2
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leenwarden.
van 5.indien zij geschiedt naar de 3e klasse,
- 10.2e
- 25.d le
Voltrekkingen naar de 3e of 2e klasse vinden des'Don
derdags niet plaats.
Burgemeester en wethouders kunnen geheele of gedeelte
lijke vrijstelling van de betaling dezer rechten toestaan,
wanneer daartoe uithoofde van gewichtige of wettige oor
zaken, ter beoordeeling van dat college, termen aanwezig
worden geacht.
Art. 8.
Alle rechten in dit besluit genoemd zijn verschuldigd
boven en behalve de voorgeschoten of verschuldigde kosten
van zegel, registratie en legalisatie, voorzoover de stukken
daaraan onderworpen zijn.
Art. 9.
Dit besluit treedt in werking met den 1 Januari 1900.
VERORDENING op de invordering der rechten
geheven onder den naam van LEGES.
Art. 1.
De rechten, vermeld in artikel 2 tot en met 6 van het
heffingsbesluit, worden geind door een beambte ter secretarie,
daartoe door burgemeester en wethouders aan te wijzen.
De invordering der rechten, bedoeld bij art. 7, geschiedt
door den eerstaanwezenden beambte op het bureau van den
burgerlijken stand.
De geheven rechten worden geboekt in een daarvoor
bestemd register, ingericht naar een door burgemeester
en wethouders vast te stellen model, en iedere maand
gestort bij den gemeente-ontvanger, onder overlegging van
gespecificeerde staten, gewaarmerkt, naar gelang het de
rechten bedoeld in het le of 2e lid van dit artikel betreft,
door den secretaris of door een ambtenaar van den bur
gerlijken stand.
Art. 2.
Geen der stukken bedoeld bij de artikelen 26 van
het heffingsbesluit worden afgegeven, dan na voorafgaande
betaling van het daarvoor verschuldigde recht.
Het recht bedoeld bij artikel 7 van het heffingsbesluit
moet worden voldaan bij de bepaling van het tijdstip der
huwelijksvoltrekking.
Art. 3.
Op de invordering dezer rechten zijn toepasselijk de
artikelen 258262 der gemeentewet.
Art. 4.
Deze verordening treedt in werking met den 1 Janu-
ari 1900.
MEMORIE VAN TOELICHTING, behoorende bij
het ontwerp-besluit tot heffing van
rechten, onder den naam van leges en
bij de ontwerp-verordening op de in
vordering dezer rechten.
Nevensgaande ontwerpen zijn opgemaakt naar aanleiding
van art. 14 der wet van 24 Mei 1897 (Staatsblad no. 156),
krachtens hetwelk het bestaande „Besluit tot het heffen
van regten wegens de uitgifte van stukken ter secretarie
en verrigtingen van den burgerlijken stand in de ge-
me nte Leeuwarden" op 1 Januari 1900 van rechtswege
vervalt.
Behoeft de wenschelijkheid om met de heffing dezer
rechten ook na dat tijdstip voort te gaan, met het oog op
de belangen der gemeentekas, niet nader te worden aan
getoond, de verplichting tot herziening van het heffings
besluit geeft grond voor de vaststelling van een nieuw
besluit en eene nieuwe verordening op de invordering,
waarbij, met behoud zooveel mogelijk van het bestaande,
rekening wordt gehouden met de leemten, die bij de toe
passing der bestaande heffing zijn gebleken. Van de voor
ziening in deze leemten kan voorts wellicht eenige ver
hooging van de opbrengst der legesheffing worden tegemoet
gezien.
In de eerste plaats is het noodig, dat het heffingsbesluit
zelf uitdrukkelijk de materie omschrijve, waarvan de rech
ten worden geheven. Hiertoe strekt, en daarmede staat
de vereenvoudiging van den titel van het besluit in ver
band, het ontworpen artikel I. De drie daarin genoemde
rubrieken van door of van wege het gemeentebestuur en
den burgerlijken stand bewezen diensten, die voor leges
heffing in aanmerking komen, worden respectievelijk be
handeld in de artt. I —5, 6 en 7.
Artikel 2 komt overeen met de artt. 1 en 2 van het
bestaande heffingsbesluit. Alléén zijn daarin de gedrukte
of geschreven stukken, die ter secretarie plegen te worden
gevraagd, meer volledig omschreven, terwijl bij de bepaling
van het recht, dat voor die stukken moet worden voldaan,
rekening is gehouden met hetgeen blijkens de ervaring
voor het drukken moet worden betaald en met het bedrag,
dat voor het samenstellen of overschrijven dezer stukken
naar billijkheid schijnt te kunnen worden gevorderd.
In het artikel is ook opgenomen het abonnement op
de handelingen van den raad, waarvan de prijs is gesteld
op de som, die tot nu toe daarvoor aan belanghebbenden
werd in rekening gebracht.
Artt 3De stukken, met name genoemd in deze
artikelen, werden, onder het bestaande heffingsbesluit, ge
rangschikt onder de „gunstige beschikkingen op verzoek
schriften, certificaten van goed gedrag, van gegoedheid of
verklaringen, tot welker afgifte het gemeentebestuur be
voegd is", waarvan, krachtens artikel 4, leges werden ge
heven tot een bedrag van 25 cent per bladzijde. In de
toepassing was de minder nauwkeurige omschrijving dezer
stukken aanleiding tot zekere willekeur, in zooverre als
gebruik en gewoonte gaandeweg eene schifting hadden
gemaakt tusschen stukken, waarvan wèl en stukken waar
van géén leges werden geheven. Zoo werden tot dusverre
wèl leges geheven van acten van benoeming tot of eervol
ontslag uit betrekkingen, waaraan eenige belooning is ver
bonden, maar niet b.v. van acten van pensioen of binnen-
landsche paspoorten, hoezeer de dienst, die voor het ver
vaardigen dezer stukken van gemeentewege wordt verleend,
dezelfde is. Evenmin werd de heffing toegepast op som
mige der beschikkingen op verzoeken om vergunningen
ingevolge of afwijking van bepalingen van politie-ver-
ordeningen en nagelaten ten aanzien van andere be
schikkingen van dezelfde strekking, zonder dat daarvoor
een reden is te vinden. Om aan deze willekeurige toe
passing een einde te maken, zijn thans in de artt. 3 en 4
uitdrukkelijk de stukken genoemd, die voor het vervolg
legesplichtig zullen zijn en is voor elk daarvan het recht
bepaald op 25 cent, onafhankelijk van het getal bladzijden,
daar dit slechts bij uitzondering meer dan één bedraagt.
Eene heffing per bladzijde is behouden bij artikel 5, dat
de gelegenheid iaat om in het algemeen voor afschriften
van gunstige beschikkingenwaaromtrent niet bij» het
vorige artikel is voorzien, leges te heffen.
De in deze artikelen genoemde gevallen, waarin het
recht niet verschuldigd is, komen overeen met de uitzon
deringen, die onder de bestaande heffing werden toegestaan.
De daarin opgenomen uitzondering ten aanzien van
beschikkingen, krachtens rijkswetten of provinciale veror
deningen afgegeven, is, voor zoover de wetten dit niet
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden.
3
De le en 2e alinea nu heffen dit bezwaar ophet
hoogste recht is voorts op 25.bepaald, omdat de
buitengewone schikkingen bij voltrekkingen tegen dat recht,
in verhouding tot die naar andere klassen, de verhooging
met f 5.— alleszins rechtvaardigen.
Het 3e lid strekt om te voorkomen dat do Donderdag
van ouds de deftige trouwdag door de vrijgevige bepa
lingen der voorgaande alinea's haar oorspronkelijk karak
ter verlieze.
Het 4e lid komt overeen met het bestaande laatste lid;
alleen is daarin ook de mogelijkheid van gedeeltelijke?ry-
vmi hoi .iv/./ftovo i..w ...w stelling geopend, waarvan de wenschelijkheid in de praktijk
moniëeL hun*keus tot den Donderdag beperkt zagen. Dit is gebleken,
is voor partijen dikwijls bezwarend gebleken. Wel werd De artikelen 8 en 9 behoeven geen toelichting, terwijl
1. 'ten aanzien van de verordening op de invordering kan
worden volstaan met de opmerking, dat de bepalingen,
die thans zijn voorgeschreven, in de praktijk feitelijk reeds
werden toegepast, waardoor haar verkieslijkheid boven de
oude voorschriften als vaststaande mag worden aange-
reeds /elf bepalen, in overeenstemming met de tot dusverre
gevolgde practijk.
Artikel 6 komt overeen met art. 3 van het bestaande
heffingsbesluit.
Artikel 7 wijkt in zóóverre af van het bestaande artikel
5, dat thans aan belanghebbenden de keus wordt gelaten,
niet alleen van het recht, dat zij voor huwelijksvoltrekking
willen voldoen, maar óók van den dag der week, dien zij
daarvoor willen bepaald zien. Tot dusverre was aan een
bepaald recht een vaste dag verbonden, zoodat b.v. personen,
die in aanmerking meenden te komen voor de betaling
van het hoogste recht en het daaruit voortvloeiend oere-
lo >»ui "j' m 0 -
hieraan tegemoet gekomen door b.v. de voltrekking opl
Dinsdag te bepalen -tegen een reebt van 10. - en dei
ontbrekende 10.— in rekening te brengen voor huur
van meubilair, dat anders op Dinsdagen niet wordt be
schikbaar gesteld, maar deze handelwijze is niet overeen
komstig de verordening.
nomen.
Stoom Boek- en Steendrukkerij N. Miedema Co.Leeuwarden.