Bijlage J\o. 24.
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeentelaad van Leeuwarden.
1
MEMORIE VAN ANTWOORD op het verslag
der commissie van rapporteurs uit de
sectiën van den Raad omtrent het onder
zoek der gemeentebegrooting voor 1901.
Terwijl het ons aangenaam is te mogen vernemen dat
in eene afdeeling een woord van waardeering is uitge
sproken omtrent de nauwkeurige samenstelling van de
begrooting, waarbij rapporteurs verklaren zich gaarne aan
te stuitenwensehen wij de opmerkingen in het verslag
voorkomendevoor zoover dit noodig voorkomt kortelijk
te beantwoorden.
Algemeene beschouwingen.
Ten aanzien van het ramen van een hooger winstcijfer
voor de exploitatie van de gasfabriek en het uittrekken
van een zeker bedrag als opbrengst van bouwterrein
refereeren wij ons aan de daaromtrent gemaakte opmer
kingen van den voorzitter der eerste sectie.
Wij gelooven niet, dat op goede gronden de inkomsten
van de gasfabriek hooger of de uitgaven lager kunnen
worden geraamd en men schijnt dan ook in gebreke te
zijn gebleven daarvoor motieven aan te geven.
Het eenige middel om tot een hooger winstcijfer te
komen zou bestaan in eene verhooging van den gasprijs
en dit denkbeeld werd dan ook in eene andere sectie
geopperddoch in ons afzonderlijk voorstel tot bepa
ling van den gasprijs met ingang van 1 Januari 1901,
hebben wij de redenen opgegeven waarom naar ons oor
deel de tegenwoordige prijs moet worden bestendigd.
Met opzicht tot het andere punthet uittrekken van
een zeker bedrag voor opbrengst van bouwterrein, brengen
wij nog in herinnering dat ten vorigen jare bij de behan
deling der begrooting voor 1900 in de raadsvergadering
van 4 November een daartoe strekkend voorstel geen on
dersteuning vond.
Behalve de onzekerheid van de opbrengstwaarvoor
dus een zeer willekeurig cijfer zou moeten worden uitge
trokken zou men een volgend jaar die opbrengst niet
meer onder het batig saldo terug vinden en duswaar
men in één jaar èn do zuivere opbrengst van een vorig
jaar èn de voor dat jaar geraamde opbrengst in rekening
bracht, allicht voor het geval komen te staan, dat in een
volgend jaar weer meer belasting zou moeten worden ge-
beven. Wij zijn dan ook overtuigd, dat, zoo de stand
der begrooting het eenigszins toelaat, niet moet worden afge
weken van den regel die thans wordt gevolgd, al^zijnde
de meest soliede en de meest voorzichtige.
Nog zij te dezen aanzien opgemerkt, dat tegenover een
zeker bedrag als opbrengst van bouwterrein, ook diende
te worden uitgetrokken een uitgaaf voor het aanleggen
van straten enz., die het gevolg kan zijn van verkoop van
terrein doch het daarvoor uit te trekken cijfer zou al
even willekeurig moeten zijn.
In de tweede sectie werd volgens het verslagalge
meen de wensch uitgesproken, dat door ons een overzicht
zou worden gegeven van den stand der zaken betref
fende de bouwterreinen en van onze plannen voor de
toekomstteneinde de leden van den Raad in de gele
genheid te stellen hierover beter te kunnen oordeelen.
Wij moeten bekennen dat dit verzoek ons niet recht
duidelijk is. Is het de bedoeling een overzicht te hebben
van de vermoedelijke opbrengst van het nog beschikbare
bouwterrein en van de vermoedelijke uitgaven voor be
strating rioleeringenz., dan is een dergelijk overzicht
wel te leveren maar of ditwat de opbrengst betreft
iets anders kan zijn dan een zeer ruwe en weinig be
trouwbare raming is zeer twijfelachtigomdat het de
vraag blijftwanneer die groote oppervlakte bouwterrein
zal zijn verkocht on onder welke omstandigheden.
Elke berekening die afdaalde in verdere bijzonderheden
zou stuiten op verschillende bezwaren. Zelfs zou het
reeds zeer moeilijk zijn om de zuivere kosten van aan
koop afzonderlijk voor de bouwterreinen aan te geven,
vooral ook omdat daarbij ruiling van grond heeft plaats
gehad. Misschien dat hot mogelijk zou zijn om vrij juist
te bepalen welk bedrag ter zake bouwterrein in de loo-
pende leening is begrepen en in verband daarmede eene
berekening van rente en aflossing te maken, maar verder
in dit opzicht te gaan achten wij niet wel uitvoerbaar,
terwijl wij tevens moeten erkennen het nut daarvan niet
in te zien.
Indien de juiste bedoeling van den uitgesproken wensch
ons duidelijk wordt gemaaktwillen we gaarne beproeven
daaraan te voldoen.
Bijzondere toekomstplannen ten aanzien der terreinen
hebben we niet. Misschien dat voor en na eens een
voorstel tot publieken verkoop den Raad zal bereiken
maar dat zal ook al weder van omstandigheden afhangen.
Het blijkt uit het verslagdat de in de 2e sectie ons
toegezwaaide lof niet onverdeeld is geweest. Wij lezen
toch in het verslag dat er leden waren naar wier oordeel
de toelichting bij sommige posten veel te wensehen
overlietwaarbij men speciaal het oog had op die van
de gemeentereinigingde geprojecteerde waterdichte
vloeren in de varkenshokken op de veemarkt en op die
bij" het advies van den Directeur der Gemeentewerken
betreffende de verlaging van de Hoogstraat en de Beij-
erstraat.
Het is tot dusver niet de gewoonte geweest om voor
stellen van directeuren, die niet door burgemeester en
wethouders worden overgenomen en waarvoor dus geene
cijfers in de begrooting zijn uitgetrokkentoe te lichten.
Men motiveert zooveel noodig begrootingsposten, geen
posten die er niet in voorkomen. Meent een lid van den
Raad uit de bijlagen aanleiding te vinden om een of
anderen post op de begrooting te brengen, die daarop niet
voorkomt of een uitgetrokken bedrag te verhoogen dan
heeft hij daartoe het volle recht, maar dan meenen wij
dat op hem tevens de taak rust om zijn voorstel toe te
lichten.
Het is ons niet duidelijk in welk opzicht wij te kort
zouden zijn geschoten omtrent de toelichting betreffende
de gemeentereiniging. Betreft dit de inkomsten of de
uitgaven of beide De uitgaven zijn behoorlijk gespeci
ficeerd als altijd en do berekening van de opbrengst is
mede in alle onderdeelen opgegeven. Gaarne zullen wij
nader vernemenwaaromtrent meerdere toelichting wordt
gewenschtopdat wij voor het vervolg ons daarnaar
kunnen regelen.
Uitgaven.
Volgnummer 103. Aan de mededeeling van rapporteurs
kan nog worden toegevoegd datbehalve dat in 1901
nog kosten van aanleg der bij de concessie bedongen 15
verbindingen kunnen zijn te betalen het niet zeker is
dat niet meer dan 15 telephonische verbindingen noodig
zullen zijn als wanneer er voor die meerdere abonne
mentsgelden zullen moeten worden betaald.
Volgnummer 107. Conform het daaromtrent mede
gedeelde.
Volgnummer 110. Ook naar onze meening kan jaarlijks
meer voor bestrating worden uitgegeven zonder dat van
luxe sprake zou zijn.
Zooals uit de stukken blijkthebben wij dan ook onge
veer ƒ600.— meer op dezen post uitgetrokken dan door
den directeur werd voorgedragen. Het is niet onwaar
schijnlijk dat het geraamde bedrag later nog zal moeten
worden verhoogd tengevolge van het sluiten van de
Harlingorvaartsbrugwaardoor de bestrating van den
Westersingel zeer heeft geleden.
De aandacht der politie zal opnieuw gevestigd worden
op het wegkappen van vastgevroren sneeuw.