2 Bijlage tot liet verslag der handelingen vi
De concessionaris is medo gehouden tot het op zijno
kosten verbreeden van do Harlingervaart en do gracht
voor zooveel dit volgens het oordeel van burgemeester
en wethouders, ten gevolge van het vei leggen van de
brug, noodig zal zijn, en tot het verleggen en uitbreiden
van straten en wegen, die hiervan het gevolg zijn.
Voor het onderhouden der gemeenschap tusschen
de verschillende vaarwaters en de wegen gedurende den
bouw dezer brug en do uitvoering der bijkomende werken
moeten ten genoegen van Gedeputeerde Staten en van
burgemeester en wethouders de noodige voorzieningen
gemaakt en de noodigo vergunningen gevraagd worden.
Aan schepen van hoogstens 41/, meter breedte moet
voortdurend gelegenheid tot doorvaart gegeven worden
terwijl de passage voor bespannen rij- en voertuigen
tijdelijk mag worden gesloten.
De brug wordt door de gemeente onderhouden.
De kosten van dat onderhoud, zoomede van evontueele
vernieuwing van de brug, wordt voor de helft door den
concessionaris gedragen.
De beslissing omtrent de noodzakelijkheid van ver
nieuwing verblijft aan burgemeester en wethouders.
Dadelijk nadat deze brug met de bijbehoorende werken
opgeleverd en door burgemeester en wethouders goedge
keurd zijnworden zij kosteloos in vollen eigendom
aan de gemeente overgedragen en zal daarvan eene
afzonderlijke acteop kosten van den concessionaris
worden opgemaakt, vóór de lijn in exploitatie wordt
genomen.
Van alle in dit artikel genoemde werken moeten
de ontwerpen, teekeningen en bestekken door burgemeester
en wethouders envoor zooveel noodigook door
Gedeputeerde Staten der provincie Friesland worden
goedgekeurd en de teekeningen daartoe op een schaal
van 1 a 100 in triplo worden ingediend.
Art. 5.
De aankoop en vergoeding van den wegens den aanleg
der trambaan benoodigden grondstoepenstekken
boomenheestersgetimmerten als anderszinszoover
aan particulierencorporatiën of de gemeente piivaat-
rechtelijk toebehoorendekomen, evenals alle door den
concessionaris te maken werkengeheel ten zijnen laste.
Art. 6.
De concessionaris is verplicht met de uitvoering der
werken voor deze lijn een aanvang te maken vóór of op
den 1 Juli 1898 en die lijn in exploitatie te brengen
vóór of op den 1 Juli 1899.
Art T.
Binnen 30 dagen na den dagwaarop burgemeester
en wethouders, krachtens de hun verleende machtiging,
mededeeling der concessie zullen hebben gedaanis de
concessionaris gehouden, aan burgemeester en wethouders
schriftelijk te verklaren, dat hij de concessie zondereenig
voorbehoud onder de hierbij vastgestelde voorwaarden
aanvaardten als waarborg voor de nakoming zijner
verplichtingen in de gemeentekas te deponeeren 5000
in geldswaardige papieren, ten genoege van burgemeester
en wethouders.
Door die verklaring en dat depót wordt de concessie
eerst geacht verleend te zijn, zoodat bij gebreke van een
of ander de concessie gerekend wordt niet gegeven
te zijn.
De coupons van de gedeponeerde geldswaardige papieren
zullen, zoolang die het eigendom zijn van den concessionaris,
op de vervaldagen aan hem worden uitgereikt. De helft van
dat waarborgfonds wordt aan den concessionaris terug-:
gegevenzoodra de lijn in exploitatie is gebracht. Het
overige blijft gedurende den geheelen duur van de concessie
den gemeenteraad te Leeuwarden 1897.
onder de gemeente berustendie bevoegd daaruit
zonder eenigon vorm van proces te verhalen alle kosten
voor werkendie ingevolge de voorwaarden van dezo
concessie door de gemeente voor rekening van den con
cessionaris worden verricht en do boetendie hem
krachtens die voorwaarden en diewelke hem volgens
het afzonderlijk reglementin art. 28 bedoeldmochten
zijn opgelegd terwijl het fonds door den concessionaris
steeds op eene eenvoudige aanschrijving van burgemeester
en wethouders binnen 8 dagen daarna tot het bedrag
van f 2500 moet worden aangovuld.
Hetgeen van het waarborgfonds bij het einde van de
geheele concessie en nadat aan de bepaling van art. 32
is voldaanzal blijken over te zijnwordt aan den con
cessionaris teruggegeven.
Het geheele waarborgfonds is ten behoeve van de ge
meente verbeurdindien do concessionaris aan de hem
by art 6 opgelegde verplichting niet voldoet.
Art. 8.
Aanleg en constructie zoowel als onderhoud van weg
en werkenblijven voor rekening en risico van den
concessionarisbehoudens het recht van burgemeester en
wethouders om daar, waar hot volgens hun oordeel ge
vorderd wordtof gebreken ontdekt worden den con
cessionaris wegneming dezer gebreken te gelastondie
deze onmiddellijk zal moeten herstellen.
Behalve het onderhouden van eigen materieel en werken
en de bij andere artikelen bepaaldelijk aan hem opge
dragen onderhoudswerkenis de concessionaris mede
verplichtgeheel op eigen kosten in den besten staat te
onderhouden die gedeelten van aan de gemeente be-
hoorende stratenwegen en bermendie tusschen do
rails en tot op 0.45 M' daarbuiten gelegen zijn, als ook
de kunstwerken die door hem daarin aangebracht zijn.
Art. 9.
De concessionaris is gehoudenvolledig in alle doelen
uitgewerkte plannen van alle werken in den openbaren
weg minstens drie maanden vóór het begin van uit
voering daarvan, aan de goedkeuring van burgemeester
en wethouders te onderwerpen. Vóórdat die goed
keuring op elk onderdeel verleend ismag met den
aanleg niet worden begonnen. Van de baan in 't alge
meen moet een overzichtskaart worden overgelegd op een
schaal van 1 a 2500, met aanduiding van alle kadastrale
perceelen op en binnen 30 meter ter weerszijden van de baan.
Voor zooverre dit nader door burgemeester en wethouders
zal worden gevorderdmoeten van onderdeden der baan
bovendien teekeningen op een schaal van 1 a 200 worden
overgelegd en van kunstwerken op een schaal van 1 a
100 een en ander mot duidelijke omschrijving.
Elke verandering of noodig gebleken wijziging in de
in den openbaren weg gelegen werken moeten de goed
keuring van burgemeester en wethouders hebben ver
kregen, vóór zij worden uitgevoerd.
Art. 10.
De concessionaris is verplichtdo ruimte tusschen de
rails waar burgemeester en wethouders het noodig achten,
over de volle breedte met klinkers te bestraten.
Art. 11.
Waar de afwatering van den weg of de bermen door
de ophooging of door de spoorstaven mocht worden be
lemmerd, moeten, voor zooveel noodig, binnen zes weken
na de daartoe door burgemeester en wethouders gedane
aanschrijving en volgens hunne aanwijzing, onder de baan
de noodige ijzeren buizen met zinkkolken zijn gelegd
voor zooveel noodig met goten langs de ophoogingvan
klinkers op hun kant, bij gebreke waarvan zulks van gemeen
tewege op kosten van den concessionaris zal geschieden.
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad to Leeuwarden, 1897.
Art. 12.
Do spoorstaven mogen geeno belemmering opleveren
voor den overgang van uitwegen naar aansluitende wegen
en particuliere eigendommen. Waar dezo overwegon niet
bestraat zijn moet over drio meter breedte en tot 1.50
meter aan weerszijden van de trambaan daarin door
klinkers op hun kant worden voorzien en in dien staat
worden onderhouden.
Art. 13.
Het midden van den tramweg moet minstens 2.50 meter
uit het hart van boomen en minstens 2 meter uit den
buitenkant van rasterwerken, gebouwen enz. verwijderd zijn.
In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wet
houders hierop uitzonderingen toestaan.
Art. 14.
De te maken wissels moeten geheel buiten do kunst-
banen dor wegen vallen.
In bijzondere gevallen of als burgemeester en wet
houders dit noodig voorkomt, kunnen zij hierop afwijking
toestaan.
Spoorstaven of andere onderdeelen van de baan, die in
de kunstbanen komen te liggen, mogen daar niet boven
uitsteken.
Art. 15.
Waar de tramweg waterlossingen kruist, moeten voor
rekening van den concessionaris de duikers aldaar worden
verlengd versterkt of afzonderlijke duikers of bruggen
gebouwd wordenvan voldoende sterkte en afmetingen
ten genoegen van burgemeester en wethouderseen en
andor behoudens de rechten en verplichtingen van den
concessionaris tegenover derden.
Art. 16.
De concessionaris is gehoudenzich bij de uitvoering
der werken in 't algemeen stipt te gedragen naar de
voorschriften dezer vergunning en de goedgekeurde ont
werpen en bestekken.
Kleine noodzakelijke afwijkingen zijn toegelaten
mits onder voorafgaande machtiging van burgemeester en
wethouders.
Alvorens tot de uitvoering van eenig werk over
te gaan, verschaft de concessionaris aan burgemeester en
wethouders zoovele gewaarmerkte eopieën van bestekken
en teekeningen als deze noodig zullen oordeelen.
Bovendien moet vóór den aanvang van den aanleg
der werken de richting en de hoogte Ier baan nauw
keurig zijn uitgezet en goedgekeurd.
Elke schadedie tengevolge van den aanleg of de
exploitatie van den tramweg aan de gemeente-eigendom
men wordt toegebrachtmoet door en op kosten van den
concessionaris onmiddellijk hersteld worden ten genoegen
van burgemeester en wethoudersbij gebreke waarvan
dit college bevoegd is daartoe op kosten van deu concessio
naris zelf over te gaan.
Waar de bestrating wordt opgenomen, moeten de
onbruikbaar gebleken steenen door geheel nieuwe beste
van dezelfde soort worden vervangen.
Bij elke afwijking in de voor de uitvoering gesteldo
voorwaarden is de concessionaris verplichthet in strijd
daarmede gemaakte op te breken en geheel overeen
komstig het goedgekeurde ontwerp opnieuw te maken.
Een en ander geschiedt ten genoege van burgemeester
en wethouders.
De concessionaris volgt de voorschriften op van dat
college.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegdde werken
onmiddellijk te doen staken, zoodra in strijd met do goed
gekeurde bestekken of met de voorwaarden dezer ver
gunning, of met hunne bevelen gehandeld wordt.
Art. 17.
De concessionaris is verplicht, na schrifteiyke kennis-
goving van burgemeester en wethouders onverwijld die
heistellingen aan den wegde bermen de kunstwerken
enz., voor zoover het onderhoud daarvan ten zijnen laste
is, aan te brengen, welke door burgemeester en wet
houders noodzakelijk worden geachtdie daarbij een ter
mijn stellen binnen welken de herstelling moet plaats
hebben. Bij gebreke van herstelling binnen den bepaalden
termijn is de gemeente bevoegd, van harentwege het ge
brekkig werk voor rekening van den concessionaris te
doen verbeteren.
Art. 18.
De concessionaris zal allo door de gemeente vorleende
of in het vervolg te verleenen coucessiën voor den aanleg
van gas-water- en telegraafleidingen of andere onder
nemingen moeten eerbiedigen. Hij zal de tot dit doel of
om anderevolgens het oordeel van burgemeester en
wethouders te billijken reden te verrichten werkzaamheden
langs of onder den tramweg moeten toestaan, zonder van
de gemeente, of van ondernomingon, of van byzondore
personen tot het verrichten dezer werkzaamheden be
hoor lijk gerechtigd, eenigo schadevergoeding te kunnen
eisehen op grond van stoornis of staking in den dienst,
welke daaruit mocht voortvloeien.
Evenwel zal in dergelijke gevallen het gemeentebestuur
die maatregelen nemenwelke het noodig zal oordeelen
ter vermindering der beletselen ei ter voorkoming zooveel
mogelijk van al datgene, wat do rechten en belangen van
den concessionaris zoude kunnen benadoeleu.
Art. 19.
Indien de uitvoering van dezo of gene werken van
algemeen nut eene wijziging medebrengt van don open
baren weg, met dit gevolg, dat hot naar het oordeel van
burgemeester en wethouders noodig is de richting of de
hoogte van de sporen te veranderen, zal de concessionaris
tot die verandering gehouden zijn op kosten van die
ondernemingenvoor welke die verlangd worden.
Indien evenwel die veranderingen noodig zijn voor
werken die rechtstreeks door en voor rekening van de
gemeente worden gemaakt, zullen de kosten daarvan ten
laste van den concessionaris blijven.
Art. 20.
De van den tramweg op te ruimen sneeuw mag niet
op de kunstbaan van den gemeenteweg gebracht worden.
Mocht onverhoopt bij sneeuwopruiming van de kunst-
baan van den weg sneeuw op de spoorbaan komen dan
zal de concessionaris daaraan geenerlei recht tot schade
vergoeding kunnen ontleenen.
Voorts mag niet dan met speciale vergunning van
burgemeester en wethouders sneeuw of ijs door kunst
middelen als zout of dergolijkeverwijderd worden.
Art. 21.
Aan alle aanschrijvingen van burgemeester en wet
houders alsmede aan de bevelen der politiegedaan
naar aanleiding van bestaande of te maken bepalingen
ten aanzien van den openbaren weg, altijd met eerbiedi
ging van het bepaalde in art. 24moet terstond worden
voldaanzonder dat het den concessionaris vrij staat
deswege eënige vergoeding voor geleden of beweerde
schade in rekening te brengen.
Art. 22.
Het gemeentebestuur behoudt zich het recht voorom
aan dorden vergunning te verleenen tot kostelooze kruising
van den tramweg, zoomede voor het gedeelte der lijn van