T1
4
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1900.
Volgnummer.
Hoofdstuk
I.
Hoofdstuk
II.
Afdeeling
I, II en III.
OMSCHRIJVING DER INKOMSTEN.
Ontvangen
BEDRAG
in 1899.
GERAAMD BEDRAG
voor
1900. j 1901.
1
2
3
4
5
Art. 1.
Art. 1.
2.
Art. 1
Art. 1.
HOOFDSTUK 1.
ontvangsten wegens vroegere diensten.
Batig slot der door den gemeenteraad geslotene
rekening over het dienstjaar 1899 (zoover daaraan
niet reeds een bepaalde bestemming is gegeven
De Gemeenterekening over 1899 sluit met een saldo
van 66070.18.
Het is wenschelijk hiervan op de begrooting voor het
loopende jaar 1900 over te brengen
a de beschikbaar gebleven som voor nog uit te
voeren werken langs het nieuwe Kanaal 17522.53
b. de som voor het eventueel maken
van een dam in de Potmarge, tot de uit
voering waarvan nog niet is besloten 4000.—
c. wegens nog te verevenen in 1898
verschenen coupons270.—
d. het voor uitbreiding van de veemarkt
op de begrooting van 1900 uitgetrokken
bedragmet roiement van de daartegen-
overgestelde tijdelijke geldleening s> 10620.—
Alzoo te zamen 32412.53
Het resteerend bedrag ad 33657.65 is als eerste
post op deze begrooting aangebracht.
Totaal van het Ie hoofdstuk f
HOOFDSTUK II.
opbrengst van plaatselijke belastingen.
AFDEELING I.
Opcenten op de hoofdsom der grondbelasting
40 opcenten op de hoofdsom der belasting op de
gebouwde eigendommen
10 opcenten op de hoofdsom der belasting op de
ongebouwde eigendommen
De raming is geschied in verband met de opbrengst
volgens het kohier dienst 1900, bedragende wat de ge
bouwde eigendommen betreft f 20508.15 en die der
ongebouwde eigendommen 925.95.
De heffing geschiedt krachtens raadsbesluit van 7
November 1865goedgekeurd bij Koninklijk besluit
van 12 December d.a.v.
Totaal der Ie afdeeling
AFDEELING II.
Opcenten op de hoofdsom der rijks personeele belasting
50 tot 70 opcenten op de hoofdsom der personeele
belasting van i Januari tot ultimo December 1901
De gemeente-opcenten bedragen volgens de vastgestelde
kohieren van 1900 ƒ53625.64. In verband hiermede en
in aanmerking nemende het bedrag der suppletoire kohie
ren van het vorige jaar ad ƒ1100, is voor 1901 uitge
trokken ƒ54800.
De heffing geschiedt krachtens raadsbesluit van 13
November 1897, goedgekeurd bij Koninklijk besluit
van den 29 December 1897 No. 38.
Totaal der Ilde afdeeling
AFDEELING III.
Hoofdelijke omslag of andere directe belasting naar het
inkomen of naar de vertering
Directe belasting naar 5 ten honderd van het be
lastbaar inkomen
De uitgetrokken som is noodzakelijk tot dekking der
geraamde gewone uitgaven.
Transporteeren
33657
65
-
-
-
33657
65
21057
62
20131
929
20575
925
21057
62
21060
-
21500
53668
82
54500
54800
53668
82 54500
54800
210548
82
201000
202700
210548
82
201000
202700
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1900. 5
nimmer.
Hoofdstuk
11.
Afdeeling
OMSCHRIJVING DER INKOMSTEN.
Ontvangen
BEDRAG
GERAAMD BEBRAG
voor
Volgi
III, IV, V
en VI.
in 1899.
1900.
1901.
Transport
21054É
82
20100C
-
20270C
Volgens eene daarvan gemaakte berekening zal het
belastbaar inkomen der belastingschuldigen op het
primitief kohier voor 1901 vermoedelijk kunnen be
dragen eene som van /*4,150,0"0. en kan mitsdien
bij eene heffing naar 5 ten honderd de onzuivere op
brengst worden geraamd op207500
Hieraf voor ontheffingen, afschrijvingen,
verminderingen en oninbare posten, ver
minderd met het bedrag der suppletoire
kohieren, een vermoedelijk'bedrag van 4800.—
Rest vermoedelijk zuiverf 202700.—
De heffing dezer belasting geschiedt alsnog krachtens
raadsbesluit van 14 September 1876, goedgekeurd bij
Koninklijk besluit van 7 December d.a.v. no. 6. zoo als dat
laatstelijk gewijzigd is vastgesteld bij raadsbesluit van
i 23 Januari 1894, goedgekeurd bij Koninklijk besluit
van 19 Februari d.a.v. no. 24 (opgenomen in het Ge
meenteblad no. 8 van 1894).
i
Totaal der lilde afdeeling
210548
82
201000
202700
AFDEELING IV.
Belasting op de honden.
6
Art. 1.
Opbrengst der belasting op het houden van honden
De gemiddelde opbrengst dezer belasting was over
de laatste drie jaren 1870.—, in verband waarmede
men gemeend heeft voor 1901 j 1850.— te kunnen ramen.
De heffing geschiedt krachtens raadsbesluit van 27
Februari 1877, goedgekeurd bij Koninklijk besluit van
10 Juni d.a.v.
1911
1845
1850
Totaal der IVde afdeeling
1911
-
1845
1850
AFDEELING V.
Belasting op tooneelvertooningen en andere openbare
vermal, elijkheden
7
Art. 1.
i
Opbrengst der belasting op tooneelvertooningen
Met het oog op de opbrengst over 1899 is de raming
gelijk het vorige jaar.
De heffing geschiedt krachtens raadsbesluit van 27
Maart 1888, goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 3
Mei d.a.vzooals dat is gewijzigd bij raadsbesluiten
van 28 Januari 1890 en 10 December 1895, laatstelijk
goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 22 Januari
1896 no. 9
309
78è
300
300
Totaal der Vde afdeeling f
309
78è
300
300
AFDEELING VI.
Rechtenloonen en andere geldenbedoeld in art.
238 der gemeentewet.
8
Art. 1.
Opbrengst van leges geheven ter Secretarie
De raming is gebaseerd op de opbrengst over 1899
met inachtneming van het nieuwe besluit tot heffing,
vastgesteld bij raadsbesluit van 8 Augustus 1899, t
goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 25 October 1899
no. 29.
819
83è
1100
1100
9
Art. 2.
Opbrengst van bruggelden
De opbrengst van bruggelden die bij gaardering
worden geïndwas over het 2e halfjaar 1899 en het
le halfjaar 1900 als volgt:
11032
60
10850
11800
-
i
1
Transporteeren f
11852'
13è
11950
12900