10
6
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1900.
!h
<d
a
a
3
3
jsc
o
Hoofdstuk
II.
Afdeeling
VI.
OMSCHRIJVING DER INKOMSTEN.
Ontvangen
BEDRAG
in 1899.
GERAAMD BEDRAG
voor
1900.
1901.
Art. 3.
11
Art. 4.
Transport
Harlingervaartsbrug
Noorderbrug
Prins Hendrikbrug
Wird umerpoortsbrug
V rouwenpoortsbrug
Vervversbrug
le Kanaalbrug
2e
Opb
halfjaar
1899
1174.05
685.95
937.90
664.60
459.90
-.95
819.20
827.80
r e n g s t
le halfjaar
190Ö
1363.60
530.10
1003.30
787.20
389.75
122.10
922.00
920.10
Totaal.
2537.65
1216.05
1941.20
1451.80
849.65
123.05
1741.20
1747.90
Totaal /'11608.50
Met het oog hierop is de opbrengst van de hierbedoelde
heffing geraamd als volgt
ïvïïSS,, tot Mei 1904 verpacht .82.-
Ophaalbrug 1904 20.—
Blauwebrug 1904 10.—
Poppebrug tijdelijk gegund voor 5.—
Harlingervaartsbrug bij gaardering 2530.—
Noorderbrug 1190.—
Prins Hendrikbrug 1940.—
Wirdumerpoortsbrug 1450.
Vrouwenpoortsbrug 850.—
Verwersbrug 123.—
le Kanaalbrug 1750.
2e 1750.
Totaal 11800.-
De heffing geschiedt wat betreft de doorvaartsgelden van
de Boomsbrug, de Vlietsterbrug, de Ophaalbrug, de Pop
pebrug en de Blauwebrug, krachtens raadsbesluit van 22
November 1898, goedgekeurd bij Koninklijk besluit
van 12 Januari 1899 ,no. 15 (tot 12 Mei 1904),
van de Harlingervaartsbrug, de Noorderbrug, de Prins
Hendrikbrug, de Wirdumerpoortsbrug, de Vrouwen
poortsbrug en de Verwersbrug, krachtens raadsbesluit
van 25 Januari 1898, goedgekeurd bij Koninklijk besluit
van den lpn Maart 1898 no. 7 (tot 12 Mei 1903), en
van de beide Kanaalbruggen krachtens raadsbesluit van
22 December 1896, goedgekeurd bij Koninklijk besluit
van 25 Januari 1897 no. 20, tot 1 Juli 1902.
Opbrengst van veergelden
De opkomsten van twee pontveeren zijn van 12 Mei
1896 tot 12 Mei 1901 verpacht als volgt:
het pontveer tot overvaart van de gracht
tusschen de Oosterkade en den Grachtswal voor 131.
bij het Ziekenhuis650.—
Het pontveer bij de Schoolstraat is tot 1
Mei 1903 verpacht voor23.—
Samen 804.—
In afwachting van het resultaat der te houden nieuwe
verpachtingis een gelijk bedrag geraamd als het
vorige jaar.
De heffing geschiedt krachtens raadsbesluit van 22
November 1898, goedgekeurd bij Koninklijk besluit van
12 Januari 1899.
Opbrengst van de waagrechten
De heffing geschiedt krachtens raadsbesluit van
5 Sept. 1899, goedgekeurd bij Koninklijk besluit van
21 December 1899 No. 35, tot 1 Januari 1905.
De opbrengst van de waagrechten was over het
tweede haltjaar 18991650.77
eerste 1900 1385.27
Samen
3036.04
Met het oog hierop is het niet raadzaam voorgekomen
de opbrengst over 1901 hooger te ramen dan 3000.—
Transporteere
11852
43*
10950
12900
804
3744
06*
16402 57
804
3700
16454
804
3000
16704
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1900.
S Hoofdstuk
1 1 1L
3 Afdeeling
i vi.
i
Ontvangen
OMSCHRIJVING DER INKOMSTEN. BEDRAG
in 1899.
GERAAMD BEDRAG
voor
1900.
1901.
12
Art. 5.
13
Art. 6.
14
Art. 7.
15
Art. 8.
16
Art. 9.
Transport
Opbrengst van beursrechten
Met het oog op de opbrengst over 1899 is een
gelijk bedrag uitgetrokken als het vorige jaar.
De heffing geschiedt krachtens raadsbesluit van 25
October 1898, goedgekeurd bij Koninklijk besluit van
21 December 1898 no. 14, voor den tijd van vijfjaren.
Opbrengst van de marktgeldenf
Het marktgeld wegens het plaatsen van kramen
disschen en andere voorwerpen voor het verkoopen van
goederen en het plaatsen van tenten enz. is tot 1
Januari 1903 verpacht voor 2250. Naar aanlei
ding der plaats gehad hebbende verhuring van stand
plaatsen op het Wilhelminaplein gedurende de jaarmarkt,
is over 1900 aan den pachter ingevolge het pachtcontract
eene vermindering toegestaan van 236.75, zoodal de op
brengst over dit jaar zuiver bedraagt f 2013.25.
De veemarktgelden hebben in 1899 opgebracht
f 24056.45.
De heffing der marktgelden voor het plaatsen van
kramen enz. geschiedt krachtens raadsbesluit van 8 Mei
1900, goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 25 Juli
1900 no. 35, terwijl de veemarktgelden worden gehe
ven krachtens raadsbesluit van 13 Juni 1899, goedge
keurd bij Koninklijk besluit van 20 September 1899
no. 11, tot 1 Januari 1905.
Met inachtneming van de ook in 1901 aan den pachter
volgens contract te verleenen korting, is de opbrengst
der marktgelden geraamd op 2000.—
terwijl de veemarktgelden, in aanmerking
nemende dat het weeggeld van 20 cent bij de
nieuwe verordening tot 10 cent is terug
gebracht, zeer waarschijnlijk wel niet veel
meer zullen kunnen opbrengen dan 22000.—
zoodat op het onderwerpelijk artikel is uit
getrokken eene som vanƒ24000.—
Opbrengst van havengeld
Tot ultimo December 1901 verpacht voor 6464.-
De heffing geschiedt krachtens raadsbesluit van den
9 Juli 1898, goedgekeurd bij Koninklijk besluit van
15 September 1898 no 25, tot 1 Januari 1903.
Opbrengst der begraafplaats
De raming is gebaseerd op de opbrengst over het
dienstjaar 1899. Met het oog op den aard dezer
heffing is het moeilijk daarvoor een anderen grondslag
aan te nemen. De heffing geschiedt krachtens raads
besluit van 23 Mei 1899, goedgekeurd bij Koninklijk
besluit van 22 Juli 1899 no. 56.
Opbrengst van schoolgelden
De opbrengst was over 1899 als volgt:
Gymnasium6163.73
Middelbare School voor Meisjes 4209.37*
Burgerdagschool156.25
Gemeentescholen 1 718183.38
Bewaarscholen3037.13*
Totaal 31749.87
In verband hiermede en met het oog op het bedrag
der ingevolge de gewijzigde heffingsbesluiten, wat de
lagere scholen en de bewaarscholen betreft, bij den aanvang
van het jaar opgemaakte kohieren van het verschuldigd
schoolgeld over 1900, na aftrek der verleende ontheffingen,
heeft men gemeend de volgende sommen te kunnen
ramen, als
Gymnasium6000.—
Middelbare School voor Meisjes4000.—
Burgerdagschool150.
Gemeentescholen 1—719200.—
Bewaarscholen3450.—
Totaal 32800.—
Transporteeren
16400
3438
2G154
30
97*
16454
3500
6464
50
24000
16704
3500
24000
4048
31749
6464
95*
J500
87
32500
88256
6464
4000
32800