegeven het getal ge
splitste obligatiën, die men mocht verlangen, benevens het
bedrag van ieder, en, wanneer obligatiën op naam worden
verlangd, de namen van de betrekkelijke personen.
Art. 5.
De houders van obligatiën in de leening aangegaan krach
tens raadsbesluit van 13 Mei 1890 no. 11, groot ƒ477.000
afgesloten tot een bedrag van 472.500 in die, aangegaan
krachtens raadsbesluit van 24 September 1889 no. 7 groot
1.155,000, in die, aangegaan krachtens raadsbesluit van 28
Februari 1893 no. 4, groot ƒ624,000, afgesloten tot een be
drag van 494.000, en in die, aangegaan krachtens raadsbe
sluit van 24 Maart 1891 no. 8, tot een bedrag van 165.000,
zullen bij de inschrijving recht van voorrang hebben indien
zij hunne schuldbrieven op den dag der storting tegen obli
gatiën dezer leening wenschen te verwisselenhetwelk zal
kunnen geschieden tot een prijs, in geen geval hooger dan
die voor andere inschrijvers zal zijn vastgesteld.
Bovendien zal aan de houders van obligatiën van de leenin
gen van 1889, 1893 en 1891, die deze op den dag der stor
ting tegen obligatiën dezer leening verwisselen, behalve de tot
1 October 1896 verschenen, nog onbetaalde rente volgens de
betrekkelijke coupon een half percent rente worden betaald van
af den 1 October 1896 lot 1 Januari 1897 wat de eerst ver
melde leening, tot 1 Mei 1897 wat de tweede vermelde lee
ning en tot 1 Juli 1897 wat de laatst vermelde leening betreft.
Art. 6.
De storting der leening moet plaats hebben op 1 October
1896, ten kantore van den gemeente-ontvanger te Leeuwarden.
Zij geschiedt tegen afgifte van het vereischte getal obligatiën.
Art. 7.
De rente gaat in op 1 October 1896.
Art. 8.
Op deze leening zal jaarlijks, voor het eerstin 1897, worden
afgelost ten minste 48.000.
De raad behoudt zich voorhet restant der leening ten al
len tijde af te lossen.
Art. 9.
De ter aflossing aangewezen obligatiën zijn betaalbaar op
den lsten October van ieder jaar, of, zoo deze datum op een
Zondag invalt, den volgenden dag.
De April-coupon is betaalbaar op den lsfc«n dier maand, of
zoo deze datum invalt op een Zondag of eenen algemeenen
christelijken feestdag, den volgenden dag.
De October-coupon is betaalbaar op den lsten dier maand,
of, zoo deze datum invalt op een Zondag, den volgenden dag.
De losbare obligatiën en de coupons zullen betaalbaar zijn
ten kantore van den gemeente-ontvanger te Leeuwarden en
aan de kantoren, op de af te geven stukken daartoe aange
wezen.
Bylage tot liet verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden 1896.
Art. 10.
De jaarlijksche aflossing geschiedt bij uilloling. De uitloting
heeft plaats in de maand Juli van ieder jaar in eene open
bare vergadering van burgemeester en wethouders.
De uilslag daarvan wordt in een of meer der in de gemeente
Leeuwarden uitkomende dagbladen, alsmede in twee te Am
sterdam of elders verschijnende effectenbladen bekend gemaakt.
Op gelijke wijze wordt bekend gemaakt liet besluit van den
raad lot aflossing van liet iestant der schuld, ten minste twee
maanden vóór den datum der aflossing.
De rente van de ter aflossing aangewezen obligatiën houdt
op te loopen op den 1 October, voor de aflossing bepaald.
Bij de ter aflossing aangeboden obligatiën moeten zijn ge
voegd de nog niet verschenen coupons met bijbehoorenden
talon.
Art. 11.
De obligatiën en coupons, die niet binnen vijf jaren na den
termijn van aflossing en verschijning zijn aangeboden, worden
niet meer voldaanmaar komen ten voordeele van de ge
meente Leeuwarden.
Boekdrukkerij van A. Jongbloed te Leeuwarden.