6 Bijlage tot het verslag der handelingen van don gemeenteraad van Leeuwarden, 1897. g Hoofdstuk II. Afdeeling .ÏS VI. O OMSCHRIJVING DER INKOMSTEN. Ontvangen BEDRAG in 1896. GERAAMD BEDIL voor 1897 189! 10 Art. 3. 11 12 Art. 4. Art. 5. Transport 2849.50 Voorts zijn, met het oog op de opbrengst, de opkomsten geraamd van de Vrouwen- poortsbrug op550. do Verwersbrug150.50 lo Kanaalbrug1300. 2e idem 1300. Samen 6150. De raming van de opbrengst der beide kanaalbruggen is lager dan liet vorig jaaruithoofde de doorvaarts- gelden ad 15 eent, bij raadsbesluit van 22 Dec. 1896, tot 10 cent zijn teruggebracht. De heffing geschiedt, wat betreft de doorvaartsgelden van de Vlietster- en Boomsbruggen krachtens raads besluit van 21 Februari 1856, goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 18 Augustus daaraanvolgend. Poppebrug, krachtens raadsbesluit van 26 Juli 1856, goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 17 September daaraanvolgend. Blauwebrugkrachtens raadsbesluit, d.d. 15 April 1858goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 10 Mei daaraanvolgend. Harlingervaartsbrugde Vrouwenpoortsbrug en do Noorderbrug, krachtens raadsbesluit van 3 Mei 1860, goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 19 December daaraanvolgend. Ophaalbrug op het Vliet, krachtens raadsbesluit van 31 October 1861 goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 19 Januari 1862. Potmargebrug, krachtens raadsbesluit van 18 Januari 1863goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 5 Februari 1863 (dit heflingsbesluit wordt thans niet meer toegepast). Verwersbrug, krachtens raadsbesluiten van 17 Juli en 13 October 1870, goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 18 November 1870. Wirdumerpoortsbrug en Prins-Hendriksbrug, krachtens raadsbesluit van 8 Juli 1875, goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 3 November 1875, en die van de beide bruggen over het Nieuwe Kanaal, krachtens raadsbesluit van 22 December 1896, goedgekeurd tot 1 Juli 1902, bij Ivoninlijk besluit van 25 Januari 1897 no. 20. Opbrengst van veergelden De opkomsten van twee pontveren zijn met ingang van 12 Mei 1896 tot 12 Mei 1901 verpacht als volgt: het pontveer tot overvaart van de gracht tusschen de Oosterkade en den Grachtswal voor ƒ131. bij het Ziekenhuis650. Het pontveer bij de Schoolstraat is tot 30 April 1900 verpacht voor23. Samen 804. De heffing geschiedt krachtens raadsbesluit van 8 October 1889 goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 23 November 1889, no. 21, wat de pontveren aan den Grachtswal en bij het Ziekenhuis betreften wat aan gaat het pontveer bij de Schoolstraat krachtens raads besluit van 24 Februari 1876, goedgekourd bij Koninklijk besluit van 30 Maart d.a.v. Opbrengst van de waagrechten Do raming is gebaseerd op de opbrengst over 1896. De beffing geschiedt krachtens raadsbesluit van 28 Juli 1891 goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 19 Augustus d.a.v. no. 23. Opbrengst van de beursrechten Gelijk geraamd als het vorige jaar, naar de opbrengst over 1896. Transporteeren 7476 11 7100- 706 796 4996 3710 16889 97 4 5700 82 J 3800 91 17396 695C 804 5000 3800 16554 ■V •- A.-Wi- Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad, van Leeuwarden1897. s Hoofdstuk II. Afdeeling VI. OMSCHRIJVING DER INKOMSTEN. Ontvangen BEDRAG in 1896. GERAAMD BEDRAG voor 1897. 1898. 13 Art. 6. 14 15 16 17 10. Transport De heffing geschiedt krachtens raadsbesluit van 28 Augustus 1888, goedgekeurd bij Koninklijk be sluit van 5 October d.a.v. no. 5. Opbrengst van de marktgelden De raming is als volgt a. wegens het plaatsen van kramendisschen en andere voorwerpen voor het verkoopen van goederen en het plaatsen van tenten enzf 2325. b. wegens de veoraarkt19675. Samen 22000 Het marktgeld sub a vermeld is tot 1 Januari 1900 verpacht voor 2325. De marktgelden sub b vermeld hebben in 1896 opgebracht 21154.05. Met het oog op verschillende omstandigheden die invloed kunnen uitoefenen op de opbrengst der sub b bedoelde belastingis het niet raadzaam voorgekomen het begrootingscijfer belangrijk op to voeren. Diensvolgens is de raming bijna gelijk als het vorige jaar. De heflig geschiedtwat de marktgelden sub a be treft krachtens raadsbesluit van 24 Mei 1890goed gekourd bij Koninklijk besluit van 1 Juli d.a.v. No. 30 en van die sub b genoemd krachtens raadsbesluit van 28 December 1876goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 31 Januari 1877. Opbrengst van de vischmarkt De heffing van de Vischmarktgelden geschiedt krach tens raadsbesluit van 10 November 1891goedge kourd bij Koninklijk besluit van den 8 December 1891 No. 26. Ofschoon deze heffing in 1896 niets heeft opgebracht, heeft men toch daarvoor een klein bedrag op do be grooting uitgetrokken. Opbrengst van het havengeld Het havengeldgeheven krachtens raadsbesluit van 17 Juni. 1893goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 28 Juli d.a v. No. 26, is tot ultimo December 1898 verpacht voor 6200. Opbrengst der begraafplaatsf Met het oog op de opbrengst over 1896 is de raming gelijk als het vorige jaar. De heffing geschiedt krachtens raadsbesluiten van 18 December 1869, 10 Februari en 12 Mei 1870, zooals die laatstelijk zijn gewijzigd bij raadsbesluit van 24 Juli 1888 No. 7 goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 17 Augustus 1888 No. 22. Opbrengst van schoolgelden De raming is in verband met de opbrengst over 1896 en met inachtneming van de eventueele gevolgen der voorgestelde wijziging van het heflingsbesluit als volgt Opbrengst 1896. Raming 1898. Gymnasium 7064.27 7000.— Middelbare school voor Meisjes 4965.624 4960.— Burgerdagschool 155. - 150. Gemeenteschool No. 1 678.624 790. 2. 3398.951 4070. 3. 309I.35.J 3710.— 4 5268.064 6430.— 5. 654.25 760.- 6 435.874 500.— 7. 584.374 680.— Transporteeren ƒ26299.394 29050. - 16889 91 23381 15 1 7396 21900 16554 22000 Nihil. 6200 4592 10 511 6200 4750 28812 89:j 30010 79876 47 80266 0200 4750 31550 - 81060

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1897 | | pagina 63