Bijlage No. 10. 4 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden. oppervlakte. Indien deze heffing overeenkomstig het voor gestelde tarief reeds in 1898 ware toegepast, zou zij, blij kens den door den Directeur der Gemeentewerken opge- maakten staat, over dat jaar eene som van 1528.01 hebben opgebracht. Zal evenwel de voorgestelde heffing aaii de verwachting beantwoorden, dan moet een veel mindere jaarlijksche opbrengst worden tegemoet gezien, waartegen zeker de kosten opwegen welke door de gemeente tot herstel der schade, door de aanwezigheid van getim merten aan de openbare straat toegebracht, en tot bezol diging der in de artt. 3 en 4 bedoelde werkzaamheden, moeten worden gemaakt. Artikel 3 schrijft voor, dat de oppervlakte, waarvoor het recht verschuldigd is, slechts door gemeenteambtenaren kan worden opgemeten. De laatste drie alinea's geven voorts de regelen aan, waarnaar die oppervlakte wordt berekend, wanneer voor sommige getimmerten, vallende onder litt. a van art. 1, de ingenomen ruimte niet door den feitelijken toestand wordt bepaald. Artikel 4 bepaalt, door wien en gedurende welk tijdvak het recht verschuldigd is. De datum der verleende ver gunning kan niet worden aangenomen als den dag, waarop het recht ingaat, omdat niet zelden, hangende het onder zoek, bereids met de werkzaamheden wordt aangevangen, terwijl ter voorkoming van moeilijkheden, die een gevolg zijn van twijfel omtrent het tijdstip der ontruiming, de officieele constateering van gemeentewege is voorgeschreven ter bepaling van den dag, waarop de schuldplichtigheid ophoudt. Artikel 5 waakt er tegen, dat loodsen, die geheel of gedeeltelijk onder de heffing van marktgeld vallen, ook door deze heffing worden getroffen. Artikel 6, zoomede de ontwerp-verordening op de invor dering, beide geheel gelijk luidend als die welke den 12 December 1899 zijn vastgesteld, schijnen geene toelichting te behoeven. f Stoom Boek- en Steendrukkerij van N. Miedema Co. Leeuwarden. Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden. VOORSTEL van burgemeester en wethouders tot wijziging van artikel 3 der voor waarden waarop de handbaggermolen der gemeente aan particulieren kan worden verhuurd. Aan den Gemeenteraad. Mijne Heer en Bij uw besluit van 7 Juli 1896 zijn vastgesteld de voorwaarden, waaronder door ons kan worden verhuurd de aan de gemeente bchoorende handbaggermolen. Op die voorwaarden is de baggermolen in 1896 éénmaal, in 1897 tweemaal en in 1898 alsmede in 1899 telkens éénmaal verhuurd geworden. Ofschoon de huurders met de werking van den molen zeer waren ingenomen, is echter gebleken, dat de huurprijs te hoog wordt geacht om den molen met voordeel te ge bruiken. De Directeur der Stadsreiniging heeft hierin aanleiding gevonden een voorstel te doen tot wijziging der voor waarden. Hij stelt in verband daarmede voorden prijs voor het gebruik van den molen gedurende April tot September op 6,en van September tot April op ƒ5.per dag te bepalen voor den dag van vervoer niets te berekenen, indien namelijk op dien dag niet met den molen wordt gewerkt indien tengevolge van de weersgesteldheid slechts een gedeelte van den dag wordt gewerkt 2.40 in rekening te brengen indien wegens een defect aan den molen slechts een gedeelte van den dag lean worden gewerkt, voor ieder vol uur 60 cents te vorderen. Wij kunnen ons hiermede vereonigen en hebben, onder verwijzing naar de missive van den Directeur der Stads reiniging d.d. 20 Maart 1900 no. 180 met bijlage, de eer U voor te stellen, te besluiten In artikel 3 der bovenomschreven voorwaarden in alinea i te lezen in plaats van 8.—, 6.ge durende de maanden April tot September en f 5 gedu rende de overige." Alinea 2 te doen vervallen. Alinea 3 te doen luiden wanneer tengevolge van de weersgesteldheid slechts een gedeelte van den dag is kun nen gewerkt worden, is een bedrag van 2.40 verschuldigd alinea 4 te wijzigen als volgt indien wegens een defect aan den molen slechts een gedeelte van den dag kan worden gewerkt, is voor ieder vol uur, dat met den molen gewerkt is, 0.60 verschuldigd alinea 5 te doen vervallen. Zoodat art. 3 alsdan zal luiden als volgt „Voor eiken dag, dat met den molen wordt gewerkt is, met inbegrip van het loon van den molenbaas, ver schuldigd 6.gedurende de maanden April tot Sep tember en 5.gedurende de overige. Wanneer tengevolge van de weersgesteldheid slechts een gedeelte van den dag is kunnen gewerkt worden, is een bedrag van f 2.40 verschuldigd. Indien wegens een defect aan don molen slechts een gedeelte van den dag kan worden gewerkt, is voor ieder vol uur, dat met den molen is gewerkt, 0.60 verschul digd, behoudens het maximum bepaald in de eerste alinea van dit artikel. Is een defect ontstaan enz. (als thans.) Leeuwarden, 10 April 1900. Burgemeester en weihouders van Leeuwarden. A. ROELL, Burgemeester. P. A. BERGSMA, Secretaris. Stoom Boek- en Steendrukkerij van N. MIEDEMA Co. Leeuwarden.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1900 | | pagina 37