Bijlage No. 39. Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden. I MEMORIE VAN ANTWOORD op het verslag der- Commissie van Rapporteurs uit de sec tiën van den Raad, omtrent het onder zoek der ontwerp gemeente-begrooting voor 1900. Voor de beantwoording van de op- en aanmerkingen, voorkomende in het bovenvermeld verslag omtrent het onderzoek der ontwerp gemeente-begrooting voor 1900, meenen wij te kunnen volstaan met het volgende mede te deelen. Onder de algemeene beschouwingen wordt de wensche- lijkheid betoogd, om tegenover de subsidie aan de Water leiding-Maatschappij ad 5000.eene tijdelijke geld- leening tot dat bedrag uit te trekken en in verband daarmede de percentage voor de directe belasting naar het inkomen te stellen op 5.12 in plaats van op 5.25 °/0. In afwachting van de financieele uitkomsten van het dienstjaar, hebben wij tegen dit voorstel geen overwegend bezwaar. Volgno. 91. Omtrent de in de 2e sectie gedane vraag verwijzen wij naar de toelichting op volgno. 62. Daaruit blijkt, dat de bijdrage is geraamd naar het vermoedelijkvolgens gedane toezeggingdoor het Rijk uit te keeren bedrag van 4!/2 cent Per getelde persoon. Met het oog op het kosten-bedrag der telling van 1890 en met inachtneming van de thans gegeven uitgebreide voor schriften zijn echter de uitgaven ƒ350.hooger geraamd. In 1890 werden geteld 30443 personen de uitgaaf was toen ƒ1598.89 en de genoten rijksbijdrage 1065.15. Het is dus meer dan waarschijnlijk dat ook nu alle uitgaven niet uit de rijksbijdrage zullen kunnen worden bestreden. Yolgno. 111. Te dien aanzien kan worden verwezen naar de in het rapport medegedeelde antwoorden op de gestelde vragen Alléén kan daaraan, omtrent den tram- aanleg tusschen het tram-station bjj de Vrouwenpoort en dat van den staats-spoorweg, worden toegevoegd, dat volgens sedert bij den directeur der Ned. Tramweg maatschappij speciaal ingewonnen inlichtingende aanbe steding van dit baanvak zal plaats hebbenzoodra de eerst vóór korten tijd ingediende detail-ontwerpen door burgemeester en wethouders zijn goedgekeurd en daarop ook, voor zooveel noodig, de goedkeuring van Gedeputeerde Staten zal zijn verkregen. De vertraging moet volgens den directeur ook worden geweten aan den minder voor- spoedigen gang, der onderhandelingen met de Exploitatie- Maatschappij over de aansluiting van den tramweg aan de Staats-spoorwegenintusschen hebben ook deze onder handelingen, naar de directeur verklaart, thans haar beslag gekregen. De aanvang der werkzaamheden mag dus zéér aanstaande worden geacht, aangezien de goedkeuring der plannen door burgemeester en wethouders eerstdaags kan worden tegemoet gezien. Volgno. 112. Omtrent de boomen in de Zuiderstraat of andere straten, zijn bij ons geene klachten ingekomen. Inmiddels zullen wij onderzoeken in hoever deze hinderlijk zijn voor lucht en licht en zoo noodig verbetering aan brengen. Volgno. 114. Het voortdurend schoonhouden van pu blieke privaten en waterplaatsen gaattengevolge van gebrek aan medewerking van de zijde der gebruikers met groote moeilijkheden gepaard. Intusschen zal, voor zoover de reinigingsdienst in dit opzicht te wenschen mocht overlaten, op verbetering worden toegezien. Volgno. 116. Voor de op de begrooting gebrachte verbetering van het metselwerk van de Oldehoof zijn geen steigers benoodigd. Deze herstelling geschiedt door een leidekker of lood gieter, die daarbij slechts behoefte heeft aan een balk van 10 meter lengte, waaraan een touw met bak bevestigd is, waarin hij zich van het bovenvlak van den toren laat afzakken. De kosten hiervan zijn gering, zoodat de voor do her stelling benoodigde steigers en toestellen geen aanleiding behoeven te zijn om den post boven het uitgetrokken bedrag te verhoogen. Volgno. 124. Volgens de door den Raad vastgestelde verordening (gemeenteblad no. 5 van 1894) wordt het getal aan te stellen wegers en weegsters aan de waag door burgemeester en wethouders bepaald. Er zijn aan gesteld twee weegsters en drie wegers, waarvan één tevens dienst doet als waagwerker. In den loop van 1899 is een der weegsters overleden. Wij hebben nu, overeenkomstig tie verordening, aan de waagcommissie de vraag gesteld, of het noodzakelijk is in de vacature te voorzien. Do commissie heeft hierop ont kennend geantwoord, zoodat het getal weegsters door ons op één is bepaald. Dit artikel zal dus verminderd kunnen worden met 1.40 X 52 72.80. Wij stellen daarom nader voor, deze post uit te trekken tot een bedrag van 1377.20. De bij rapporteurs ontvangen mededeeling, dat de vraag in studie is, of door de veranderde omstandigheden aan de waag, de werkregeling aan die inrichting niet moet worden gewijzigd, berust zeker op een misverstand. Al thans bij burgemeester en wethouders is die vraag niet in studie en van wege de waagcommissie is bij hen geen schrijven ingekomen, waarin dergelijke zaak ter sprake wordt gebracht. Volgno. 152. Zooals reeds uit het aangeteekende in de memorie van toelichting blijkt, is een voorstel omtrent het gebouw van de voormalige Visehmarkt te wachten. De opmerkingen daaromtrent in de sectiën gemaakt zullen daarbij worden overwogen. Een staat van de huizen, die het privaateigendom der gemeente zijn, reeds vroeger aan den Raad overgelegd, is opnieuw herzien en deze huizen zijn door een lid van ons College met den Directeur der gemeentewerken op nieuw opgenomen. Binnen korten tijd zal deze staat den Raad met advies bereiken. Volgno. 153. Van de opmerkingen in de 2e en de 3e sectie aangaande den Prinsentuin, hebben wij goede nota genomen. Volgno. 162. De ziektegevallen die aan het gebruik van garnalen worden toegeschreven, hebben aan de com missie voor het ontwerpen van strafverordeningen reeds aanleiding gegeven tot een voorstel, om deze schelpdieren, die niet onder visch kunnen worden gerangschikt, te brengen onder de verordening, regelende de politie op den in- en vervoer, den verkoop enz. en de keuring van vleesch, visch en vruchten. Zoolang deze verordening niet op garnalen toepasselijk iskan de keuring daarvan niet aan de keurmeesters worden opgedragen. Volgno. 175. De controle op de gaarders van brug gelden in deze gemeente is, voor zoover doenlijk, behoor lijk geregeld. Het denkbeeld, om de afgifte van kwitan- tiën in te voeren, zooals een lid der 3e sectie meende te moeten aanbevelen, achten wij niet aanbevelenswaardig, omdat dit in vele gevallen voor de schippers te veel oponthoud zoude veroorzaken en bovendien bij een druk verkeer bijna niet uitvoerbaar zou zijn.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1899 | | pagina 108