Bijlage No. 12. 2 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden. tijd van twaalf uren per dag, en zal nog slechts de erva ring moeten in het licht stellen, of de bezwaren door den Directeur tegen maximum-arbeidstijd ontwikkeld gegrond zijn, dan wel of de kritiek, hierop door de Commissie voor de Openbare werken geoefend, moet worden aanvaard, in welk laatste geval op den thans bij wijze van proef inge slagen weg kan worden voortgegaan. Uit het vorenstaande zal uwe vergadering blijken, dat ons college, ook in zijne tegenwoordige samenstelling, in beginsel voorstander is van de door adressanten ge- wenschte maatregelen en bereids de toepassing daarvan waar deze mogelijk isniet nalaat. Het komt ons dan ook voordat onder deze omstandigheden een raadsbe sluit of verordening tot regeling van minimum-loon en maximum-werktijd, evenmin als in 1895, aanbeveling verdientop grond van wat het loon betreftde wisse ling waaraan de loonstandaard onderhevig is en, wat den arbeidsduur aangaatde weinig positieve gegevensdie tot dusverre aan den Raad ten dienste staan en de onze kerheid omtrent de gevallenwaarin voorschriften dien aangaande doeltreffend of te controleeren zijn. Beter achten wij hetdat evenals zulks tot dusverre het geval wasbij burgemeester en wethouders, die te dezer zake eene ruime opvatting huldigen het oordeel over de toepasselijkheid en de toepassing der gewenschte maatregelen verblijve Op grond van een en ander en met verwijzing naar de overgelegde rapporten en bijlagen, hebben wij de eer u, mijne heeren voor te stellen om aan adressanten te berichten dat bij de aanbesteding van werken voor rekening der gemeentein de bestekken en voorwaardendie daar voor naar het oordeel van burgemeester en wethouders niet ongeschikt zijn a. zal worden voortgegaan met het opnemen van bepalingen omtrent minimum-loon op den tot dusverre gevolgden voet b. bereids met het voorschrijven van een maximum arbeidstijd van twaalf uren per dag proeven zijn genomen, welke proeven zullen worden voortgezet, indien een be hoorlijk toezicht op de naleving dezer voorschriften zoowel door de aannemers als door de werklieden, moge lijk blijkt. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, A. RÖELL, Burgemeester. P. A. BERGSMA, Secretaris. Stoom Boek- en Steendrukkerij van N. Miedema Co. Leeuwarden. Bijlage tot het verslag der handelingen i 'i. i i Aan den gemeenteraad. Mijne Ileeren Bij uw besluit van den 12 December 1899 werd ten fine van prae-advies in onze handen gesteld een adres van Nicolaas van Ilinte en zes anderen, allen werklieden in dienst der gemeente en bestuursleden der vereeniging van werklieden der gemeente Leeuwarden genaamd „Ons Belang" waarin zij onderscheidene wenschen uitspreken, die zij, in hun belang, gaarne zouden zien vervuld. Zoo verzoeken zij 1°. dat hun jaarlijks een week verlof worde verleend, met behoud van loon, 2°. eene betere regeling van vrije Zondagen, 3°. verhooging der loonen, 4°. aanschaffing en onderhoud van alle werktuigen en gereedschap op kosten der gemeente, 5°. vermindering van werkuren, door vermeerdering en versterking der ploegen. Ten aanzien van dit adres in het algemeen doen wij opmerken, dat de adressanten, ofschoon zij zich noemen bestuursleden van de vereeniging „Ons Belang," het op hun eigen verantwoordelijkheid hebben ingediend, terwijl, zoowel uit den inhoud van het adres als uit de omstan digheid, dat de onderteekenaars behooren tot de werklie den van de gasfabriek en den reinigingsdienst, moet wor den afgeleid, dat hunne wenschen zich meer bijzonder bepalen tot deze beide takken van dienst. Niet te min hebben wij gemeend, ook van den directeur der gemeentewerken een zelfden uitvoerigen staat te moeten vragen als van den directeur der gasfabriek en die der gemeentereiniging. Wij leggen die staten hierbij over, opdat uwe vergadering zich een volkomen beeld zal kunnen vormen van de positie der werklieden in dienst der ge meente. Van de volgorde der uitgesproken wenschen zullen wij afwijken en in de eerste plaats uwe aandacht vestigen op de loonen der werkliedenzeker ook in het oog der adressanten het voornaamste. Uit den staat van den directeur der gasfabriek blijkt dan, dat, met uitzondering van de beide daarin laatstge noemde personen, die slechts als hulp-werklieden kunnen Vorden aangemerkt, er nog één in voorkomt met een totaal gemiddeld inkomen van 6.80 per week, doch deze heeft een gemiddelden werktijd van 81/2 uur per dag, één met ƒ7.—, één met 8.50, één met 9. terwijl het gemid deld inkomen van al de andere werklieden, ten getale van 34, is 9.50 en hooger. In den staat van den directeur der gemeentereiniging komt voor één werkman met een wekelijkseh inkomen van 5.— doch dit is een jong mensch van 18 jaar twee personen met 6.50 per weekdan een werkman van 73 jaar (die natuurlijk rijp zou zijn voor pensioen) met 7.per week; verder vier landwerkers met 7.50, twaalf werklieden met 8.— per week, terwijl het ge middeld wekelijkseh inkomen van de 46 overigen meer dan 8.voor sommigen 9.en meer bedraagt. Uit den staat van den directeur der gemeentewerken blijkt, dat, met uitzondering van de watertappers en nog enkele andere personen die niet den geheelen dag in dienst der gemeente zijn, het gemiddeld wekelijkseh inko men van 6 personen iets minder is dan 8.doch dat dit voor de overige 16 personen bedraagt van 8.tot 11.63. Wanneer men nu hierbij in aanmerking neemt 1°. dat voor ieder werkman wiens inkomen minder dan 500.in het jaar bedraagt, het vastgestelde weekloon wordt verhoogd met de voor het geheele gezin verschul digde contributie voor het algemeen ziekenfonds „Eendracht maakt Macht" 2°. dat krachtens ons besluit van 21 Februari 1891 de directeuren gemachtigd zijn om ingeval van ziekte of van den gemeenteraad van Leeuwarden. 1 ander lichamelijk beletsel, hot weekloon gedurende eene maand ten volle uit te betalen en bij langeren duur. ge durende de volgende zes weken s/> van dat loon en daarna nog gedurende vier weken het halve loon, terwijl, indien verdere ondersteuning noodzakelijk blijkt te zijn, die onder onze nadere goedkeuring kan worden verleend 3°. dat de gemeente-werklieden aanspraak hebben op pensioen, zonder eenige bijdrage hunnerzijds, en 4°, dat bij raadsbesluit van den 25en Juni 1895 no. 6 is bepaald, dat bij overlijden van een werkman zijn weekloon of pen sioen nog over zes weken aan zijne nagelaten betrekkingen kan worden uitgekeerd. Wanneer dit alles mede in aanmerking wordt genomen, dan kan, naar onze meening, gerust de vraag gesteld worden, of de werklieden in dienst der gemeente over het geheel niet reeds in eene betere conditie verkeeren dan de meeste arbei ders en handwerkslieden in particulieren dienst. Wij willen gaarne gelooven, dat voor groote gezinnen de inkomsten, zoo als ze thans zijn, in menig geval onvoldoende moeten worden geacht, maar het gaat niet aan voor hetzelfde werk en bij gelijke bekwaamheid en ijver, alleen met het oog op de behoeften van het gezin, onderscheid in het loon te maken. Bij de regeling der loonen kan hel, naar onze meening alleen de vraag zijn, of de inkomsten overeenkomen met den gemiddelden loonstandaard in de gemeente voor onge veer gelijke diensten. Ten aanzien der inkomsten van de gemeente-werklieden meenen wij dat die vraag over het geheel toestemmend kan worden beantwoord. Nevens verhooging van loon zouden adressanten gaarne wenschen verlichting van dienstdoor vermeerdering en versterking der ploegen. Blijkens het adres heeft die wensch betrekking tot den tonnendienst bij de gemeente reiniging. Uit eene aanteekening in den staat van den directeur der gemeentereiniging blijkt echter, dat deze eene inkrim ping van werkuren onnoodig acht. Volgens de opgaven in dien staat voorkomende wordt door het personeel der reiniging geiuidddeld per dag ten hoogste 10 uren gewerkt; voor velen is zelfs de werktijd 9 a 9'/j uur. Het kan zijn, dat met de uitbreiding der stad op den duur meer personeel moet worden aangesteld, doch ook ons komt het voor, dat vooralsnog die versterking niet noodig is met het oog op een te langen werktijd. De kwestie omtrent het drieploeg-stelsel voor de stokers aan de gasfabriek meenen we hier buiten bespreking te kunnen iaten. Na uitbreiding van het personeel met ingang van 1 Januari j.l., waardoor hun dienst eenigszins is verlicht, zal in elk geval een nader rapport van de com missie van bijstand voor het beheer dier fabriek dienen te worden afgewacht omtrent de werking van dien maatregel. Ten aanzien van de overige werklieden aan de gasfabriek en van die bij de gemeentewerken komt de werktijd vrij wel overeen met die van de werklieden in particulieren dienst. Al achten we nu een wensch tot vermindering van werktijd in 't algemeen geenszins onbillijk, zoo moet niet uit het oog worden verloren dat dit niet zou kunnen geschieden zonder eene belangrijke verhooging van uitgaven. Wij weten het niet, maar misschien is het mogelijk dat een gelijke dagtaak in minder tijd dan nu kan worden volbracht. Zoo dit het geval mocht zijn dan zouden de werklieden zelve kunnen mede werken tot vermindering van werkuren. Ten aanzien van den zondagsdienst zij opgemerkt dat deze bij de gasfabriek en voor de bewaking der plantsoenen niet is te vermijden. Adressanten schijnen dan ook, waar zij over zondagsdienst schrijven, het oog alleen te hebben op het verwisselen van tonnen op Zondag in de strafgevangenis, het ziekenhuis en dergelijke gebouwen en op het verzorgen der paarden van de gemeentereiniging. Het laatste moet natuurlijk geschieden, doch uit den staat van den directeur der gemeentereiniging blijkt, dat

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1900 | | pagina 39