Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden.
Leeuwarden, 22 November 1900.
No. 8194.
Naar aanleiding van het hierbij teruggaand tot den
Raad dezer gemeente gericht, verzoek van J. de Bunje
c. s. strekkende daartoe om „op de eerstvolgende begroo-
„ting wel een post te willen aanbrengen voor kindervoe
ding en de andere noodige maatregelen te treffen, opdat
„de kinderen wier ouders niet bij machte zijn hun vol
doend voedsel te verschaffenop school van gemeente
wege daarvan worden voorzien", en welk request bij
apostille van 2 November j.l. No. 557, om'advies aan
deze commissie is toegezonden, heeft zij de eer te be
richten
dat de gemeentebegrooting voor het jaar 1901 reeds
op 30 October 1.1. en alzoo vóór dat dit request in haar
bezit kwam door den Raad is vastgesteld
datware het verzoek tijdig en niet eerst op den
dag van de openbare behandeling der begrooting bij 's
Raads voorzitter ingezonden welna gebleken nood
zakelijkheid, eeneop art. 47 der wet op het lager onder
wijs steunende begrootingspost voor kindervoeding daarop
had kunnen zijn aangebracht, doch dat daardoor zeer
zeker niet aan het verzoek zoude zijn voldaandewijl
die gelden niet zouden mogen strekkon om voedsel aan
alle schoolgaande kinderen te verschaffen, maar alléén aan
kinderen van de openbare lagere scholen
dat eerst ,de Leerplichtwet mogelijk maakt dit ter voor
koming van schoolverzuim aan alle. schoolgaande kinde
ren te geven
dat, wenschte men buiten de begrooting om met het
oog op art. 35 dier wet, door den Raad eene som voor
dat doel vastgesteld te zien, alsdan moet worden opge
merkt, dat ook thans nog niet vaststaat wanneer die wet
in werking zal treden, en evenmin tot nog toe van- re-
geeringswege bij algemeenen maatregel van bestuur de
regelen zijn bekend gemaakt volgens welke de gemeente
raad krachtens dat artikel 35 slechts bevoegd zal zijn
voeding en kleeding aan alle schoolgaande kinderen, voor
wie daaraan uithoofde van armoede behoefte bestaat, te
verstrekken of met dat doel subsidie te verleenen
dat bovendien, blijkens den uitdrukkelijken wil des
wetgevers, de gemeente eerst dan in die richting kan
helpen en steunen, wanneer het particulier initiatief daar
in te kort schiet, hetgeen nog niet is gebleken te Leeu
warden het geval te zijn, ondersteld al, dat de behoefte
aan voorziening in deze vaststond.
Op al welke gronden de Commissie van oordeel is, dat
het verzoek als ontijdig vooralsnog voor geen overweging
vatbaar is.
De commissie van toezicht op het
lager onderwijs
YAN KETWICH VERSCHUUR, Voorzitter.
J. ARIËNS KAPPERS, Secretaris.
Aan Heer en
Burgemeester en Wethouders
van Leeuwarden.
Stoom Boek- en Steendrukkerij van N. MIEDEMA Co. Leeuwarden.