Bijlage No. 27. Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden. Aan den Raad. Mijne Heeren In den laatsten tijd komen herhaaldelijk klachten tot ons over de aanwezigheid in de waag van bedorven kaas, die aldaar ter weging of ter verkoop wordt aangeboden. Wij hebben gemeend in het belang van dit belangrijk handelsartikel maatregelen te moeten nemen om den aanvoer van kaas, die een nadeeligen invloed kan uit oefenen op den goeden naam van onze marktuit de waag te weren. Daartoe is het noodig een paar bepalingen op te nemen in de verordeningregelende het gebruik van de waag en in de instructie van den waagmeester. Alvorens deze bepalingen aan U ter vaststelling aan te bieden hebben wij daaromtrent het advies ingewonnen van de waagcommissie. Deze heeft bij missive dd. 29 October jl. te kennen gegeven dat er bij haar daar tegen behoudens eene geringe wijziginggeen bezwaar bestaat. De waagcommissie deelt in hare zooeven aangehaalde missive tevens mededat de waag in den laatsten tijd nog al eens wordt gel «ruikt tot bewaarplaats van kaas en meent dat het aanbeveling verdient in het besluit tot heffing van rechten aan de waag eene bepaling te doen opnemen tot heffing van eene retributie van 25 cent per schippond (150 kilogram) of een gedeelte daarvan voor het bergen van kaas in de waag, gedurende eene week of een gedeelte daarvan. Wij hebben echter bezwaar gemaakt U daartoe een voorstel te doen. Het komt ons namelijk voordat indien de waag bij verordening mede wordt bestemd tot bewaarplaats of pakhuis van kaasdaarvan geregeld gebruik zal worden gemaakt. Een gevolg daarvan zou wordendat de voortdurende aanwezigheid van dat productgedurende eenige opvol gende dagenin de waagdie zoowel voor den verkoop van kaas als van boter is bestemd, eene sterke, stinkende lucht zou doen verspreidendie de boterhandelaars bij de keuring van boter zou hinderen en bemoeilijken. Wij hebben de waagcommissie daarom uitgenoodigd er voor te willen waken, dat de waag niet tot bewaarplaats van kaas wordt gebruikt en er zorg voor te willen dragen dat de in de waagna afloop van den markttijdaan wezige hoeveelheden kaasdaaruit zoo spoedig mogelijk worden verwijderd. Onder mededeeling van het vorenstaande hebben wij de eer Uonder overlegging van het advies van de waagcommissievoor te stellen te besluiten I. tusschen het le en 2e lid van artikel l der ver ordening, regelende het gebruik van de waag (gemeente bladen Nos. 5 van 1894 en 6 van 1896), eene nieuwe alinea in te voegen luidende „In de waag worden echter geen waren toegelaten „die, naar het oordeel van een der leden van de waag commissie of van den waagmeester, in bedorven toestand „verkeeren" II. in de instructie voor den waagmeester (gemeente blad No. 14 van 1880) een nieuw artikel 1 bis op te nemen luidende „Hij ziet toedat in de waag geen waren aanwezig „zijn die naar het oordeel van een der leden van de „waagcommissie of van hemzelven in bedorven toestand „verkeeren en draagt zorg dat deze niet worden toege laten of terstond verwijderd. „Van de toepassing dezer bepaling doet hij wekelijks verslag aan Burgemeester en Wethouders." Leeuwarden, den 13 November 1900. Burgemeester en Wethouders A. RÖELL, Burgemeester. P. A. BERGSMA, Secretaris. Stoom Boek- en Steendrukkerij van N. MIEDEMA Co., Leeuwarden.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1900 | | pagina 91