STAAT houdende eene vergelijking van de uitkomsten volgens het bestaande en voorgestelde tarief.
Bijlage no. 29.
6
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden.
m
m
w
Cijfers van
aanslag bij
een gelijk
percentage.
(Kolom 9 deh
tabel).
2
Getal
belas-
ting-
schul-
digen.
3
Totaal der
cijfers van
aanslag in
iedere
klasse.
4
Bedrag der belasting
naar het
Verschil in:
bestaande
tarief (naar
^0/ i
ol
5
voorgkstpjld
tarief (naar
3-5
6
Meer.
7
Minder.
8
25
679
16975
a
55
S7è
2
671
2
77
299
23023
5
25
2
691
2
551
3
132
337
44484
7
50
4
,62
2
88
4
219
348
76212
10
40
7
661
2
731
5
339
240
81360
14
25
11
86è
2
1381
6
464
215
99760
18
70
16
24
2
'46
7
-594
204
121176
23
75
20
79
2
96
8
796
206
163976
30
80
27
86
2
94
9
1076
157
168932
40
30
37
66
2
64
10
1366
166
226756
51
47
81
3
19
11
1741
115
200215
64
75
60
93è
3
811
12
2206
103
227218
82
77
21
4
79
13
2686
79
212194
101
05
94
01
7
04
14
3181
59
187679
121
90
111
331
9
561
15
3776
58
219008
144
13216
11
84
16
4476
56
250656
170
156 66
13
34
17
5176
48
248448
190
181
16
9
84
18
5964
32
190848
212
50
208,74
3
76
19
6839
28
191492
237
50
239 361
1
861
20
7714
18
138852
262
50
269!99
7
49
21
8589
14
120246
287
50
300
01
13
Hl
22
9682
17
164594
318
75
338
87
20
12
23
10995
14
153930
356
25
384
821
28
571
24
12307
11
135377
393
75
430 74è
.36 991
25
13620
13
177060
431
25
476:70
45145
26
15151
10
151510
475
-
530
28
55
281
27
16901
7
118307
525
591
531
66
531
28
18651
7
130557
575
652
781
77
781
29
20401
1
20401
625
714
031
89
031
30
22151
6
132906
675
775
281
100
281
31
23901
2
47802
725
836
531
111
531
32
25651
1
25651
775
897
781
122
781
33
27401
1
27401
825
959
031
134
031
34
29151
1
29151
875
1020
281
145
281
35
30901
2
61802
925
1081
531
156
531
36
32651
5
163255
975
1142
781
167
781
37
35276
3
105828
1060
1234
66
174
66
38
38776
1
38776
1150
1357
16
2071
16
39
42276
2
84552
1250
1470
66
229
66
40
45776
1
45776
1350
1602
16
252
16
41
49276
3
147828
1450
1724
66
274
66
42
52776
1
52776
1550
1847
16
297
16
45
63276
1
63276
1850
2214
66
364
66
49
81651
1
81651
2375
2857
781
482
781
56
122776
1
122776
3550
4297
16
747
16
57
129776
1
129776
3750
4542
16
792
16
66
197151
1
197151
5675
6900
281 j
1225
281
Totaal
5819380 i
1
Percentage
van ne mid
delsom der
klasse naar
de voorge
stelde tabel.
9
Aanmerkingen.
10
0.184
0.510
0.804
1.179
1.582
1.911
2.188
2.532
2.897
3.187
3.482
3.766
3.958
4.201
4.405
4.608
4.766
4.912
5.040
5.143
5.228
5.311
5.401
5.495
5.527
5.581
5.633
5.676
5.712
5.743
5.770
5.792
5.812
5.830
5.846
5.860
5.880
5.900
5.919
5.934
5.947
5.958
5.985
6.017
6.052
6.065
6.080
Het belastbaar inkomen volgens het primitief kohier over 1898 was ƒ4.073,567; hiervan 5 °/0 is ƒ203,678,25. Om
dit bedrag te verkrijgen van het totaal der cijfers van aanslag ad: 5,819.380 moet het percentage zijn 3.5 °/0, geeft een
bedrag van 203,678.30.
Het kohier over 1898 is tot grondslag genomen als komende meer overeen met het geraamde belastbaar inkomen
over 1900 dan het kohier over 1899. Hiervan is uitgezonderd de hoogste aanslag, daar deze ook nu lager is dan in 1898.
Stoom Bock- cn Steendrukkerij van X. MIEDEMA Co., Leeuwarden.
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden.
1
Aan den Gemeenteraad.
Mijne Ileeren
Onder weder-aanbieding van het bij Uw besluit van
30 October j.l. ten fine van praeadvies in onze handen
gestelde adres van Bestuursleden der Sociaal Democratische
Arbeiderspartij te Leeuwarden, om op de eerstvolgende
begrooting een post aan te brengen voor kindervoeding,
hebben wij de eer U hiernevens te doen toekomen het
deswege door ons ingewonnen bericht van de Commissie
van Toezicht op het Lager Onderwijs.
Terecht wordt er door die commissie op gewezen, dat
het tijdstip, waarop het adres werd ingediend, de vol
doening aan het daarbij gedane verzoek bij de vaststelling
van de gemeente-begrooting voor 1901 niet mogelijk
maakte.
Op goede gronden wordt voorts door de commissie
aangetoond, dat van de bevoegdheid, die bij artikel 35
der Leerplichtwet aan de Gemeenteraden wordt gegeven
om, ter bevordering van schoolbezoek, voeding en kleeding
te verstrekken aan schoolgaande kinderen, vooralsnog geen
gebruik kan worden gemaakt.
De vraag kan alleen overblijven, in hoeverre artikel 47
der wet op het Lager Onderwijs toelaat reeds nu met den
wensch van adressanten rekening te houden.
De schoolcommissie doet reeds opmerken, dat, indien
zulks het geval is, de maatregel met het oog op de
plaats van het artikel in Titel II dier wet slechts aan
kinderen, die de openbare scholen bezoeken, zou kunnen
ten goede komen.
Bekend is overigens de beslissing der tegenwoordige
Regeering (K. B. van 20 Juli 1900, Stbl. no. 141), waar
bij op grond mede van genoemd artikel en in afwijking
van het advies van den Raad van State met vernietiging
van een besluit van Gedeputeerde Staten van Friesland
is goedgekeurd de begrooting der gemeente Schoterland,
waarop een post „ter bestrijding van schoolverzuim door
„het verstrekken van voeding en voorziening in schoeisel
„van behoeftige schoolkinderen" was gebracht.
Het komt ons evenwel twijfelachtig voor of, tengevolge
dezer Koninklijke beslissing, de bevoegdheid der gemeente
raden om te handelen als die van Schoterland in het
algemeen en zonder voorbehoud als vaststaande mag
worden aangenomen.
De Minister van Binnenlandsche Zaken zelf betwijfelt
dit.
In zijn advies aan de Kroon inzake Schoterland wil
hij „niet gezegd hebben dat eene uitgaaf als de onder
havige per se gerechtvaardigd is" en acht hij „al was de
gemeente in het algemeen bevoegd zeer goed omstan
digheden denkbaarwaaronder het gemeentebestuur in
strijd met het algemeen belang zou handelen door van
zijne bevoegdheid gebruik te maken."
Het door hem uitgelokte Koninklijk besluit steunt dan
ook o. m. op de overweging „dat genoegzaam is gebleken
„dat in de gemeente Schoterland het schoolverzuim groote
„afmetingen heeft aangenomen en het schoolverzuim ge
deeltelijk te wijten is aan gebrek aan voedsel en schoei
sel bij behoeftige kinderen."
Deze speciale omstandigheden waarin de gemeente
Schoterland verkeerde, wettigden alzoo in die gemeente
het uittrekken van een post voor kindervoeding en schoei
sel en soortgelijke speciale omstandigheden moeten in onze
gemeente aanwezig zijn wil zij op grond van artikel 47
der Lager onderwijswet een uitgaaf als de door adressan
ten gevraagde goedgekeurd zien.
Nu kan bezwaarlijk worden volgehouden, dat het school
verzuim alhier buitengewone afmetingen heeft aangenomen
en evenmin worden beweerd dat gebrek aan voeding en
kleeding een der hoofdoorzaken van dat verzuim is.
Adressanten trouwens voeren in hun adres schoolverzuim
niet aan als motief voor hun verzoekmaar vragen om
„kindervoeding en andere noodige maatregelen" van
gemeentewegeomdat het onderwijs der kinderen die
de school bezoeken zonder voldoend gevoed en gekleed
te zijn anders niet tot zijn recht komt.
Het is op grond van een en ander, dat de voldoening
aan den wensch van adressanten krachtens artikel 47 der
Lager onderwijswet de eenige bepaling die het thans
wat betreft de leerlingen der openbare scholen voor
gunstige beschikking vatbaar zou doen zijn ons aan
ernstige bedenking onderhevig voorkomt.
Beter achten wij het daarom een bepaald onderzoek
naar de vraagof inderdaad een maatregel als de ge
vraagde, in deze gemeente noodzakelijk is, uittestellen,
totdat de Leerplichtwet zal zijn ingevoerd en de regelen,
waarnaar volgens artikel 35 dier wet voeding en kleeding
ter bevordering van schoolbezoek kunnen worden verstrekt,
bij algemeenen maatregel van bestuur zullen zijn vastgesteld.
Met de Commissie van Toezicht zijn wij derhalve van
oordeel dat het verzoek van adressanten ontijdig moet
worden geacht en wij hebben mitsdien de eer Uwe ver
gadering vooi te stellen te besluiten
Aan adressanten te berichtendat eerst wanneer de
leerplichtwet zal zijn ingevoerd en de regelen bedoeld in
art. 35 dier wet bij algemeenen maatregel van bestuur
zullen zijn vastgesteld, kan worden overwogen, in hoeverre
de Raad van do alsdan bestaande bevoegdheid om ter
bevordering van schoolbezoek voeding en kleeding te
verstrekken aan schoolgaande kinderen voor wie daaraan
behoefte bestaatzal gebruik maken.
Leeuwarden, den 26 November 1900.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden
A. ROELLBurgemeester.
P. A. BERGSMA Secretaris.
Aan
den Baad der gemeente Leeuwarden.
Geven beleefd te kennen de ondergeteekenden J. de
Bunje Achter Tulpenburg 7 van beroep conducteur bij
de Staatsspoorwegen; N. van Hinte Werkmanslustvan
beroep gasfitter aan de gemeentelijke gasfabriek A. Smid
Hoeksterpadvan beroep machinist bij de Dokkumer-
Stoombootmaatschappij Th. de JongSpanjaardstraat
van beroep timmerman allen bestuursleden der S. D. A.
P. te Leeuwarden handelende onder eigen verantwoor
delijkheid
dat de armoede onder de arbeidende bevolking in deze
gemeente tengevolge heeft dat vooral in den herfst- en
wintertijd een groot deel der kinderen de school bezoeken
zonder voldoend gevoed en gekleed te zijn
dat hierdoor niet alleen de lichamelijke ontwikkeling
der arbeiderskinderen ten zeerste wordt belemmerd, maar
bovendien ook het onderwijsdat hun wordt gegeven
niet tot zijn recht komt
dat geene particuliere liefdadigheid in staat is in dat
euvel te voorzien terwijl het bovendien op den weg der
gemeente ligtom te zorgen dat het vanwege de ge
meente gegeven onderwijs niet afstuit op de onvoldoende
voeding en kleeding der kinderen.
Reden waarom de adressanten uwen Raad verzoeken
op de eerstvolgende begrooting wel een post te willen
aanbrengen voor kindervoeding en de andere noodige
maatregelen te treffenopdat de kinderen wier ouders
niet bij machte zijn hun voldoend voedsel te verschaffen
op school van gemeentewege daarvan worden voorzien.
Hetwelk doende
J. de BUNJE.
N. van HINTE.
A. SMID.
Th. de JONG.
Leeuwarden 29 October 1900.