li ij la (je IS o. 18. Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden 1898. 1 VOORSTEL van burgemeester en wethouders tot vaststelling van de concessie voorwaarden voor aanleg en exploitatie van stoomtramwegen en van de richting dier wegen. VOORWAARDEN te verbinden aan de concessie, welke bij raadsbesluit van den 7 September 1897 no. 15, aan de Neder- landsche tramwegmaatschappij, geves tigd te Utrecht, is verleend tot aanleg en exploitatie van een stoomtramweg tusschen het station van den staats spoorweg en de grens dezer gemeente bij de Groote Bontekoe alsmede van een stoomtramweg van dat station in directe verbinding met den tramweg Drachten—Veenwouden. Art. 1. Mijne Heer en! Bij uw besluit van den 7 September 1897 no. 15 is aan de Nederlandsche tramwegmaatschappij, gevestigd te Utrechtconcessie verleend tot het aanleggen en exploi- teeren van stoomtramwegen van het station van den staatsspoorweg alhier tot de Groote Bontekoe en van gemeld station in directe verbinding met den tramweg DrachtenVeenwouden. In ons toen terzake aangeboden voorstel gaven wij te ken nen dat, indien door u de concessie werd verleend, wij een voorstel zouden aanbieden tot vaststelling der voorwaarden, opgenomen in de bijlage no. 7 van 's raads handelingen van 1897, zij het dan ook met eene geringe wijziging en aanvulling ook ten opzichte van den weg Leeuwarden Drachten. De concessionaris heeft bij missive d.d. 27 Mei 1898 no. 2817 bericht, dat hij de hem verleende concessie aanneemt en tevens ingezonden de situatie-teekeningen van de tramwegen, in uw besluit van den 7 September 1897 no. 15 omschreven. Op die teekeningen is de richting voor de verschillende wegen aangegeven, speciaal ook die voor den weg, station in rechtstreeksche verbinding met den tramweg Drachten Veenwouden voor zoover betreft het grondgebied dezer gemeentè. De bovenbedoelde teekeningen hebben wij in handen gesteld van uwe commissie voor de openbare werken, die daaromtrent rapport en advies heeft uitgebracht bij missive van den 13 Juni j.l. Daarbij zijn door de commissie overgelegd concept- voorwaarden aan de verleende concessiën te verbinden. Wij hebben vervolgens het advies van den directeur der gemeentewerken ingewonnen, zoowel over de door de Nederlandsche tram wegmaatschappij ingezonden situatie- teekeningen als over de aan de concessiën te verbinden voorwaarden. Dit advies is uitgebracht bij missive van den 24 Juni 1898 no. 487/3 hierbij als bijlage gevoegd. Terstond nadat wij in het bezit waren van de boven vermelde adviezen en teekeningen, hebben wij ons onledig gehouden met het ontwerpen der voorwaarden, die wij meenen, dat aan de concessiën behooren verbonden te worden. Zooals aan u bij inzage dezer voorwaarden zal blijken, zijn in artikel 1 de richtingen aangegeven van den tramweg van het station naar de Bontekoemet eene ombuiging op den Harlinger singel naar den Marssumer straatweg en van den tramweg van het station over de Potmargebrug langs den Grachtswalden weg Achter de Hoven langs de bermsloot van den staatsspoorweg over de 2e Kanaal- brug, en eene geprojecteerde brug over het Yüet tot den Rijksstraatsweg bij de herberg „de Bleek". Onder overlegging van de op deze zaak betrekkelijke stukken, hebben wij de eer u voor te stellen, navolgende aan de concessie te verbinden voorwaarden vast te stellen, te weten a. De stoomtramweg tusschen het station van den Staatsspoorweg en de grens der gemeente bij de Groote Bontekoe zal loopen van het station bovengenoemd door de Sophialaan, langs de Willemskade Z.Z., over eene te maken brug over de Harlingervaartdwars over den Westersingel, over particulier terrein en den verschwater- vijver der gemeente, langs den Harlin^r singel en den Stienserweg tot aan de grens der gemeenfb bovengenoemd. Op den Harlinger singel zal eene ombuiging in de richting van den Marssumer straatweg gelegd worden. b. De stoomtramwegvan het station bovengenoemd in directe verbinding met den tramweg DrachtenVeen wouden zalbehoudens nadere overlegging van verdere plannen voor het vervolg van den weg, loopen langs den Stationsweghet Zuiderplein over eene te maken brug over de Potmargelangs den Grachtswal en den weg Achter de Hoven over de bouwterreinen van de gemeente langs de bermsloot van den Staatsspoorweg en langs den weg Achter de Hoven over de tweede kanaalbrughet bouwterrein van de gemeente en door particulier terrein over een te maken brug over het Vliet en door particu lier terrein tot den Rijksstraatweg naar Groningen bij de herberg „de Bleek". Art. 2. De bovengenoemde concessie eindigt op 1 Januari 1950, behoudens de gevallen van geheele of gedeeltelijke in trekking, vervallenverklaring of schorsing, in de volgende artikelen bepaald. Art. 3. Tijdens den duur der concessie wordt den concessio naris toegestaan, om de rails en al wat tot den tramweg behoort in den openbaren gemeentegrond te hebben, vol gens de door burgemeester en wethouders goedgekeurde plannen. Art. 4. Door de zorg en voor rekening van den concessionaris worden nieuwe gesmeed ijzeren draaibruggen gemaakt met gemetselde landhoofden, pijlers, remmingwerken, enz. over de Harlingervaartde Potmarge en het Vliet bij de Poppebrug. Het doorstroomingsprofiel en de doorvaartswijdte van de nieuwe bruggen mogen niet minder zijn, dan die der bestaande bruggen. Voor de doorvaartshoogte wordt ten aanzien van de brug over de Harlingervaart bepaald, dat deze over ten minste 5 Meter breedte 1.50 M1. boven F. Z. P. moet bedragen, 't zij aan de vaste-, 't zij aan de beweegbare brug. De overige doorvaartsopening of openingen moeten ten minste 1.20 M1. boven F. Z. P. hoog zijn. De nieuwe brug over de Potmarge moet evenveel doorwaartshoogte hebben als de bestaande brug. De brug over 't Vliet moet eene doorvaartshoogte heb ben van te minste één M1. boven F. Z. P.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1898 | | pagina 47