Bijlage No. 2. ,1. L. van SLOTERDIJCK. Hoek- en Steendrukkerij van N. MlKlJKMA Co. Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemoenteraad to Leeuwarden1897. raadsvergadering van 13 October 1896 U aangeboden voorstel tot wijziging van de verordening, houdende alge- meene bepalingen van politie, waarbij sedert is bijge komen het arrest van 14 Dec. 1896 (Weekblad van het Recht no. 6905), komt het ons wcnschelijk voor, de redactie van de hiertoe betrekkelijke bepaling in dit artikel te wijzigen, in dien zin, dat zij in overeenstemming zij met de redactie, welke bij 's Hoogen Raads arresten implicite als wettelijk is aangenomen. In het laatste lid oordeolen wij verder dienstig cene aanvulling, waardoor onder de plaatsen van vereeniging mede worden verstaan de stoepen of andere terreinen daar hiervan in den laatsten tijd door de bezoekers dikwijls een druk gebruik wordt gemaakt. Art. 6. In verband mot het Koninklijk besluit omtrent de politie-verordening van Wonseradeel moet ook dit artikel worden gewijzigd. Art. 7. Met het oog op de in art. 438 van het Wetboek van Strafrecht voorkomende bepaling, achten wij het niet ondienstig, de verplichting te stellen, dat do in het le lid bedoelde personen zijn ingeschreven in liet bij voor meld wetsartikel voorgeschreven register. Op grond van het bovenstaande hebben wij de eer U hierbij ter vaststelling aan te bieden een ontwerp-besluit VOORSTEL van de Commissie tot het ontwerpen van strafverordeningen tot wijziging van de verordeningregelende de politie op de openbare vermakelijkhedenplaatsen van vereeniging van personen en verlotingen. Bij Koninklijk besluit van 3 December 1896 (Staatsblad no. 177) werd o. a. vernietigd art. 1 der politie-verordening voor do gemeente Wonseradeelluidende ,,Het is houders van koffiehuizentapperijen kroegen en dergelijke inrichtingen verbodenhunne huizen en lokalen tusschen des avonds elf en des morgens zes uren voor het publiek goopend of toegankelijk te hebben. Het is aan ieder, die niet is huisgenoot van den houder van inrichtingenals in alinea 1 van dit artikel genoemddaar geen nachtverblijf heeft als logeergastof wiens tegenwoordigheid daar niet wordt veroisehtver boden zich gedurende voormelden tijd in die huizen en lokalen te bevinden. D'spensatie van do verbodsbepalingen in dit artikel kan door den burgemeester schriftelijk worden verleend.'' tot wijziging en aanvulling der verordening, regelende Do vernietiging was gegrond op do volgende over- de politie op de openbare vermakelijkheden, plaatsen van wegingen dat art. 135 der gemeentewet aan den raad slechts de bevoegdheid toekent tot het maken van de verordeningen, die in het belang der openbare ordezedelijkheid en gezondheid worden vereischten van andere betreffende de huishouding der gemeenteen de raad mitsdien de bevoegdheid mist tot hot maken der bepaling van art. 1, welke zich uitstrekt tot een onderwerp dat niet betreft de openbare ordezedelijkheid of gezondheid noch de huishouding der gemeente dat wel ter handhaving der openbare orde verordeningen kunnen worden vastgesteld betrekkelijk voor het publiek toegankelijke loealiteitenmaar die bevoegdheid niet mag worden uitgestrekt tot andere loealiteitenal bevinden deze zich in hetzelfde huis en de toegang tot en het gebruik van laatstgemelde loealiteiten niet bij gemeentelijke verordeningen kan worden verboden of van het goed vinden van den burgemeester afhankelijk gesteld." Dit Koninklijk besluit sluit zich aan hij een arrest van den Hoogen Raad van 3 December 1894 (Weekblad van het Recht No. 6595), waarbij ten opzichte van soortgelijke verordening in de gemeente Rosendaal hetzelfde beginsel werd gehuldigd. De verordening nuaan het hoofd van dit voorstel vermeld, bevat in de artt. 5 en 6 bepalingen, die thans, volgens de leer èn van de hoogste rechterlijke èn van do hoogste administratieve machtin strijd met de wet moeten worden geacht te zijn. Hot verbod van deze artikelen moet daarom worden bepaald alléén voor de voor het publiek toegankelijke vereeniging van personen en verlotingen in deze gemeente. Vastgesteld ter raadsvergadering van 26 Januari 1897. VAN HAFUNXMA. A. DUPARC. J. C. MEIJER. VAN KETWICH VERSCHUUR. ONTWERP. De raad der gemeente Leeuwarden Overwegendedat er noodzakelijkheid en wenschelijk- hoid bestaan tot wijziging der verordeningregelende de politie op do openbare vermakelijkhedenplaatsen van vereeniging van personen en verlotingen in de gemeente, vastgesteld bij raadsbesluit van 24 Januari 1884 (Ge meenteblad no. 4), gewijzigd bij raadsbesluit van 16 Augustus 1887 (Gemeenteblad no. 15); Gezien art. 135 der gemeentewet; Besluit 1°. In art. 1 te doen vervallen het woord „muziek uitvoeringen" en in de plaats daarvan te stellen „het maken van muziek, danspartijen, waaronder mede worden verstaan danslessen." 2". Art. 5 te lezen als volgt Hot is aan houders van plaatsen van vereeniging ver boden, tusschen des avonds elf uur en des morgens zes uur personen, die niet tot hunne huisgenooten behooren, in de voor het publiek toegankelijke loealiteiten van die loealiteiten van do in deze artikelen genoemde plaatsen p|aatseu toe te laten of te hebben, van vereeniging enz. In bijzondere omstandigheden of bij buitengewone gelegen- Afgescheiden van het bovenstaande vordert de genoemde [je([en jjan telkens door den burgemeester vergunning verordening nog in eenigo andere opzichten wijziging. tot afwijkjng van de in het le lid gemaakte tijdsbepaling Het betreft de volgende artikelen tüt een a|sdan door hem te stellen uur worden verleend. Art. 1. Ill meer dan één der in art. 5 genoemde Onder de bij het le lid bedoelde plaatsen van vereeni- plaatsen van vereeniging vindt men piano's die daar „jng worden verstaan koffiehuizen, logementen, herbergen, denzelfden dienst doen als een orkest. Met het oog op het woord „muziekuitvoeringen" in art. 1 zou het twijfelachtig kunnen zijnof piano-spel alléén onder dit woord is te begrijpen. In genoemde plaatsen worden voorts, onder de leus van „danslessen", danspartijen gehouden, ook al bij piano spel alléén. Aanvulling en verduidelijking achten wij daarom wen- schelijk. Art. 5. Naar aanleiding van de in den laatsten tijd door den Hoogen Raad gewezen arresten omtrent het zoogenaamde dispensatie-recht, vermeld in ons ter tapperijen en kroegen, zoomede tuinen, stoepen en andere terreinen waar dergelijke vereeniging wordt gehouden. 3°. Art. 6 te lezen als volgt Het is aan ieder verboden, zich gedurende den in het vorige artikel bepaalden tijd in de daarbij genoemde voor het publiek toegangelijke loealiteiten op te houden. 4". Achter het woord „personen" in het le lid van art. 7 te laten volgen„mits zij zijn aangeteekend in het register, voorgeschreven bij art. 438 van hot Wotboek van Strafrecht. Aldus vastgesteld enz.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1897 | | pagina 25