Bijlage No. 4.
1
Bijlage tot liet verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden.
VOORSTEL van burgemeester en wethouders
tot intrekking der instructie voor den
Archivaris (Gemeenteblad no. 16 van
1884) en tot wijziging der verordening
regelende het getal en de bezoldiging
der ambtenaren ter gemeente-secretarie
enz. (Gemeenteblad no. 5 van 1888.)
In uwo vergadering van 28 Februari j. 1. werd mede-
deeling gedaan van ons besluit van den 2lsten t v.,
waarbij met ingang van 15 Maart e. k. aan mr. J. L.
van Sloterdijek op zijn verzoek eervol ontslag is verleend
uit zijne betrekking van archivaris dergemeeete Leeuwarden.
Bij de behandeling van de vraag, op welke wijze in de
vacaturo zou behooren te worden voorzien, is aan ons
college gebleken, dat de betrekking van gemeente-archi
varis en evenmin de bezoldiging van dien ambtenaar
steunt op eenige organieke regeling, zoodat deze behoort
te worden getroffen, alvorens tot de benoeming van een
nieuwen titularis kan worden overgegaan.
Wat het tegenwoordig aan de betrekking verbonden
salaris betreft, is ons geen ander raadsbesluit bekend,
dan dat van 19 Augustus 1880 (hand. blz. 100), waarbij
werd goedgevonden, ter vervanging van den overleden
archivaris Eekhoff, aan te stellen een archivaris op eene
jaarwedde van duizend gulden. Deze jaarwedde is daarna
telken jare op de begrooting gebracht en door den Raad
toegestaan, doch nooit heeft, ondanks opvolgende benoe
mingen, eene bepaalde regeling der bezoldiging plaats
gehad.
Doch ook de betrekking zelve van archivaris hangt op
dit oogenblik vrijwel in de lucht. Tot het jaar 1886 ge
schiedde de benoeming en de vaststelling der instructie
door den Raad, die de betrekking van archivaris be
schouwde als een op zich zelf staand ambt.
In dat jaar is evenwel het raadsbesluit, waarbij de heer
J. C. Singels was benoemd, wederom ingetrokken op
uitnoodiging van den Minister van Binneulandsehe Zaken,
die zich vereenigde met de zienswijze van H.IL Gedepu
teerde Staten van Fiieslaiui, naar wier gevoelen de archi
varis is een ambtenaar bij de plaatselijke secretarie en
dus door burgemeester en wethouders en niet door den
Raad moet worden benoemd, en die dan ook hot besluit
wegens strijd met artikel 103 juncto 179 p der Gemeente
wet aan den Koning ter vernietiging hadden voorgedragen.
Sedert 1886 moet derhalve de archivaris worden aan
gemerkt als een ambtenaar bij de plaatselijke secretarie.
In verband hiermede zijn wel de beide laatste titularissen
door burgemeester en wethouders benoemd en ontslagen,
doch overigens is steeds nagelaten aan den archivaris
zijne juiste plaats in het kader dier ambtenaren aan te
wijzen. Zóó is nooit op hem van toepassing geweest de
door burgemeester en wethouders vastgestelde instructie
voor die ambtenaren (gemeenteblad no. 3 van 1872), daar de
laatstelijk in 1884 door den Raad herziene instructie
voor den archivaris beschouwd werd voor hem te zijn
blijven gelden, en evemin is de betrekking van archi
varis - ooit opgenomen in de verordening, regelende
het getal en de bezoldigingen van de ambtenaren
ter gemeente-secretarie van Leeuwarden (thans ge
meenteblad no. 5 van 1898), zoodat hij feitelijk niet
behoort tot de ambtenaren, die ten behoeve dier secretarie
kunnen worden aangesteld.
Het komt ons zéér noodig voor, dat van de bestaande
vacature worde gebruik gemaakt om in deze leemten
te voorzien.
De betrekking van archivaris en de grenzen, waarbin
nen zijne jaarwedde zich kan bewegen, moeten naar ons
oordeel worden opgenomen in de zooeven aangehaalde
verordening en de archivaris behoort o. i. gebonden te
zijn door dezelfde instructie als de overige secretarie
beambten, behoudens speciale bepalingen, de zorg voor
het archief betreffende.
Op deze wijze zal, naar wij vertrouwen, worden bereikt,
wat tot dusverre nooit kon worden verkregen, dat het
archief in de eerste en voornaamste plaats dienstbaar
worde aan do gemeente-administratie. Tot nog toe was
de meer op-zichzelf staande positie van de archivarissen
begrijpelijkerwijs oorzaak, dat zij zich in hoofdzaak
toelegden op de wetenschappelijke zijde van hun werk-
kiing en daardoor aan het administratief gedeelte van
hun taak minder recht lieten wedervaren. Dit moet o.i.
veranderen en daarom bestaat op dit oogenblik dringende
behoefte aan een ambtenaar, die, al zou hij geen acade-
mischen graad bezitten, genoegzaam vakman is, om onder
den secretaris zelfstandig al dien administratieven arbeid
het maken van registers, indices, klappers enz. te
verrichten, vereischt om het archief te maken tot eene
meer bruikbare verzameling, die gemakkelijk is te raad
plegen en daardoor meer voldoet aan de dagelijks terug-
keerende behoeften van den goeden gang der gemeente
lijke administratie.
Wij gelooven, dat een persoon, die aan deze eischen
voldoet, wellicht zal zijn te vinden voor een minder sa
laris dan van 1000 per jaar; toch moet eenerzijds de
jaarwedde niet te laag worden gesteld, opdat zich ook
sollicitanten aanmelden, bij wie voorkomend wetenschappe
lijk werk in goede handen is, en moet zij aan den anderen
kant voor verhooging vatbaar zijn, opdat in de kans op
vermeerdering van salaris een prikkel zij gelegen tot
grootere werkzaamheid. Van daar dat wij zouden wen-
schen, dat de jaarwedde van den archivaris zich bewoog
tusschen dezelfde grenzen als die der adjunct-commiezen,
n.l, van ƒ800 tot 1200.
Kan uwe vergadering met onze denkbeelden medegaan,
dan geven wij voorts in overweging, de instructie van den
archivaris (Gemeenteblad no. 16 van 1881) in te trekken,
daar hot vaststellen der instructie meer eigenaardig be
hoort tot de taak van het gezag, dat de benoeming doet.
Het is alsdan ons voornemen voor alle ambtenaren ter
secretarie een nieuwe instructie te maken (de bestaande
opgenomen in gemeenteblad no. 3 van 1872 is trouwens
verouderd) en daarin een afzonderlijk hoofdstuk op te
nemen omtrent de speciale verplichtingen van den archivaris.
Op grond van het vorenstaande hebben wij de eer uwe
vergadering voor te stellen om
I. In te trekken de instructie voor den archivaris der
gemeente Leeuwarden, in haar geheel opgenomen in
gemeenteblad no. 16 van 1884.
II. In artikel 1 der verordening, regelende het getal
en do bezoldigingen van de ambtenaren ter gemeente
secretarie van Leeuwarden, zoomede van de beambten
voor den verderen dienst in het gemeentehuis (gemeente
blad no. 5 van 1898) aan de laatste alinea de volgende
zinsnede te doen voorafgaan:
„e op het gemeente archief
„een archivaris op eene jaarwedde van ƒ800 tot 1200."
Leeuwarden, den 5 Maart 1900.
Burgemeester en wethouders van Leeuwarden.
- A. RÖELL, Burgemeester.
P. A. BERGSMA, Secretaris.
Stoom Boek- en Steendrukkerij van N. Miodema Co., Leeuwarden.