m
4
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden 1899.
Er wordt wel eens beweerd dat de voorstanders van
bordeel en keuring, heulen met het kwaad; het is zeker
onbillijk om eene dergelijke verklaring aan te nemen.
Evenwel vergete men niet, dat hiertoe nu en dan aanlei
ding wordt gegeven door de wijze waaropzelts in be
schaafde kringenover deze zaken wordt gesproken
zoodat men er aan zou twijfelen, of de moreele zijde van
het vraagstuk bij sommigen wel zwaar weegtbespre
kingen die ontegenzegelijk kwaad doenvooral voor
jonge lieden dietoch al geneigdom zich zeiven wijs
te makendat het kwaad hetwelk zij willen bedrijven
eigenlijk geen kwaad is, leeren oordeelen over de ontucht
op eene wijzedie hen niet afschrikt en tegenhoudt.
Intusschen mogen zijdie de macht hebben om het
houden van een bordeel strafbaar te stellenzich wel
rekenschap geven van de verantwoordelijkheid die zij op
zich nemen. Gij wilt immers alleen het bordeelomdat
gij gelooft, daardoor de schromelijke gevolgen van de ontucht
te kunnen voorkomen; gij stelt dus den bezoeker gerust
maar indien hij nu toch de nadeelige gevolgen ondervindt
van zijn misdrijf, dan heeft hij immers het recht, om u
te beschuldigen dat gijinplaats van hem af te schrikken,
hom hebt voorgespiegeld dat, indien hij maar bevrediging
zocht in het bordeelhij dit ongehinderd kan doen.
Maar er is meer. Wie medewerkt tot instandhouding
van het bordeelwerkt mede tot bestendiging van dien
onzedelijken toestand waarbij handel wordt gedreven in
menschen en waarbij de dochteren des volks worden ge
zocht en verleidten einde de bordeeleu te kunnen voor
zien van die slachtofferswelke moeten dienen oin op
allerlei wijze bevrediging te schenken aan lien, die hunne
lusten bot vierenzonder zich rekenschap te geven van
wat zij doen.
Verplaatst u eens met uwe gedachten in het bordeel
Aan het hoofd van die inrichting meestal eene vrouw
die met uw goedvinden er een bedrijfeen kost-zoo niet
eene geldwinning van maaktom mannen te ontvangen en
hun in de gelegenheid tc stellen, om ontucht te bedrijven.
Kent gij veraehterlijker wezen En toch zon men u het
recht kunnen betwisten om haar zoo te noemen daar zij
immers medewerkt tot de instandhouding van eene in uwe
oogen betrekkelijk nuttige inrichting.
Behalve de bordeelhoudster, vindt men er eenige meisjes,
die voor iederwie maar betalen wilbeschikbaar zijn
tot laat in den nacht en welke gedurende den dag zijn
opgesloten in een vertrekwaarvan de jalousiën gesloten
zijnzoodat het daglicht ter nauwernood kan doordringen.
En wanneer nu de jaren klimmen en de schoonheid
van die ongelukkigen gaat tanendan zakken zij af naar
verblijfplaatsen van minder allooiom wellicht als straat-
prostituées, of nog minder, haar leven der schande te
eindigen. Mogen vroede mannen eene inrichting van dien
aard in hun midden dulden hoogstens van een zeer
betwistbaar nut en bij de wetenschap dat haar bewoners
meer en meer verdierlijken Wellicht zijn er die weinig
medelijden hebben met de verachtelijke wezensdie zich
tot zoo iets leenen. Zij wijzen er wellicht op, dat do vrouw,
die zonder dat er van eenige liefde sprake isbloot
voor geld zich verkooptin Israël werd gedood en soms
haar lichaam tot pulver werd verbrand terwijl Calvijn ze
uit Geneve verbande. Maar een dergelijk oordeel zal
wel niet het uwe zijn. Om een redelijk oordeel te kunnen
vellen zou men de geschiedenis van die wezens moeten
kennenen wie weetof, indien wij die kenden,"ons niet
zou blijken dat menige bewoonster van het bordeel ge
vallen isomdat het een man wasdie haar de eerste
schrede deed zetten op den verkeerden weg.
Maar zegt men misschien wat wordt er meê gewonnen
indien het houden van een bordeel strafbaar wordt gesteld.
Het gevolg zal immers zijn dat het kwaad zich eenvoudig
verplaatst. Schaf het bordeel af en gij bevordert de vrije
prostitutie. Aangenomen, dat het zoo waredan zoudt
gij in ieder geval in zooverre recht hebben gedaan aan de
vrouw, dat niemand van hare kunne meer gedwongen
wordtom zich voor iedereen beschikbaar te stellen.
Maar bovendien zon het betoog meer beteekenen indien
de vrijo prostitutie niet bestonddaar waar bordeelen
worden geduld.
Wij weten intusschen wel beter. Naast het bordeel
bestaat de vrije- en de clandestiene prostitutie en meer
malen is zelfs beweerd dat zij door de bordeelhouders
wordt bevorderd. Menig meisje begint met tie vrije
prostitutieomwanneer zij door haar gedrag de haren
van zich heeft vervreemden door velen op den rug
wordt aangezien haar toevlucht te nemen in het bordeel.
Neemt het bordeel weg en gij zult wellicht medewerken
om, zij het dan ook ter elfder ure, de gevallene te doen
koeren op haar pad geholpen door menschenvrienden
die niet alleen het bordeelzooals wel eens beweerd is,
maar de ontucht in haar geheelon omvang bestrijden en
die gereed staanom de gevallenedie wil terugkeeren
de behulpzame hand te bieden.
Evenals de meerderheid zich onthouden heeftom een
beroep te doen op do deskundigen die het bestaan van
het bordeel verdedigenzal ook ik mij onthouden van
namen te noemen van hendie een tegenovergesteld ge
voelen zijn toegedaan maar waar ik van oordeel ben
dat het voorschrift en plicht is om de zedelijkheid te be
vorderen en dat hieraan te kort wordt gedaan door de
handhaving van het bordeeldaar zij het mij vergund
om mijne instemming te betuigen met de volgende woorden,
eens gesproken door een mandie geen dweepergeen
godsdienstleeraar is maar die uit aard van zijne betrek
king ook bevoegd isom de waarde van statistieke ge
gevens te beoordeelenwanneer hij zegt:
„Waar het bordeel wordt toegelaten waar de bordeel
houder nog wordt beschouwd als oefenaar van een beroep,
daar schrome men niet te erkennendat in den Neder-
landschcn staat door de wettige overheid een bedrijf wordt
geduldwelks bestaan de dochteren des volks tranen
van te laat berouw doet schreien ja tot wanhoop brengt
dat vader en moeder het liefste wat zij hebben moet doen
prijs geven aan het grootste ondier onzer maatschappij
den wettig erkendenden door de overheid gedulden
bordeelhouder" en verder
„Bij krachtdadige bestrijding der prostitutie en straf
baar stellen van het houden van bordeelen en rendez-vous
zal de moraal verbeterende ongebondenheid zelve zal
afnemen en do gelegenheden zullen verminderen."
Ill 1S87 werd dezelfde zaak, die ons thans bezighoudt,
uitvoerig en nauwgezet behandeld in den gemeenteraad
van Arnhem. Waar u de gelegenheid werd gegeven ook
konnis te nemen van hetgeen daar is besprokenzal ik
u niet vermoeien met opnieuw daarop uwe aandacht te
vestigen. Het zij mij alleen vergund, u te herinneren wat
door burgemeester en wethouders dier gemeente in hun
prae-advies is gezegd.
„Burgemeester on wethouders dor gemeente Arnhem en
met hen de raad geroepen 0111 te behartigen zoowel de
moreele als de sanitaire belangen der gemeentezijn ver
plicht de zaak uit het tweeledig oogpuntzoowel van de
moraliteit als van de openbare gezondheid te bezien.
En dan aarzelen burgemeester en wethouders niet te
verklarendatwat betreft de moraliteit naar hun een
stemmig gevoelen de opheffing der huizen van ontucht
dat wil zeggenhet uitvaardigen van een verbod met
strafbepalingen tegen het openlijk houden van een huis
van ontuchtin het algemeen wenschelijk zou zijn. Door
die opheffing tochzou do gemeente-wetgever zijn stand
punt als handhaver der openbare zedelijkheid zuiverder
bewaren terwijl daardoor tevens aan menigeen meer be
paald aan onervaren jongelieden eene gemakkelijke ge
legenheid zou worden ontnomen om den eersten stap op
het pad der ondeugd te zetten."
Het mag mijn's inziens bevreemding wekken, dat, na
eene dergelijke verklaring te hebben afgelegd, burgemeester
en wethouders van Arnhem gemeend hebben te moeten
adviseeren tot het niet inwilligen van het verzoek van adres
santen het houden van huizen van ontucht strafbaar te
stellen. Wanneer men toch bedenkt, dat door de voorstanders
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden 1899.
van de keuring niet wordt ontkend, dat zij niet den waar
borg geeft dien men verlangtwat geheel overeenstemt
met de bewering van tegenstandersdat een geneesheer
alleen dan voor de gezondheid van eene publieke vrouw
zou kunnen instaan wanneer hij haar microscopisch had
onderzochtdanik herhaal hetmoet het naar mijne
meening bevreemding wekkendatbij zoo groote on
zekerheid burgemeester en wethouders van Arnhem
instandhouding willen van inrichtingen dievolgens hun
eigen verklaringden gemeente wetgever verhinderen,
om zijn standpunt als handhaver der openbare zedelijk
heid zuiver te bewaren en aan jongelieden eene gemak
kelijke gelegenheid gevenom den eersten stap op het
pad der ondeugd te zetten.
Welnu indien men het met dit laatste eens islaat
dan de overheid het voorbeeld geven bij de bostrijding
der ontuchtdoor bordeel en keuring af te schaffen dan
kunnen allen die tot u kwamen met het verzoekom
het houden van huizen van ontucht strafbaar te stellen,
met gunstig gevolg de ontucht bestrijden en de reddende
hand uitstrekken omzoo mogelijkgevallenen op te
richten. En dat kunnen immers allen die van goeden wille
zijn, hetzij afzonderlijk, hetzij in vereeniging met anderen.
De tijden zijn voorbij, waarin men van meening was dat deze
zaken moeielijk besproken kunnen worden; het hangt er maar
van af hoe men hot doeten het is zeker beterdat
ouders hunne kinderen van deze dingen spreken wanneer
zij rekenen dat de tijd daarvoor gekomen isdan dat
kinderen deze zaken als iets geheimzinnigs onderling
behandelen.
Laat ieder vader zijne zonen waarschuwen voor den
eersten stap en er hen op wijzen dat zijdoor toe te
geven aan een wel te bestrijden driftzich zelf ongelukkig
maken en een menschenleven lichamolijk en zedelijk kun
nen verwoesten.
Laat iedere moeder het hare dochters inprenten dat
het huwelijk met een mandie zich aan ontucht schuldig
maaktwellicht wat het lichamelijke betreftzeer zeker
wat het hoogero leven aangaatgeen waarborgen voor
een gelukkig huwelijk oplevert.
Of de ontucht dan zal verdwijnen Wij gelooven het
nietmaar indien zoo allen samenwerkendan zal dit
kwaad, dat ook knaagt aan het geluk van het gansche
volkzeker verminderen en in ieder geval zullen zij die
regeerenen zij die geregeerd worden de overtuiging
hebben van gedaan te hebben wat mogelijk was om een
kwaad te bestrijdenwat immers door allen als zoodanig
wordt beschouwd.
Op grond van het vorenstaande heb ik mij met het
voorstel van de meerderheid der commissie niet kunnen
vereenigen en neem ik de vrijheid om u voor te stellen
te besluiten
a. het houden van openbare huizen van ontucht in
deze gemeente strafbaar te stellen;
b. het onderzoek naar den gezondheidstoestand van
prostituées af te schaffen.
Leeuwarden 14 Februari 1899.
W. J. OOSTERHOFF Jz.
Stoom Doek- en Steendrukkerij van N. Miedeina Co., Leeuwarden.