2 Bijlage tot bet verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1897. voorwerp van de tusschen het Rijk en de gemeente ge sloten overeenkomst uitmaakt dat adressant op bovenstaande gronden meent, dat de toepassing van art. 194 der gemeentewet derhalve ten onrechte is ingeroepen en evenzeer ten onrechte heeft plaats gehad zoodat er voor de Kroon, naar zijne be scheiden meeningalleszins termen kunnen bestaan tot ambtshalve toepassing van art 166 der provinciale wet, dat die toepassing imperatief voorschrijft dat Gedeputeerde Staten in dezen hadden behooren te handelen zooals door hen is gehandeld bij hunne reso lutie van den 8 April 1897 no. 35, 2e afd., in zake het besluit van den raad dezer gemeente van den 23 Maart 1897 no 6genomen naar aanleiding van een verzoek van Kerkvoogden en Notabelen der Hervormde gemeente te Cornjum, inzake de niet vervulling eener voorwaarde, verbonden aan een door den heer Jhr. Duco Vegilin van Claerbergen aan gezegde gemeente besproken legaatbij welke resolutie door Gedeputeerde Staten is besloten .,aan den raad der gemeente Leeuwarden te berichtendat naar het oordeel dezer vergadering het onderwerpelijk besluit niet krachtens eenige wetsbepaling aan hare goed keuring is onderworpen". Wat betreft den strijd m»t d>- wetdien de adressant in het raadsbesluit van oordeel is te zien meent hij met het bovenstaande te kunnen volstaan. Ten aanzien van den strijd met het algemeen b-lang moge worden verwezen naar het met eenparige stemmen door burgemeester en wethouders vastgesteld gemotiveerd voorstelingediend en behandeld in de raadsvergadering van den 23 November 1897 en strekkende om in hooger beroep te komen van het besluit van Gedeputeerde Staten van den 11 November 1897, no. 42, 2e afd., tot niet goedkeuring van het raadsbesluit van den 28 September bevorens. Hieraan heeft de adressant alleen nog de volgende be schouwingen en inlichtingen toe te voegen. Tengevolge van de noodzakelijke geheele vernieuwing van de rijksbrug, de Hoeksterpoortsbrug genaamd, wordt thans de gelegenheid aangeboden om op zeer gunstige voorwaarden het terrein van de gemeentelijke gasfabriek belangrijk te vergrooten dat uitbreiding van het fabrieksterrein, dat geheel is ingesloten door de stadsgrachtde kazerne en publieke stratenalleen mogelijk is door gebruik te maken van de thans aangeboden gelegenheid dat immers, indien de rijksbrug geheel wordt vernieuwd, er althans in de eerste jaren geen sprake van kan zijn om het bedoelde terrein op voor de gemeente gunstige voorwaarden over te nemen dat indien later de behoefte aan vergrooting van het terrein dringend noodzakelijk en urgent wordt, de gemeente 't zij met belangrijke finantieele opofferingen het thans te verkrijgen terrein zoude moeten koopen, of gemeente grond, door een vrij breed vaarwater van het fabriekster rein gescheiden, daarvoor moeten bestemmen, dat èn voor de exploitatie der fabriek èn voor de finantien der ge meente hoogst nadeelig zoude zijn dat bij inzage van de situatieteekening van het fabrieks terrein kan blijken, dat dit terrein geheel wordt ingenomen door gebouwen en toestellen in die matedat de exploi tatie daardoor voortdurend belemmeringen ontmoet; dat om deze redenen o.a. geen uitvoering kan worden gegeven aan de toepassing van zuivering-middelen van gas, waardoor met geringe kosten de lichtsterkte zou wor den verhoogd en die overigens groote voordoelen aanbiedt dat, wat de finantieele zijde der overeenkomst betreft hierbij wordt verwezen naar de begrooting van kosten van de door de gemeente uit te voeren werken, door den directeur der gemeentewerken opgemaakt dat tegenover de finantieele offers, volgens de begroo ting f 8400 bedragendede volgende voordeelen staan a. dat het terrein van de gemeentelijke gasfabriek zal worden vergroot met eene oppervlakte van 2600 centi areongeveer gedeelte van het tegenwoordig terrein; dat de te verkrijgen grond aan de oostzijde geheel grenst aan het fabrieksterrein en aan de westzijde aan de stadsgracht dat niettegenstaande die grond eigendom der gemeente is, daarover thans niet kan worden beschikt, omdat daar op de rijksweg ligt; dat de vrije beschikking van dit terrein voor de ge meente althans eene waarde van f 4 per c.A. of in 't geheel van f 10.400 vertegenwoordigt: b. dat de gemeente in eigendom krijgt de woning van den wachter der rijksbrugwelke woning zonder grond ten minste eene waarde heeft van f 1500; dat die woningstaande als 't ware op het fabrieks terrein, waarop geen ruimte beschikbaar is voor de stichting van een huis, voor de exploitatie der fabriek tc grooter waarde heeft, omdat die casu quo kan worden bestemd voor een fitter of ander beambtehetgeen zeer in het belang der veiligheid zoude zijn c. dat de gemeente in het bezit zal komen van eene nieuwe soliede brug voor gewoon verkeer, ter vervanging van een ook thans reeds aan de gemeente behoorende in slechten toestand verkeerende beweegbare voetbrug welke binnenkort noodzakelijk moet worden vernieuwd of liever door eene van betere constructie zal moeten worden vervangen (zie advies commissie voor openbare werken) dat, indien de overeenkomst geen gevolg zoude hebben, de gemeente in eene niet ver verwijderde toekomst zich voor eene nieuwe brug c. a. de belangrijke opoffering van f 10,000 a f 12,000 zoude moeten getroosten; d. dat in de plaats van de oude, in onderhoud kost bare woning van den gaarder der inkomsten van de Verwersbrugde gemeente in het bezit zal komen van eene nieuwe doelmatige woningdie weinig kosten van onderhoud zal vorderen e. dat door de amotie van de oude woning bij do Verwersbrug, de thans zeer gebrekkige toegang tot de stadstimmerwerf afdoende zal worden verbeterd, waardoor goederen en voorwerpen zonder bezwaar met rij- en voer tuigen naar die werf kunnen worden gebracht of daarvan afgehaald hetgeen nu niet kan geschieden dat hierdoor transportkosten en werkloonen zullen ver minderen dat de amotie van die woning in verband staat met eene belangrijke verbreeding van het vaarwater door en ten noordwesten van de Verwersbrug, welke verbetering voor de scheepvaart en de afstrooming door heeren Ge deputeerde Staten schijnt over het hoofd te zijn gezien dat onder de uitvoering der werken, als gevolg der overeenkomstis begrepen het aanleggen van eene kei bestrating van de Verwersbrug naar de Hoeksterbrug, ter vervanging van een grintwegwelke veel meer kosten van onderhoud vordert dan de keibestrating dat het beweren van Gedeputeerde Staten als zoude de belangrijke meerdere lengte van d'n verkeersweg ook noodzakelijk meer kosten van het onderhoud na zich sleepen aan den adressant onjuist voorkomt dat de gemeente immers zoude ontlast worden van het onderhoud van de klinkertbestrating van de Hoekster poortsbrug langs de gasfabriek tot de Hoeksterbrug, over eene lengtegelijkstaande met den straatweg van den Rijksstraatweg nabij de Hoeksterpoortsbrug langs de west zijde der stadsgracht tot de Verwersbrug dat dit laatst gemelde gedeelte weg bovendien ook thans reeds wordt gebruikt met rij- en voertuigen van en naar Oldegalileën datzooals boven reeds is aangevoerd de kosten van onderhoud van den grintweg van de Verwersbrug naar de Hoeksterbrug veel hooger zijn dan die van eene kei bestrating waaruit blijktdat liet zooeven gememoreerd beweren van Gedeputeerde Staten in strijd is met de werkelijkheid dat uit het vorenstaande duidelijk blijktdat de voor deelen, die de overeenkomst aan de gemeente zal opleveren, verre de finantieele offers overtreffen. Bijlage tot bet verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden1897. Wat de bezwaren, door Gedeputeerde Staten tegen den geprojecteerdcn verkeersweg ingebracht, betreft, meent de adressantbehalve naar het gemotiveerd voorstel van burgemeester en wethoudersook te mogen verwijzen naar de als bijlage hierbij overgelegde situatieteekening. Hierop is met geele kleur aangeduid de bestaande straatweg van den rijksweg van Groningen naar deze gemeente langs de gasfabriek terwijl daarop met roode kleur de nieuwe verkeersweg is aangewezen. De nieuwe weg heeft ten hoogste eene meerdere lengte van 80 meter. Op de situatieteekening is eene roode stippellijn aan gebracht, aanduidende eene verlenging van de as van den Groninger straatweg. Hieruit blijktdat de kortste afstand tusschen dezen weg en het centrum der gemeente is de nieuwe verkeers weg en tevens, dat de weg van den Groninger straatweg naar het Hoeksterend door Gedeputeerde Staten ten on rechte wordt betiteld als te zijn een geschikte, breede en rechte verbindingsweg. Eene rechte lijngetrokken uit de bestrating van het Hoeksterend naar de zijde van de Hoeksterpoortsbrug loopt, zooals op de overgelegde teekening met eene geele stippellijn is aangegevenparallel en onmiddellijk langs de Oldegalileën. De adressant vermeent, dat uit het vorenstaande blijkt, dat van eene belangrijke meerdere lengte van den nieuwen verkeersweg geen sprake kan zijn en wijst er ten over vloede opdat door het vervangen van de beweegbare voetbrug, de Verwersbrug genaamd, door eene voor gewoon verkeer, de talrijke bevolking van Oldegalileën en „Eigen brood bovenal" bijzonder zal worden gebaat ten opzichte van het gebruik van rij- en voertuigen. Wat de onveiligheid van het verkeer met voertuigen over- de Hoeksterbrug betreft, meent de adressant in hoofd zaak te kunnen verwijzen naar de daaromtrent door burgemeester en wethouders in hun bovenaangehaald voorstel gegeven inlichtingen. De adressant meent daaraan te moeten toevoegen dat de Hoeksterbrug sedert jaren met rij- en voertuigen wordt gebruikt van den Noorderweg naar het Hoeksterend Omtrent de onveiligheid van dat verkeer zijn nimmer klachten ingekomen en geene feiten bekend de adres sant vermeent, dat tegen den nieuwen verkeersweg met een bocht van 20 Meter straal aan de zijde van den Arendstuin bij de Hoeksterbrug, met het oog op de veilig heid geen bezwaar kan bestaan. De Hoeksterbrug is bovendien een vaste brug en heeft eene breedte van 4.68 Meter tusschen de troittoirs en 6.22 Meter tusschen de leuningen. Geen der bruggen in deze gemeente heeft die breedte. Het komt den adressant voor, dat deze toelichting vol doende zal zijn om het uit het oogpunt der veiligheid gemaakt bezwaartot een minimum terug te brengen. De Hoeksterbrug is in een goeden staat van onderhoud, en mocht eventueel blijkendat verbreeding daarvan ge- wenscht was, dan zouden de kosten van verbreeding met twee meter volgens de daarvan opgemaakte begrooting de som van f 1500 niet te boven gaan, een cijfer, dat in het ongunstigste geval toch niet als een ernstig finantieel bezwaar voor deze gemeente zou kunnen worden aangevoerd. Eindelijk meent de adressant er op te mogen wijzen dat de vrees voor onveiligheid langs het Dokkumerend tengevolge van de passage met rij- en voertuigen niet behoeft te bestaan, omdat bij den aanleg van den nieuwen verkeersweg door het gemeentebestuur voorschriften zouden kunnen worden gegeven,.dat die straat uitsluitend in de richting van de Voorstreek naar den Arendstuin mag worden bereden en de overzijde der stadsbinnengracht (het Hoeksterend) in de tegenovergestelde richting zoude kunnen worden bereden. De adressant vermeent met deze nadere toelichtingen op het voorstel van burgemeester en wethouders afdoende te hebben aangetoond dat er met de aan te gane over eenkomst niet wordt gehandeld in strijd met het alge; meen belang. Om alle welke redenen adressant, die door kennisgeving binnen den bij art. 70 der gemeentewet gestelden termijn aan Gedeputeerde Staten bovenbedoeld raadsbesluit aan Uwe Majesteit ter vernietiging heeft voorgedragen, het zich tot plicht heeft gerekend, Uwe Majesteit bovenstaande motieven tot toelichting van die voordracht eerbiedig aan te bieden. Hetwelk doende Van Uwe Majesteit de gehoorzame onderdaan I)e Burgemeester van Leeuwarden VAN HAR1NXMA. Leeuwardenden 26 November 1897. Stoom Hoek- en Steendrukkerij van N. MIKDKMA Co.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1897 | | pagina 102