HÉ TT 2 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1897. In het verslag wordt voorts zeer juist opgemerkt, dat het ijs in de buitengemeenten over het geheel eerder eene voldoende sterkte heeft dan in deze gemeentewaar bovendien de banen veel meer hebben te dragen door zware vrachten en opeenhooping van raenschen. Volgno. 115. Uitbreiding van gloeilicht ligt in de be doeling doch uniformiteit van lantaarns zou, zooals door rapporteurs terecht wordt opgemerkt, teveel kosten vorderen. Volgno. 147. Met het college brandmeesters zal over legd worden, welke maatregelen moeten worden genomen om ten allen tijde een meest spoedig gebruik van de brandladders te kunnen maken. Met de gemeentebesturen van Menaldumadeel en Tiet- jerksteradeel bestaan geene overeenkomsten ter zake het onderling verleenen vun hulp bij brand. Wij kunnen ook niet inziendat er voor deze gemeente aanleiding kan bestaan zoodanige overeenkomst aan te gaan. Waar Leou- warderadeel, met dorpen, waar brandspuiten zijn gestatio neerd, grenst aan verschillende dicht bebouwde gedeelten onzer gemeenteis ongetwijfeld een overeenkomst tot wederzijdsche hulp bij brand gewenschtmaar in geval van brand in of onder deze gemeente zou Menaldumadeel en Tietjerksteradeel, door den betrekkelijk verren afstand, weinig of geen hulp kunnen verleenen. Bovendien kan worden aangenomen, dat de brandweer in deze gemeente op zich zelve in staat is, om ook een uitgebreiden brand te beperken en meester te worden. Volgno. 164. Rapporteurs wenschen, dat de politieten allen tijde waakzaam zij met betrekking tot de baldadig heid der jeugden tot handhaving van de openbare orde en veiligheid van personen en goederen zooveel doe als ze vermagen brengen dien wensch over aan den burgemeester. Wij meenendat „de veiligheid" hier in 't algemeen al zeer weinig te wenschen overlaat en zelfs gunstig afsteekt bij vele andere gemeenten. De baldadigheid der jeugd ishelaas vry algemeen. Sedert enkele politieagenten van een rijwiel zijn voorzien kan er iets beter voor gewaakt worden. Maar on het ontnemen aan de politie van de macht, om een op heeter- daad betrapten straatjongen een lichamelijke kastijding toe te dienen èn de wijze van berechting van dergelijke overtredingen, werken uiterst verlammend op een optreden dat het vereischte succes kan hebben. Naar het misbruik, dat door leiders of drijvers van vee van het terrein der huidenmarkt zou worden gemaakt zal onderzoek worden gedaanen zoo noodigzullen daartegen maatregelen worden genomen. Volgno. 170. Daar, na het indienen der begrooting door den raad is besloten om met 12 Mei a.s. ook de bruggelden voor de Wirdumerpoortsbrugdo Verlaats- en Noorderbrug bij gadering te doen innen, en de beloo ning van den gaarder op de Vrouwen poortsbrug te bren gen op ƒ8.per week, dient ook om die reden deze post versterkt te worden en wel als volgt voor de Vrouwen poortsbrug met52.- Prins-Hendriksbrug met416. Wirdumerpoortsbrug met276. Verlaatsbrug met276.— Noorderbrug met276. Vergoeding voor personeele belasting 30. 1326.— Volgno. 184. Deze post kan nader worden uitgetrokken tot een bedrag van 28,810. Volgno. 197. Met de proef, om door een beter soort kachels en een meer doelmatig stoken tot bezuiniging van brandstof te komen wordt voortgegaan. De resul taten daarvan zullen mettertijd reeds uit de aan te vragen sommen voor brandstof kunnen blijken. Intusschen zul len wij gaarne te zijnertijd meer speciaal de aandacht van den raad hierop vestigen. Volgno. 227. Nadat herhaaldelijk verordeningen omtrent het pensioneeren van gemeente-ambtenaren en bedienden waren ingediend en door den raad behandeldzijn deze ten slotte toch verworpenofschoon daarin het stelsel van bijdragen werd opgenomen. Eerst de verordening van 1893 mocht de goedkeuring van den raad verwerven, en het komt ons voor, dat in deze, na veel moeite verkregen regeling, geen verandering behoort te worden gebracht. Zooals in het rapport wordt opgemerkt, zou van verre weg de meeste personen, die in de termen van pensioen kunnen vallen, zonder een verhoogd loon of eene hoogere bezoldiging, moeilijk eene bijdrage kunnen worden ge vorderd terwijl ook bij het betalen van contributie een zekere leeftijd dient te worden bepaald, waarop aanspraak op pensioen wordt verkregen, omdat men anders den een boven den ander zou bevoordeelen. Nu echter bestaat geen bepaalde aanspraak op pensioen en kan men een ambtenaarbediende en werkman zóó lang in dienst houden, als hij zijne betrekking behoorlijk kan waarnemen. Eerst wanneer werkelijk blijkt, dat hij ongeschikt is ge worden voor zijne betrekking, wordt hem pensioen toe gekend. De vraag is volkomen gerechtvaardigdof dit stelsel niet financieel voordceliger is voor de gemeente dan een stelsel waarbij bijdragen worden gevorderden wij zijn geneigd, die vraag toestemmend te beantwoorden. Op het pensioen van hen, die elders gaan wonen, eene korting toe te passenlacht ons niet toe Slechts enkele sedert 1893 gepensioneerden hebben hunne woonplaats naar elders overgebracht. Daarvoor kunnen gegronde redenen bestaan. De gezondheidstoestand van den gepen sioneerde kan dit wenschelijk doen zynfinanciëele om standigheden kunnen het noodzakelijk maken een goed- koopo streek tot woonplaats te kiezen, en ook kunnen er familie-omstandigheden zijn, die den gepensioneerde nopen zich elders te vestigen. In menig geval zou het dus een hardheid kunnen zijn de korting toe te passen, en wilde men uitzonderingen makendan zou de raad telkens moeten treden in eene beoordeeling, of er voldoende grond bestond om van de korting af te zien. Terecht is opgemerktdat deze post nog moet worden verhoogd met het aan de wed. A. J. Simmer op 12 October toegekende pensioen van 20. Ook dient verhooging plaats te hebben wegens het bij besluit van 9 dezer aan mej. de Wijs verleende pensioen van 400, dat met 1 Februari 1898 zal ingaan. INKOMSTEN. Volgno. 1. Burgemeester en wethouders kunnen zich vereenigen met het voorstel, om dit artikel uit te trekken voor memorie. Volgno. 5. Het kan niet worden tegengesproken dat sedert een percentage van 5.32 °/0 wordt toegepast, het zuiver bedrag van 217,400, geraamd als opbrengst, niet is verkregen. Ofschoon nu de werkelijke opbrengst van omstandigheden afhankelijk ismaken wij geen be zwaar den aftrek van ƒ2600 hooger te stellen, nu de in de begrooting aan te brengen wijzigingen daartoe gelegen heid aanbieden. Volgno. 6. Het zou wenschelijk zijn, dat er feiten wer den opgegeven waaruit kan blijkendat de opneming dei- belastbare honden niet naar behooren plaats heeft. Bur gemeester en wethouders zijn zoodanige feiten niet bekend. Volgno 17. Daar, na liet opmaken der begrooting, is gebleken dat het getal leerlingen van het gymnasium is verminderdzal het voor schoolgeld uitgetrokken bedrag 150 lager moeten worden gesteld. Volgnon. 22 en 28. Ten onrechte wordt uit het ant woord, in de 2e sectie gegeven, afgeleid, dat burgemees ter en wethouders geene heffingen als onder deze volg nummers zijn omschreven, zouden wenschen te zien toe gepast. Integendeel zijn zij van oordeeldat eene belas ting wegens gebouwde eigendommen die zelve of wier aanhoorigheden aan de openbare straten of wegen dei- gemeente belenden, voor deze gemeente op goede gron den kan worden aanbevolen. In 1893 is daartoe oen voorstel door hen gedaan. Zij wenschten toen eene der Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden1897. gelijke belasting te doen heffen onder den naam van „straatgeld". Zoowel schriftelijk als mondeling werd dit voorstel door hen met warmte verdedigddoch het mocht de goedkeuring van den raad niet wegdragen. Het werd in de vergadering van 4 November met 13 tegen 8 stemmen verworpen. Bij de herlezing van de schriftelijke en mondelinge be handeling van dit voorstel hebben zij niet den indruk gekregendat de meeste tegenstemmers om bijkomstige redenen hun goedkeurende stem aan het voorstel zouden hebben onthoudenmaar dat zij tegen de heffing van zoodanige belasting op zich zelve bezwaar hadden, daarin gesteund door een deel der ingezetenen. Daarom werd in de 2e sectie geantwoorddat burge meester en wethouders de moed ontbrakopnieuw eene dergelijke voordracht in te dienen. Men mag toch van hen geen noodeloos werk verwachten. Allicht zou zelfs de vraag kunnen worden gedaanof het niet van ovor- moed getuigde of van een zucht tot doordrijven van eigen meening, indien zij reeds zoo spoedig, nadat hun voorstel met vrij groote meerderheid was verworpen, eene nieuwe, in den grond der zaak gelijke voordracht indienden. Blijkt intusschendat zoodanige voordracht thans kans zon hebben van te worden aangenomen, dan zullen bur gemeester en wethouders zich gaarne onledig houden met die voor to bereiden en daarna in te dienen, daar zij nog altijd van oordeel zijn, dat de heffing van een straatgeld, zij het dan onder een anderen naam, aanbeveling verdient. Volgno. 27. Burgemeester en wethouders deelen geheel bet gevoelen van rapporteurs, dat het eigenbelang van den pachter eene betere waarborg zal zijn voor goede consumptie en billijke prijzendan de in de 2e sectio aangeprezen maatregelen. Volgens het pachtcontract is het tarief voor de ververschingen aan de goedkeuring van burgemeester en wethouders onderworpen. Maar verder kan moeielijk worden gegaan. Het gaat niet aan, hun op tc dragen de maat van elk glaasje te bepalen, de sterkte en de verdere gehalte van jeneverbier en wijnde kwaliteit van thee en koffie aan te geven en daarop toezicht te houden. Het aanleggen van een klachtenboek zou dan ook niets baten. De bezoekers kunnen den pach ter, die geen goede waar leverthet best straffen door hem zijn waar te laten houden of er zoo min mogelijk van te gebruiken. Volgno. 38. Behalve voor de commissie van aanslag voor de bedrijfsbelasting worden lokalen beschikbaar ge steld voor de zettersvergaderingen voor die van de kamer van koophandelhet college brandmeestersde beurs- commissie, de buurtbezoekers en misschien nog voor die van enkele andere dergelijke oflicieole corporation. Wij meenen, dat voor die vergaderingen geen ver goeding moet worden gevraagd. Terecht is opgemerkt, dat geen huur voor den bagger molen is uitgetrokken. Daarvoor kan/25 worden geraamd. Volgno. 53. Do in de toelichting op dit artikel uitge trokken uitgaven kunnen verminderd worden met ƒ2000 en de ontvangsten wegens schoolgelden met f 150. In verband hiermede kan het artikel nader worden uitge trokken op 10.735. Volgno. 67. Ook burgemeester en wethouders kunnen moeilijk aannemendat de prijzen voor het bouwterrein aan weerszijden van het kanaal te hoog zijn gesteldals men in het oog houdtdat het overal is gelegen aan breede straten, waarin riool, gas- en waterleiding, en het overigens in vele opzichten tot bouwen schijnt uitte noodigen. Zij meenen voorts niet onopgemerkt te moeten laten dat aan do zuidzijde van het kanaalin de bijna onmid dellijke nabijheid van de eerste brug, ongeprijsd en onver deeld bouwterrein is gelegen, dat, zoo zou men oordeelen, in de eerste plaats gegadigden moet lokken en toch is tot dusver geen aanvraag om een gedeelte van dat terrein ingekomen. Het schijnt dusdat voor het oogenblik nog geen dringende behoefte bestaat aan bouwterrein voor burgerwoningen, en daarom is het zeker raadzaam, geduld te oefenen. Inmiddels zullen wij overwegen, of het wenschelijk mag worden geachtbouwterreinen achter het Zuidvliet bij wijze van proef in publieke veiling te brongen. Het verslag hiermede voor zooveel noodig, beantwoord hebbende, deelen wij nog medo, dat de onder volgno. 188 uitgetrokken jaarwedden voor onderwijzers met 500 kan worden verlaagd, tengevolge van de wijzigingen, die in de door ons ingediende ontworp-verordening tot nadere rogeling dier jaarwedden zijn gebracht, alsmede dat ten gevolge van het afstaan van lokalen van het gymnasium voor landbouwonderwijs en verschillende andere na de aanbieding der ontwerp-begrooting genomen raadsbesluiten, aanvulling van sommige artikelen wordt vereischt. Naar aanleiding hiervan en van de opmerkingen in het verslag gemaakt, worden door ons de volgonde wijzigin gen en aanvullingen in de ingediende gemoentebogrooting aangebracht. INKOMSTEN. Volgno. 1. In plaats van nihilte vermelden memorie. Volgno. 5. Voor aftrek, in plaats van 2600, uit te trekken 3356 en voor 217,400 als vermoedelijk zuivere opbrengst aan te brengen 216,644. Volgno. 9 te verhoogen met 1550 en uit te trekken op 7700. Volgno. 17. Do som van 31,550 te verminderen met 150 en nader uit te trekken op f 31,400. Het totaal van afd. VIhoofdst. II der inkomsten te bepalen op 82,580 en het totaal van hoofdstuk II nader vast te stellen op 383,584. Volgno. 38. De specificatie van dit artikel aan te vullen als volgt Huur van den baggermolen25. Vergoeding voor het gebruik van een lokaal in de gemeenteschool no. 10 20. Vergoeding voor het gebruik van den Lok- kumerweg3. Het artikel, geraamd op ƒ1230, nader uit te trekken tot een bedrag van 1280. Het totaal van hoofdstuk III der inkomsten vast to stellen tot een bedrag van 64,026. Volgno. 53. De specificatie dezer uitgaven met ƒ2000 en de ontvangsten met ƒ150 te verminderen en het geraamd bedrag nader te bepalen op ƒ10,735. Aan hoofdstuk V der inkomsten wordt toegevoegd oen niouw artikel 21a, onder volgno. 61a, luidende: Vergoeding van de kosten van verlichting, verwarming en schoonhouden der lokalen van de landbouwwinterschool ƒ190. Het totaal van hoofdstuk V te bepalen op 242,858.37. Het totaal der inkomsten geraamd op f 904,209.37 nader te bepalen op ƒ904,168.37. UITGAVEN. Volgno. 82 te verhoogen met ƒ80 en nader uit te trekken tot een bedrag van ƒ1687. Volgno. 83 te verminderen met ƒ80 en nader uit te trekken op ƒ357. Volgno. 107 te verhoogen mot 500 en nader vast te stellen op ƒ6730. Het totaal van afd. I, hoofdstuk III der uitgaven vast te stellen op ƒ54,930 en het totaal van hoofdstuk III op ƒ259,835. Volgno. 170. Dit artikel te verhoogen met ƒ1326 en nader uit te trekken op ƒ3071. Het totaal van afd. IV, hoofdst. VI, te bepalen op 7211 en het totaal van hoofdst. VI op 42,631. Volgno. 184 te verlagen mot 2000 en het artikel uit te trekken op 28,810. Volgno. 188 te verlagen met 500 en nader vast te stellen op 96,700. Aan afd. II van hoofdst. VII toe te voegen een nieuw artikel 23onder volgno. 205a, luidende

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1897 | | pagina 98