Bijlage No. 25. 10 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1898. Klasse. I N K OMEN Belastbaar intomen naar de nieuwe tabel na aftrek van f 400. Belastbaar inkomen naar de bestaande tabel. Getal aan- geslagenen op het primitief kohier van 1897. AANMERKINGEN. 02 boven f 73000 tot en met 77000 74600 75000 1 63 77000 81000 78600 79000 64 81000 85000 82600 83000 65 85000 89000 86600 87000 66 89000 93000 90600 91000 67 t 93000 97000 94600 95000 68 97000 101000 98600 99000 1 69 101000 106000 103100 103500 70 106000 I 111000 108100 108500 71 111000 116000 113100 113500 72 116000 121000 118100 118500 73 121000 126000 123100 123500 74 120000 131000 128100 128500 1 Stoom Boek- en Steendrukkerij van N. Miedema Co., Leeuwarden. Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1898. 1 VOORSTEL van burgemeester en wethouders van Leeuwarden tot vaststelling eener verordening op het heffen eener be lasting onder den naam van straatgeld. Aan den raad der gemeente Leeuwarden. Mijne II eer en! Onder bijvoeging van eene memorie van toelichting hebben wij de eer u hierbij ter vaststelling aan te bicden 1°. eene ontwerp-verordening tot heffing eener belasting onder den naam van straatgeld 2°. eene ontwerp-verordening op de invordering dezer belasting. Leeuwarden, den 27 Augustus 1898. Burgemeester en Wethouders J. TROELSTRA v aam. Burgemeester. P. A. BERGSMA, Secretaris. De raad der gemeente Leeuwarden Overwegende dat het wenschelijk iseene bijzondere belasting te heffen wegens gebouwde eigendommen die zelve of wier aanhoorigheden aan de openbare straten of wegen der gemeente belenden Gelet op artt. 232 en 240 der gemeentewet Besluit vast te stellen de volgende VERORDENING tot heffing eener belasting onder den naam van straatgeld. Art. 1. Onder den naam van „straatgeld" wordt ten behoeve der gemeente jaarlijks eene belasting geheven wegens de gebouwde eigendommen, die zelve of wier aanhoorigheden aan de openbare straten of wegen der gemeente belenden. Art. 2. Het belastingjaar loopt van 1 Januari tot en met 31 December. Art. 3. De belasting is verschuldigd door hem die krachtens recht van bezit of eenig ander zakelijk rechthet genot heeft van het gebouwd eigendom. Ten aanzien der gebouwen die in de kadastrale leggers voorkomen, wordt als genothebbende aangewezen hij, die als zoodanig bij het opmaken van het kohier in de kadastrale leggers is aangewezen. Indien echter het genot van den eigendom is ingegaan na den 1 Januari van het belastingjaar, geschiedt de aanslag ten name van dengenedie op 1 Januari genot hebbende was en is de belasting door dezen verschuldigd. De aangeslagene, die in den loop van het belastingjaar zijne genotsrechten op het gebouw waarvoor hij is aan geslagen, verliest, blijft niettemin voor het goheele bedrag der belasting aansprakelijk. Art. 4. Wegens nieuw gestichte perceelen die na den 1 Januari in gebruik worden genomenwordt over het loopende jaar de belasting niet geheven. Art. 5. De belasting wordt berekend a. naar de langs den grond gemeten breedte van eiken voor-, zij- of achtergevel die gekeerd is naar den openbaren weg of straat der gemeente. Indien een gebouw aan of bij meer dan één zoodanigen weg of straat is gelegen wordt de gevelbreedte van dat gebouw berekend door de gezamenlijke breedte der gevels te deelen door het getal wegen of stratenwaaraan of waarbij het gebouw gelegen is. Geeft de uitkomst eene mindere breedte aan dan die van den vóórgeveldan wordt de breedte van dezen gevel tot maatstaf genomen b. naar de belastbare opbrengst van het gebouw volgens de bestaande of nader vast te stellen wettelijke bepalingen op de rijksgrondbelasting. Indien die opbrengst niet in de kadastrale leggers is opgenomenwordt zij van gemeentewege geschat door vergelijking met de belastbare opbrengst van perceelen van gelijke of meest nabijkomende soort. Art. 6. De belasting bedraagt per meter der volgens het vorig artikel bepaalde gevelbreedte voor een perceel met eene belastbare opbrengst van beneden 100 0.25 f 100 tot beneden 2<>00.30 200 300 0.60 300 v 400 - 1.00 y 400 600 1.25 600 800 1.50 - 800 11001.75 1100 1500 2.00 1500 2000 2.50 2000 of meer3.00 met dien verstande, dat de belasting voor elk perceel niet meer dan 2 percent en niet minder dan 1 tft percent van de belastbare opbrengst zal bedragen met uitzondering van die gedeelten der gemeentewaar van harentwege niet voor straatverlichting wordt gezorgd, in welke gedeelten voor elk perceel het maximum van belasting zal bedragen 1 percent van de belastbare opbrengst en het minimum 9/j0 percent van die opbrengst. Art. 7. Voor het berekenen der belasting worden onderdeden van een meter tot en met 25 centimeter niet in aanmerking genomen onderdeden van meer dan 25 tot en met 75 centimeter worden voor een halve meter en onderdeden van boven 75 centimeter voor een geheele meter gerekend. Art. 8. Wanneer een gebouw gedurende twaalf achtereenvolgende maanden onbewoond en ongebruikt is geweestzal op aanvraag van den belanghebbende voor dat tijdvak terug gave van belasting worden verleendmits die aanvraag bij burgemeester en wethouders is ingekomen binnen 30 dagen na het verstrijken van gemeld tijdvak. Art. 9. Van deze belasting zijn uitgezonderd o. gebouwenin gebruik zijnde bij den staatde provincie of gemeenten en uitsluitend gebezigd wordende tot den publieken dienst

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1898 | | pagina 93