4 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden 1897. zijgeheel in tegenstelling met de meening van dat be stuur, van oordeel is, dat die wijze van doen juist strookt met de billijkheiddie eischt dat elk het zijne krijgt. Zij toont dit nader aan en beroept zich verder op Franekerwaar op dezelfde wijze wordt gemeten, terwijl het dagelijksch bestuur der Friescke Maatschappij van landbouw de daar gevolgde wijze van meten en wegen naar de beurscommissie meent, juist roemt. Zij meent verder, dat, waar art. 1G van de verordening, waarop gemeld dagelijksch bestuur wijstalleen van met schoppen gevulde maat gewag maakt, de veronderstelling niet zoo gewaagd is, dat daar bedoeld wordt gestort graan en geen graan in zakken aangevoerd, dat, bij meting, gedeeltelijk met schoppen en gedeeltelijk door storting van het kleed in de maat komt. Na ontvangst dezer missive hebben wij eene conferentie gehouden met den voorzitter van meergemeld dagelijksch bestuur en de beurscommissiewaarbij echter bleekdat Door de steeds dalende inkomsten der meters-wegers is aan die bepalingen de hand niet gehouden. Vee houdt geen meter-weger en er bestaat ook geen genoegzame aanleiding hem het hebben van pluimgedierte te verbieden. Geschiedde dit op vrij groote schaaldan zou dit al spoedig in 't oog loopen en argwaan wekken, en het houden van een paar kippen behoeft zeker niet verboden te worden. Art. 5. Wij meenen dat de bevoegdheid tot schorsing aan de beurscommissie kan worden toegekend. Art. 6. Ingevolge art. G der bestaande verordening is door burgemeester en wethouders bij besluit van 29 April 1885 (Gemeenteblad no. 9) ook eene regeling gemaakt voor den dienst in de meet- en weeghuisjes. Men kent intusschen de geschiedenis. Van dienst doen in die huisjes is bijna nimmer sprake geweest. De meters-wegers ge bruiken ze alleen wanneer zij in de buurtwaar die huisjes staanhebben te meten of te wegen. Het is dus -J uuu,Duuui, ucuut-u ie meien oi re wegen, net is dus men tot geen eenstemmigheid kon geraken omtrent de geheel voldoende, om, evenals vroeger, bepalingen te maken toepassing der verordening. av n toepassing der verordening. De beurscommissie deelde "O I '"uavii omtrent den dienst aan de wacht, en de regeling daarvan ons echter mededat zij kan nu zonder eenig bezwaar bij do verordening zelve »iri«n van rln rlnnr Krtf vviuvi UJCUC UiU /.IJ Kil 11 UU Z< reeds voor lang en geheel afgescheiden van de door het geschieden, dagelijksch bestuur der Friesche Maatschappij van land- Artt. 13 en 14. De beurscommissie is van oordeel, bouw ingediende klachten, tot de overtuiging was gekomen, dat eindelijk voor goed gebroken moet worden met de dat de verordening omtrent het meten en wegen van gewoonteom schalen en gewichten van particulieren te granen behoorde te worden horzien en het ernstig plan gebruiken, wanneer de plaats, waar de weging moet ge- bij haar bestond om daartoe de vereischte voorstellen schiedente ver van een meet- en weeghuisje ver te doen. Zoo achtte zij, zooals uit haren hiervoren aangehaalden brief bleek, o. a. de tweede grief van meergemeld dage wijderd is. Wij deelen dit gevoelen. Het gevolg daarvan zal echter zijn dat er enkele stellen gewichten en evenaars meer 0 ussv.iv oiuiun £uv»i^m.cu cu cveuaars uiee, lijksch bestuur gegrond doch ook in vele andere op- zullen moeten worden aangeschaft, alsmede een paar zoo- zichten was wijziging en aanvulling der verordening zeer genaamde bokken voor het aanhangen der schalen, benevens gewenscht. een paar wagentjes om die voorwerpen gemakkelijk te Zij wenschte ons dan ook zoo spoedig mogelijk te kunnen vervoeren. ipriPTl van ailrioc nnrses 1 )- 1- TT 1 - uivgviijA ic dienen van advies omtrent eene algeheele herziening der verordening. yj.. k miiicii wuruen oezwaarc Bij schrijven, gedateerd December 1896 no. 192, ont- houden dezer voorwerpen IllffPn wii rlan nnl- mn k.,n» ll Het behoeft geen betoogdat de meters-wegers niet kunnen worden bezwaard met het aanschaffen en onder- i ,,v'- W"1 vingen wij dan ook van haar een geheel nieuw ontwerp met toelichtingen, terwijl zij bij missive van 28 April j.l no. 194 nog enkele wijzigingen indiende. Art. 17 is nieuw. Het komt voor dat men een meter weger wenscht voor het constateeren van het gewicht bij het ontvangen of afleveren van granen die per gewicht - - - i—o—o~..v.c I uoi uuiwiugcii fi r__ 0_ Het ingediende concept hebben wij voor de samenstelling worden verkocht. Door dit mogelijk te maken wordt ook eener nieuwe verordening grootendeels gevolgdwaarna het geldelijk voordeel der meters-wegers bevorderd, wij ons ontwerp aan de beurscommissie hebben pa- Art. 19. Do loonen vim oonin-c7me teneinde wij ons zonden aan de beurscommissie hebben ge- ons hare opmerkingenzoo zij die Art. 19. De loonen zijn eenigszins gewijzigd, in dien zindat zij voor groote partijen iets lagerdoch voor L 0-~ t .«ui giwic pax ujüu icis jager, uocn voor mocht hebben, mede te deelen. Daarvan is nog eene enkele kleine partijen iets hooger zijn gesteld. De beurscommissie wijziging het gevolg geweestzoodat wij kunnen mede- verzekertdat die wijziging geen nadeeligen invloed zal deelendat de den raad thans aangeboden ontwerp- hebben op de totale verdiensten der meters-wegers. - verordening de goedkeuring der beurscommissie wegdraagt. Art. 24. Door de verminderde verdiensten acht de Behalve het kardinale puntde wijze van meten en beurscommissie het noodigde belooning van den kom- wegen, dat nu, na ernstige overweging, nader is geregeld mandeur, thans 10 van de ontvangen loonen bedra- (zie art. 16), is door de bepaling van art. 18, naar wij gende, te verhoogen tot 15 Wanneer het getal meters- vertrouwen ook tegemoet gekomen aan de tweede griefj wegersvroeger 18, en nu nog 9 bedragende, tot 8 zal van het dagelijksch bestuur der Friesche Maatschappij zijn ingekrompen, waardoor de verdeeling der loonen voor van landbouw. i iorlnr </nnx-nnl ff.inofi-.ft» —.1.4 icuci /.uuveci Doch ook zijn eenige andere meer of minder belang- niet bezwarend Uta vnron,ln.;„^„ 1L_ i. r ieder zooveel gunstiger wordtacht men die verhooging rijke veranderingen aangebracht. Zoo wenscht de beurscommissie het getal wegers tot acht te beperkenomdat de aanvoer van I ÖICCIY lilill Cll granenzaden en peulvruchten in de laatste jaren zoo aanspraak maakt belangrijk is verminderd en daarmede de inkomsten der loonen. meters-wegers Het gebeurtdat een meter-wegerwanneer hij ander aste meters- werk kan krijgen, zijne werkzaamheden eenvoudig in den steek laat en volgens de bestaande verordeningtoch op een gelijk evenredig aandeel in de Maar nu gebeurt Dat dit niet billijk is behoeft niet nader te worden vniy» ia ueiiueii ui het enkele malen, dat vier ploeg aangetoond. Daarin wordt nu voorzien rl' nipf tiirlinr 1/on oM/um «r. Jn U..U Ti 01 1 i i -«v "W meters-wegers het werk niet tijdig kan afdoen en de hulp van losse werklieden moet worden ingeroepen. Daarom wordt het wenschelijk geacht enkele hulpmeters- wegers aan te stellen, om in drukke tijden dienst te doen. TJ r\h 1-1--- ----- In art. 31 der bestaande verordening is nog sprake van een spaarkasdie echter sedert jaren niet meer be staat. Die bepaling is daarom niet overgenomen. De overigehiervoren niet aangehaalde artikelen zijn w o«vun. I u'V"5V 1 o - J "V" Het is regelmatigdeze van een aanstelling te voorzien gelijk of nagenoeg gelijk aan de bestaande bepalingen en en ze te doen beëedigen, doch overigens behooren ze als behoevennaar ons oordeelgeen toelichting, gewone werklieden ner uur fo wnnlnn kofnoU I t\- 1 1 gewone werklieden per uur te worden betaald. Men zie hieromtrent de artt. 1 2 4 en 24. De missive van het dagelijksch bestuur der Friesche Maatschappij van landbouw d.d. 9 April 1896, no. 215 -n - Jinausuuuppij van miiuuuuw u.a. y April löUO no. JIO De beide laatste alinea s van art. 3 der bestaande ver- en die van de beurscommissie van 23 April 1896 no rlpmnxr •/nn mof nvorrrnnntvinn -f nr» i ordening zijn niet overgenomen. 182, worden hierbij overgelegd. Stoom Boek- en Steendrukkerij van N. MI EDE.MA Co. ito. Bijlage tot het verslag der handelingen van Bijlage nn. 18. MISSIVE van de commissie van toezicht op het lager onderwijs, houdende advies op een adres van het bestuur der afdeeling Leeuwarden en omstreken van den Bond van Nederlandsche onder wijzers om herziening van de verorde ning tot regeling der jaarwedden en der verdere belooningen van onderwijzers aan de scholen van openbaar lager onderwijs. zin n den heer Burgemeester van I Leeuwarden. Leeuwarden, 22 September 18OT. No. 7679. Wij hebben de eer u hierbij terug te zenden het adres met bijlagen van H. Boonstra e. s.welko stukken door u bij uwe apostille van 27 Augustus j.l. no. 522 in onze handen zijn gesteld om eonsidcratie en advies. Dat adres is drieledigde adressanten verzoeken A. datterwijl art. 3 alinea 2 der verordening Ge meenteblad no. 3 van 1895 voor de bevordering tot de 2c en le klasse het bezit der hoofdacte eischt, voortaan ook zonder hoofdacte bevordering tot die klassen met de daaraan verbonden verhoogingen van jaarwedden mogelijk worde B. dat de nieuwbenoemde onderwijzer worde geplaatst in de klasse overeenkomstig zijn diensttijd eldors doorge bracht en zijne bevoegdheid C. dat voor alle onderwijzers met hoofdacteonver- I schillig of die acte al (volgens art. 24 al. 3 der wet op het L. O.) of niet verplicht is, de te bereiken maximum jaarwedde gelijk gesteld worde. ad A. Met den eersten wensch van adressanten kunnen wij ons in de hoofdzaak zeer goed vereenigen. Ten volle erkennen wij, dat aan het bezit der hoofdacte groote w aarde moet worden toegekend 1°. als bewijs voor kunnen en willen beide en dus voor do energie van den bezitter dier actealthans ge- 1 durende zijne studie daarvoor 2°. als waarborg voor het bezit van theoretische be kwaamheid. Maar een waarborg voor het bezit van practische be kwaamheid is die hoofdacte geenszinsgetuige het feit dat er onderwijzers zijndieofschoon in het bezit der hoofdacte en van bijacten, waaronder zelfs voor middelbaar onderwijs, desniettemin ten eenenmale practisch onbekwaam zijn en der school meer tot last dan tot voordeel strekken. Practische bekwaamheid toch wordt verkregen eensdeels door natuurlijken aanleg, anderendeels door oefeningen in de school zelve, gepaard met vurige belangstelling in het onderwijs en liefde tot de leerlingen. Dit is zóó waar, dat wij veilig durven bewerendat een belangstellend onderwijzer zelf do beste leerling zijner klasse is. En, vragen wij, staat het vast, dat de belangstellende practische bekw ame onderwijzerals hij geene hoofdacte bezit, zich ook niet door vakliteratuur op de hoogte van zijn tijd zal weten te houden en ook niet door eigen studie zal trachten aan to vullen wat hem tot eene goede waarneming zijner plichten nog ontbreekt Evenmin staat het vast, dat een onderwijzer, die de hoofdacte bezit, de verworven theoretische kundigheden zal onderhouden en aanvullen door voortgezette studie. den gemeenteraad van Leeuwarden 1897. I Dat het verkrijgen der hoofdacte eene zeer zware ar beid vordertbewijst het jaarlijks waar te nemen feit dat van do eandidaten voor de hoofdacte slechts een derde gedeelte slaagt. Is het dan te verwonderendat zoo menig uitstekende practisch zeer bekwame en zeer belangstellende onderwijzer door steeds klimmende huiselijke zorgen en moeiclijkhedcn, door ziekto of door gebrek aan het noodige om de hulp middelen ter voorbereiding to betalen, in bet verkrijgen dier acte niet of nooit slaagt Wij wijzen ten overvloede op het feitblijkende uit den bij het adres gevoegden staat van bezoldigingen, dat in geene gemeentedie met Leeuwarden kan worden vergelekende maximum-jaarwedde voor onderwijzers zonder hoofdacte zoo laag is gesteld als hier het geval is. Aan dien staat hebben wij do volgende cijfers ontleend Maximum-jaarwedde voor onderwijzers zonder hoofdacte Dordrechtf 800. Hoorn700. Deventer700. Amersfoort800.— J zonder Utrecht800. Den Haag900.extra Haarlem850. Arnhem900.bezoldiging. Rotterdam900. Groningen900. Arasterdam900. Wij achten mitsdien onder verwijzing naar de motieven in het adres vervatde grieven van adressanten alleszins gerechtvaardigd ad B. Ook de vervulling van den tweeden wensch der adressanten achten vij ten volle billijk en plichtmatig. Volgens art. 3 der genoemde verordening worden alleen onderwijzers met minder dan 5-jarigen diensttijdelders doorgebracht, bij hunne benoeming geplaatst in de klasse (4e of 3c kl.) waarop zij volgens hun diensttijd aanspraak hebben. Dit is niet het geval met onderwijzers die bij hunne benoeming alhier meer dan 5 jaren elders hebben door gebracht en de hoofdacte bezitten. De onbillijkheid van dien maatregel voor de laatstgenoemdo onderwijzers tegen over de eerstgenoemde ligt voor de hand. Het is toch o.i. duidelijkdat overeenkomstig het beginseluitge sproken in genoemd artikelom den diensttijd elders bij de benoeming alhier in rekening to brengen een onder wijzer met hoofdacte en meer dan 5-jarigen diensttijd elders doorgebracht ten minste in de 2e klasse behoort te worden geplaatst. Volgens de bestaande redactio evenwel van genoemd artikel kan do laatstbedoelde onderwijzer in de 3e klasse worden geplaatst. Ons komt dit onbillijk voor en achten wij daarom onder verwijzing naar de motieven van adres santen eene wijziging van dat artikel zeer wenschelijk vooral ook daar eene dergelijke wijziging in het belang zou zijn van het onderwijsdoor het bevorderen der mogelijkheid om goede onderwijskrachten van elders naar hier te lokken. ad C. In verband met de boven door ons aan het bezit der hoofdacte toegekende groote waarde en over eenkomstig het derde verzoek van adressanten, achten wij liet onbillijk dat alleen aan zoovele bezitters van hoofd noten als de wet op het lager onderwijs voor elke school eischteene verhooging van jaarwedde wordt toogekend die niet wordt gerechtvaardigd door moerderd werkzaam heid of verantwoordelijkheiddaarentegen geeft o.i. het bezit der hoofdacte per sé na volbrachten diensttijd van 10 jarenvolkomen aanspraak op eene hoogerejaarwedde dan het maximum aan de le klasse verbonden. In deze moening worden wij gesteund door het feit dat in verreweg de meeste gemeenten, dio met Leeuwar den kunnen worden vergeleken, de voor den bezitter der hoofdacte te bereiken maximum-jaarwedde aanzienlijk moer bedraagt dan hier, zooals uit do onderstaande opgave moge blijken

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1897 | | pagina 59