Bijlage No. 3.
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, 1897.
1
VOORSTEL van burgemeester en wethouders
tot vaststelling van voorwaarden van ver
pachting van terreinen voor het plaatsen
van carroussels. kramen enz. gedurende
de kermis van 1897.
Mijne Heeren
Bij onze missive van den 11 Augustus 1896 (bijlage
20 tot het verslag van 's raads handelingen) stelden wij
u voor, do verordening tot het boffen van marktgeld van
27 Mei 1890 zoodanig te wijzigen, dat de raad de be
voegdheid erlangde gedurende de kermis óók openbaar
te verpachten de plaatsenwelke gewoonlijk worden in
genomen door beignet-wafel- en zuurkramen waarin
gelegenheid tot consumptie bestaat, „omdat" zoo
schreven wij „voor dergelijke kramen, die ongetwijfeld
„gewoonlijk goedo winsten voor de ondernemers afwerpen,
„een marktgeld van slechts enkele guldens wordt betaald."
Bij uw besluit van 25 Augustus 1896 werd ons voor
stel zonder discussie en hoofdelijke stemming goedgekeurd.
Daaruit moet worden afgeleid, dat ook uwe vergadering
van oordeel is, dat het verpachten van standplaatsen, ten
vorigen jare beperkt tot eenige carroussels en dergelijke
inrichtingentot bedoelde kramen of tenten behoort te
worden uitgebreid.
In de gemeente Groningen heeft men dit trouwens
ook gedaan.
Zooals u allen ongetwijfeld bekend is, zijn de door ons
bedoelde kramen telken jare geplaatst langs de westzijde
van het plantsoen op de oude veemarkt en naast de
eerste stoom-carroussel, die gewoonlijk op het Wilhelmina-
plein een plaats vindtmede gerekend van de westzijde
van dat plantsoen.
Langs het westelijk hek van het plantsoen vindt men
gewoonlijk vijf der bedoelde kramen terwijl het andere
terrein meestal door twee wordt bezet.
De eerste der vijf, van de zuidzijde afgerekendheeft
eene lengte van ongeveer 13, de daaraanvolgende van 10
en de drie overige ieder van 7 meterde twee andere
hebben een nagenoeg gelijke lengte.
Nu zijn wij van oordeeldat zooveel mogelijk de ge
legenheid moet worden opengesteld, dat ook de stand
plaatsen langs het hek op dezelfde wijze zullen kunnen
worden bezet als dit in do laatste jaren geschiedde.
Daarom wordt in art. 1 der voorwaarden van verpach
ting niet voorgesteld, om de te verpachten terreinen in
bepaald gelijke deelen te splitsenmaar alleen aan te
wijzen het getal standplaatsen op ieder terrein, zooals ten
vorigen jare ook is geschied met betrekking tot de toen
verpachte terreinen.
De in art. 1 bedoelde situatiekaart zal, ofschoon daarop
de terreinen in gelijke deelen zullen worden verdeeld
dus niet elke standplaats bepaald aanwijzen maar meer
de volgorde der standplaatsen, met dien verstande echter,
dat op elk terrein niet meer standplaatsen zullen worden
verpacht dan de kaart aanwijst.
De bepalingdat op het terrein bij art. 1 sub c om
schreven combinatie van standplaatsen kan plaats hebben,
biedt de gelegenheid aan om, evenals in de laatste jaren,
daarop kramen van meer dan gewone capaciteit te
plaatsen.
Ten vorigen jare heeft men geene andere carroussels
draaimolens enz. toegelaten, dan die welke een verpachte
plaats innamen en het is wenschelijk, ook nu dien regel
te volgen. Maar ton aanzien der kramen kan die uit
sluiting niet worden toegepast. Tal van personen ook
ingezetenen dezer gemeentezouden daardoor schade
lijden.
Het plaatsen van wafel-oliekoek- en zuurkramen
ook al wordt daarin gelegenheid tot consumptie gegeven,
op andere dan verpachte plaatsen, zal dus moeten blijven
toegelatenmits gezorgd worde, dat deze geen te groote
concurrenten worden van die, welke eene plaats op ver
pacht terrein innemen.
Dit nu is niet moeilijk. De wafel- en oliekoekkramen,
die gewoonlijk geplaatst zijn langs „Amictia" en het Kui
terskwartier, beslaan op een enkele na eene oppervlakte
van 24 tot .32 meter, terwijl de kleinste kraam, waarvoor
langs het plantsoen een plaats wordt aangewezen, 63
meter oppervlakto beslaat.
Deze kramen worden in den regel dan ook door een
ander meer gegoed publiek bezocht.
Wanneer dus in de voorwaarden wordt opgenomen,
dat buiten het verpachte terrein geene beignet-wafel-
zuur- of dergelijke kramen boven zekere oppervlakte zul
len worden toegelatendan schijnt ook deze zaak op
bevredigende wijze te zijn geregeld.
De tl thans aangeboden concept-voorwaarden zijn overi
gens in hoofdzaak gelijk aan die, welke ten vorigen jare
door u zijn vastgesteld. Zij behoeven naar ons voorkomt
geene toelichting.
Naar aanleiding van het vorenstaande hebben wij de
eer, u ter goedkeuring en vaststelling aan te bieden de
hierbij overgelegde voorwaarden waarop van wege het
gemeentebestuur zal worden verpacht terrein voor het
plaatsen van carrousselskramen enz.gedurende de
kermis van 1897.
Aldus voorgesteld ter raadsvergadering van 23 Maart
1897 door
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden
VAN HARINXMA Burgemeester.
P. A. BERGSMASecretaris.
VOORWAARDEN, waarop van wege het gemeen
tebestuur van Leeuwarden zal worden
verpacht terrein voor het plaatsen van
carroussels enz., tenten of kramen gedu
rende de kermis van 1897.
Art. 1.
De te verpachten terreinen zijn gelegen op het Wilhel-
minaplein. Zij dienen uitsluitend tot het daarop plaatsen
gedurende de kermis van 1897
a. van stoom-carroussels, hippodromes, manéges of
dergelijke inrichtingenwat betreft het terrein ter breedte
I van ten hoogste 22 meterwaarvan de oostelijke grens
is gelegen op 42 meter afstand van het plantsoen op de
oude veemarktde westelijke grens tegenover de weste
lijke grenslijn van den tuin, achter het huis Nieuwestad
no. 108 en de noordelijke grens op ongeveer 25 meter
van de huizen in het Ruiterskwartior.
b. van draaimolenswat betreft het terrein ter
breedte van ten hoogste 15 meter en ter lengte van
ongeveer 55 meterwaarvan de oostelijke grens is gele
gen op 20 meter afstand van het plantsoen op de oude
veemarkt en de zuidelijke grens op ongeveer 15 meter
van het Old Burgerweeshuis
c. van beignet-, wafel-, zuur- of dergelijke kramen oftenten
waarin gelegenheid tot consumptie bestaatwat betreft
het terrein langs het westelijke hek om het plantsoen op
ile oude veemarkt ter breedte van ongeveer 14 meter
en het terrein ter breedte van ongeveer 12 meter, waar
van de noordelijke grens valt in het verlengde van de
inoordelijke grens van het terrein, sub a omschreven en
de oostelijke grens is gelegen op ongeveer 20 meter van
meergemeld plantsoen.
Het terrein sub a wordt verdeeld in vierhet terrein
sub b in driehet terrein sub cwat betreft het ge
deelte langs het hek in res en het overige gedeelte in