2 Bijlage tot het verslag der handelingen van don gemeenteraad van Leeuwarden, 1S98. men dit af van de uitgetrokken 9300 dan komt men tot een bedrag nagenoeg gelijk aan datuitgetrokken op de begrootingen van vóór 17 a 18 jaren, terwijl uit het medegedeelde tevens volgtdat ook het personeel der beambten voor de gemeentewerken niet kan gezegd worden te zijn uitgebreid. „Meer in het bijzonder" zoo leest men in het ver slag „was het bezwaar gericht tegen do voorgedragen „verhooging van de jaarwedde van den opzichter der „beplanting met f 100." En als argument wordt aange voerd, „dat voor dezen ambtenaar, die het gedurende het „winterseizoen toch weinig druk heefteene jaarwedde „van f 1000 voldoende moet worden geacht". De raad heeft er in 1895 anders over gedacht. Hij heeft toen den opzichter der plantsoenen met de overige gelijk gesteld. Bij verschillende gelegenheden is dan ook de moening geuitdat het oorspronkelijk tractement van f 800 voor dezen opzichter te laag was. Zoo leest men in het verslag van het sectie-onderzoek der gemeentebegrooting voor 1888 „In de tweede plaats werd gewezen op de van lieverlede „zeer belangrijk geworden omvang der bemoeiingen en „werkzaamheden, die worden gevorderd van den opzichter „der beplantingen, die geheel de zorg voor- en het toezicht „op de plantsoenen dezer gemeente draagteene functie „diemoeilijk uit haren aard steeds bloot staat aan de „kritiek van iedereen en aan de niet altijd billijke verge lijking met wat elders onder vaak gunstige omstandig heden wordt aangetroffen en toch op hoogst loffelijke „wijze wordt veriicht, zoodat niet alleen sedert 1882 de „plantsoenen een sieraad van deze gemeente uitmaken „maar ook de bewondering wekken van hen die elders „aan de voordeelen van eene vriendelijke natuur, gunstigen „bodem, gelukkig klimaat en rijke omgeving gewoon zijn. „Deze opmerking lokte de vraag uit, of niet, óók nu „iedere verhooging van uitgaaf buiten noodzaak dient „vermeden te worden, in het welbegrepen belang der ge beente eenige verbetering van het aan die functie ver honden tractement van f 800 'sjaars zou behooren te „worden aangebracht, eene vraag, die van meer dan ééne „zijde met instemming werd begroet." De verdiensten van dien opzichter werden dus wel zeer geapprecieerden naar onze overtuiging zeer terecht. Maar, zoo wordt in het tegenwoordig verslag gememo reerd „hij heeft het gedurende de wintermaanden toch „weinig druk". In het sectie-verslag over de gemeentebegrooting voor 1898, werd, naar aanleiding van de raeening, dat de opzichter der plantsoenen aan zijn gewoon werk zou worden onttrokken, doordat men hem het toezicht op het onderhoud van landerijen en slooten opdroeg, gewezen „op de uitbreiding, welke voortdurend aan de gemeentelijke „plantsoenen wordt gegeven" en „op art. II zijner in- „structie, ten doel hebbende, al zijn tijd en krachten voor „den dienst der plantsoenen in beslag te nemen met de „opmerking, dat de beteekenis van dat verbod moet ver- „minderen, wanneer langs anderen weg aan de bedoeling „daarvan wordt tekort gedaan." Nu kon 't daarom nog wel zijn dat de opzichter der plantsoenen het in de wintermaanden toch weinig druk had. Maar dit is volstrekt niet het geval. De wintertijd is voor dien opzichter een tijd van voorbereiding voor den volgenden zomer. Dan moeten er bijzondere en nood zakelijke werkzaamheden door hem persoonlijk worden verricht. Dan heeft hij te zorgen, dat alles tijdig en goed geborgen wordt dat de uitheemsche planten, die telken jare grooter worden, weer een geschikte bergplaats krijgen dat in de kasten tijdig en voldoende worde gestookt, dat deze steedsnaar gelang van omstandigheden worden gedekt en ontdektdat de noodige bloemen voor 't volgend seizoen worden gekweekt en uitgeplant in andere bakken dat de heesters en de boomen in de plantsoenen en de lanen tijdig en met zorg worden gesnoeid. Inderdaad, ook in de wintermaanden is er voor den opzichter werk genoeg. En al ware dit niet het gevalwat beteekent dan nog de opmerking van „weinig drukte" in verband met zijn tractement Het is hem immers verboden, om zijn vrijen tijd dienstbaar te maken aan het verkrijgen van meerdere inkomsten. Volgno. 75. Jaarwedden van de umbtenaren Ier secretarie en bedienden bij liet gemeentebestuur. Overeenkomstig het voorstel der commissie van rap porteurs kan deze post met 100 worden verminderd en vastgesteld op 10,400. Volgno. 103. Abonnement voor telephonische verbindingen. Dat er slechts óén korenfactor met de korenmeterswacht is verbonden, bewijst niet, dat een telephoontoestcl in die wacht onnoodig zou zijn. Voor de beurs en verschillende lokalen, waar handelaren zitting hebben, wordt 's vrijdags meermalen van de telephoon gebruik gemaakt. Op den gegeven wenk, om bij vernieuwing der concessie gunstige bepalingen voor de gemeente te bedingen ten aanzien der telephoontoestellengeplaatst in gebouwen voor den publieken dienst bestemd en voor andere ge meentelijke inrichtingen zal worden gelet. Volgno. 109. Onderhoud van straten, pleinen, kaden enz. Gaarne zullen we rekening houden met den ook reeds ten vorigen jare uitgesproken wensch, om den weg tusschen de Singelstraat en de zwemschool te verbeteren en voor de daar gestichte gebouwen trottoirs aan te brengen. Wij moenen echter, dat de stand der gemeentefinanciön vooralsnog niet toelaatdaartoe over te gaan. Het zal misschien overweging verdienen om, zoo mogelijk, op de volgende begrootingen eene som voor dat doel uit te trekken, opdat de verlangde verbetering geleidelijk kan worden tot stand gebracht. Onder dit volgnommer wordt voorts medegedeelddat in de 2e sectie de aandacht was gevallen op de voort durende verhooging van dezen onderhoudspost. In 1897 was uitgegeven f 9082.26svoor 1898 was geraamd J 9370 en voor 1899 wordt uitgetrokken f 10,010. Men meendedat hierop wel viel te bezuinigen. In tegenstelling hiermede werd in het sectie-verslag over de begrooting voor 1898 „gewezen op don in het „algemeen zeer onvoldoenden staat van de bestratingen „in de gemeente en in overweging gegeven, den directeur „der gemeentewerken te doen wetendat verbetering „daarvan op ruime schaal zeer wenschelijk is". En rap porteurs bevalen de voormelde opmerkingen aan de aan dacht van burgemeester en wethouders aan. Daarop werd door ons geantwoord „Het zal geheel overbodig zijn den directeur der ge meentewerken te doen weten, dat verbetering der bestrating „op ruime schaal zeer wenschelijk zou zijn. Deze isdaar- „van met ons overtuigd, maar men zou te dezen aanzien „kunnen zeggen „„de wal keert het schip."" Daar de stand der begrooting het toeliet, is dan nu ook een hooger bedrag van ruim f 600 voor dezen post uitgetrokken. Eenige jaren geleden zijn ter wille van enkele bejaard j wandelaars, die dat verzocht hadden, op de straatwegen, en zoo ook Achter de Hoven, enkele rustique banken ge plaatst. Het is ons voornemen nietdeze door andere meer kostbare te vervangen. Wij achten dit geheel overbodig. Volgno. 111. Kosten van aankoop van boomen, planten enz. roor het plantsoen. Ook met het oog op eene mogelijke uitbreiding dei- veemarkt, wordt verkoop van bedoeld terrein niet wensche lijk geacht. Op sommige marktdagen, zooals op 14, 21 en 28 October j.l.kon het aangevoerde vee slechts met moeite geplaatst worden. olgno. 112. Onderhoud van pompen enz. Zooals is opgemerkt, berust het behoud van deze pomp op een contract. Onderhands gevoerde onderhandelingen tot opruiming der pomp stuitten af op te hooge eischen. Vooreerst schijnt dus in den toestand geen verandering te kunnen worden gebracht. Het onderhoud der drinkfonteinen vordert voortdurend veel zorg en kosten. Het publiek werkt in dit opzicht Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1898. 3 niet mee en 't voorstel tot sluiting of liever latere weder-1 openstelling (ze zijn reeds sedert 1 October gesloten) zou zeer zeker overweging verdienen, ware het niet, dat dan bij droogte de niet-sehuldigen hot meest getroffen zullen worden. Volgno. 114. Jaarwedde van den aanplakker en om roeper. Ofschoon de jaarwedde gering is, zoo bestaat er geen bezwaar tegen de opheffing der betrekking van stads omroeper en aanplakker, nu de verordeningen betreffende de vischmarkt bij raadsbesluit van 24 Mei 1898, no. 10, zijn ingetrokken en er overigens in den loop der tijden eene geheel andere wijze van bekendmaking is ontstaan. Do werkzaamheden van dezen beambte, wat de gemeente betreft, bestaan in het aanplakken op de aanplakborden van aankondigingen enz., die hem daartoe van gemeente wege worden verstrekt. Misschien verdient het daarom aanbeveling, de betrekking te behouden zoolang de tegenwoordige titularis die vervult. Volgno. 117. Daggelden van werklieden der gemeente werken. De waterlappers hebben met hun beiden vijf standpijpen te bedienen, leder hunner heeft daaraan eiken werkdag gemiddeld ongeveer 5 uur te besteden behalve den tijd die noodig is voor het rondbrengen en weder terughalen van voor bepaalden tijd uitgegeven kaarten. Hunne belooningad f 4 per weekkomt ons dus niet te hoog voor. Volgno. 122. Bezoldiging van den waagmeester en der wegers en weegsters. De wegers en weegsters zyn van een vaste aanstelling voorzien. Bij het ontstaan eener vacature zal overwogen wordenof vervulling niet meer noodig is. Volgno. 126. Aankoop en onderhoud van meubelen enz. in het beursgebouw. Voor bedoelde gordijnen zal geen „Lancaster" en ook geen „Vlaamsck linnen" worden gebruikt. Lancaster wordt in de laatste jaren niet meer aanbevolen. De gordijnen zullen gemaakt worden van „Window Holland", een stof die veel op Lancaster gelijkt en sedert eenige jaren hier in alle scholen en dergelijke gemeentegebouwenwaar vernieuwing van gordijnen moet plaats hebben wordt gebruikt. Deze stof kost per vierkante meter 0.43s, terwijl de prijs van Vlaamsch linnen per vierkante meter f 3.25 is. Ook wordt opgemerkt, dat alleen de gordijnen aan de oost- en zuidzijde zullen worden vernieuwd. Volgno. 129. Kosten van de gasfabriek. Met de opmerking omtrent de raming van dezen post kunnen wij ons niet vercenigen. Onder het begrootingscijfer ad f 65,000 is f 1600 begrepen voor aankoop van kluitkalk voor de zuivering en 200 voor aankoop van petroleum ten behoeve der verlichting van sommige buitenwegen, zoodat voor aankoop van steenkool overblijft f 63,200, berekend over 100,000 hektoliter naar ruim 63 cent per hektoliter. In 1897 werd aanbesteed van de benoodigde hoeveelheid gedeelte naarf 0.5580 per hektoliter, i/ 0.5950 Ya 0.6370 'in 1898: 7, gedeelte 0.6425 7 0.6325 i> 7S 0.6320 Totaal 3.6970 of gemiddeld f 0.616 per hektoliter. Hierbij de kosten van opslag, ad 3 cent per hektolitei, zoo komt men tot een middencijfer van 0.646. Het zal nu wel duidelijk zijn, dat verlaging van dezen post zeer is te ontraden. Volgno. 130. Bezoldiging van het personeel der gasfabriek. Op eene in 1896, gelijk thans, aangaande dezen post gemaakte opmerkingis destijds door burgemeester en wethouders te kennen gegeven, dat bij eventueele vacature overwogen zou worden, of de kosten voor de boekhouding aan de gasfabriek voor geene vermindering vatbaar zijn. Wij refereeren ons aan het toen gegeven antwoord. Volgno. 137. Bezoldiging van het personeel der gemeente- reiniging. De opmerking omtrent het opruimen van sneeuw is niet nieuw. Wij gelooven echter, dat het niet aangaat en ook niet doeltreffend zou ziju, eene rogeling in het leven te roepen die den aangrenzenden bewoner verplichtde sneeuw ten zijnen koste te doen opruimen. Bij-het laatste lid van art. 73 der algemeene politie verordening is het aan ieder vergund de sneeuw in de gracht of op het ijs te brengen mits de bijten worden opengehouden. Maar men kan niet ieder opleggen dit te doen. Velen, zoo niet de meesten, wonen daartoe te ver van het water. Het zou aanleiding geven, dat de sneeuw in vele straten bleef liggen. Beter schijnt het, de opruiming, waarbij toch ieder ingezetene belang heeft, maar te doen op kosten der gemeente. De sneeuwopruiming op de toegangswegen der gemeente en ook op de verkeerswegen tot het spoorwegstation ge schiedt steeds het eerst en met den meesten spoed. Volgno. 138. Onderhoud van het aschland en van de daarop aanwezige gebouwen. Aan den directeur der gemeentereiniging is opgedragen, het verbranden van aangevoerde voorwerpen zooveel mogelijk te doen plaats hebben bij noordwestelijken wind. Aan dit voorschrift wordt zooveel mogelijk voldaan. Het overbrengen van ier in de ter lading liggende vaartuigen geschiedt door buizen, waarvan de uitmonding in het vaartuig is, dat zooveel mogelijk is gesloten. Het geschiedt steeds n& 10 uur 's avonds. Het verspreiden van stank in de nabijheid is niet te voorkomen. De hinder daarvan hangt natuurlijk veel af van de windrichting bij het inladen. Volgno. 145. Onderhoud van getimmerten aan de volk szu 'em in rich ting. De overdekking van een gedeelte van den steiger is naar wij vernomen hebben, wel eens ter sprake gebracht in een der vergaderingen van de Vereeniging tot bevordering van volksgezondheidomdat de badmeester in een vorig jaar wel eens eenigen hinder had gehad van de zon. Een aanvraag tot overdekking is echter niet bij ons ingekomen. Volgno. 148. Kosten van de brandweer. De kosten van de brandweer warenblijkens de reke ningen in 1893 9983.12è 1894 8019.52 1895 7255.33 1896 6728.20 1897 5821.45 Hieruit blijktdat de uitgaven gedurende do laatste vijf jaren niet onbelangrijk zijn verminderd. De uurloonenwaarop in het verslag wordt gewezen zijn naar onze meening geenszins te hoog. Zij zijn voor de pompgasten 20 cent en voor de overige beambten in evenredigheid iets hooger. Het bedragdat wegens uurloonen zal moeten worden uitgekeerd, is overigens grootendcels afhankelijk van min dere of meerdere branden. Daar bij ons de overtuiging bestaat, dat de brandmeesters allo noodelooze uitgaven vermijden hebben wijbij de onzekerheid der uitgaven voor uurloonen en premiën geene aanleiding gevonden om van de door hen ingediende begrooting af te wijken. Volgno. 151. Onderhoud van den Prinsentuin en van de daarin aanwezige gebouwen. Aan de opmerking omtrent het niet verlichten van bedoeld urinoir zal de meeste aandacht worden geschonken. Volgno. 181. Onderhoud van gebouwen voor armen- inrichtingen. Het gehcele ziekenhuis met muren en al moet van buiten worden goverfd. Aan de achterzijde van het gcboiwv is de verf dermate door de zon verbrand en gekorst dat zij geheel moet worden verwijderd, terwijl onder het

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1898 | | pagina 102