2 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden. waag. Het weren van bedorven kaas zal zeker den naam van de Leeuwarder waag ten goede komen. Eene nieuwe waagcommissie is nog niet kunnen worden benoemd. De verordening beperkt in dit opzicht de keus, en die in aanmerking zouden kunnen komen, hebben bedankt Tot dusver is het gemis eener waagcommissie niet gevoeld. Misschien zal het wenschelijk zijn de verordening op de waag ten aanzien van dit punt te wijzigen. Volgn. 135. Ten opzichte van de hier gestelde vraag refereeren wij ons aan het daarop door den voorzitter gegeven antwoord. Volgn. 143. Het voornemen bestaat om voor het ver volg het leveren van haver aan te besteden. Volgn. 149. Ook wij zijn van oordeel, dat een ruimere bijdrage van het Rijk in de hier bedoelde kosten geens zins onbillijk zou zijn. Overwogen zal worden, of, nu de werkelijke uitgaven bekend zijn, het raadzaam mag worden geacht eene hoogere subsidie aan te vragen. Volgn. 150 en 151. Met de commissie van rapporteurs oordeelen wij het wenschelijk, dat in de gegeven omstan digheden het contract met den badmeester op den be- staanden voet wordt verlengd, hetzij voorloopig voor een jaar, hetzij voor langeren tijd, maar met recht van opzeg ging- Volgn. 152175184 en 185. De gevoerde gedachten- wisseling naar aanleiding der onder deze volgnummers uitgetrokken posten geeft ons geene aanleiding tot bijzon dere opmerkingen. Volgn. 230. De opmerking is juist. ONTVANGSTEN. Volgn. 1. Toen de begrooting werd opgemaakt meende men. dat er nog vooruitzicht bestond, dat in den loop van dit jaar nog een niet onbelangrijke inkomst wegens verkoop van bouwterrein was te wachten. Die verwach ting is tot dusver niet vervuld en daarom kunnen we medegaan met het voorstel der commissie van rapporteurs om van het batig saldo van 1900 een bedrag van/10,000 te reserveeren en in verband daarmede het percentage van aanslag voor den hoofdelijken omslag te stellen op 3,5. Te eerder komen wij daartoe, omdat de door den Raad vastgestelde verordening omtrent eene nadere regeling der onderwijzerstractementen reeds het volgend jaar eene som van nagenoeg 6000 meer zal vorderen, dan als hoogere bijdrage van het Rijk zal worden ontvangen en dit bedrag ongetwijfeld nog niet onbelangrijk zal toenemen. Daarbij komt nog, dat de aanhangige schoolplannen, worden die aangenomen, mede de gemeente-begrooting zullen drukken. Wel zal met het oog op een en ander overwogen kunnen worden, of het schoolgeld niet behoort te worden verhoogd, doch dit zal moeilijk eerder kunnen geschieden dan nadat omtrent de aanhangige schoolplannen eene beslissing is genomen. Onder deze omstandigheden is het inderdaad wenschelijk, dat het eventueel batig saldo van den dienst 1901 worde versterkt, al moet daardoor dan ook het primitief door ons gestelde percentage van 3.35 op 3.5 worden gebracht. Wij achten het intusschen beter, dat ook de som van 10,000 worde overgebracht op den dienst van 1901 en niet onder de onvoorziene uitgaven worde opgenomen. Door dit te doen is het in elk geval zeker, dat dit bedrag ten goede zal komen aan den dienst van 1903. Het is hier misschien de plaats er op te wijzen, dat met het nemen dezer maatregelen de begrooting niet sluitende kan worden gemaakt. Om dit te kunnen doen, zal met behoud van een matig cijfer voor onvoorziene uitgaven, nog een som van onge veer 6000 gevonden moeten worden. Dit kan zonder belastingverhooging geschieden. Bij de raming van de opbrengst van den hoofdelijken omslag is niet gerekend op de aanslagen volgens art. 245, 2°, 3° en 4° van de gemeentewet. Wij meenen echter reden te hebben om daarvoor een zuiver bedrag van ongeveer 1400 te kunnen ramen, terwijl wij het dan nog te kort schietende meenen te kunnen vinden door de uitgaven voor grondstoffen voor de gasfabriek 4700 lager te stellen. Hierover is de directeur der gasfabriek mondeling door ons gehoord. Deze was van oordeel, dat er aanleiding bestond om aan te nemen, dat in het aanstaand voorjaar de kolenprijzen lager zouden zijn, dan waarop bij het opmaken der begrooting was gerekend. Ook van elders werd ons medegedeeld, dat daling der kolenprijzen als waarschijnlijk kan worden geacht. Volgn. 13. Wij meenen er op te moeten wijzen, dat de hierbedoelde vervoermiddelen niet gelijk zijn te stellen met kramen en disschen, waarvoor marktgeld wordt gehe ven. Wel nemen ook die vervoermiddelen een gedeelte der openbare straat in, maar, waar de kramen de overige neringdoende ingezetenen concurrentie aandoen, zijn het juist de vrachtwagens en hondekarren, die jaarlijks mis schien voor honderdduizende guldens aan goederen van allerlei soort van hier naar buiten vervoeren en alzoo voor bedoelde ingezetenen personen zijn, die er krachtig toe meewerken, dat hun afzet grooter wordt. Wij zouden het dus betwijfelen, of het goed gezien ware deze personen door een belasting te treffen, ongeacht nog, dat de groote meerderheid zich met geringe verdiensten moet tevreden stellen. Volgn. 26. Aan den hier gegeven wenk zal de noodige aandacht worden geschonken. Volgn. 29. Het buffet in de beurs wordt publiek verpacht. Volgn. 71. Naar aanleiding van het hier gememoreerde feit zal het zeker wenschelijk zijn, om de voorwaarden steeds zoo volledig mogelijk te omschrijven en in elk geval, om, waar voor den verkoop eenzijdig door den raad voor waarden worden vastgesteld, daarbij een termijn te stellen, binnen welken de belanghebbende zich omtrent de aan neming zal hebben te verklaren. Het is ons niet duidelijk, hoe of, door dezen post voor memorie uit te trekken, een tweede en zeer belangrijke post voor onvoorziene uitgaven kan ontstaan, zooals in de 2e sectie werd beweerd. In elk geval toch niet zonder medewerking van den Raad. Buitendien bestaat daarvoor geen gevaar, als men het bij herhaling door den Raad goedgekeurde stelsel blijft volgen, om de opbrengst van bouwterrein feitelijk eerst op een volgende begrooting te imputeeren, wat, het is opnieuw gebleken, door de wissel valligheid dier inkomsten wenschelijk is. Inderdaad is verzuimd om onder dezen post de opbrengst in 1899 te vermelden. Wij zijn voornemens voortaan bij elke begrooting over te leggen een exposé of afzonderlijke rekening ten aanzien der bouwterreinen als door rapporteurs is bedoeld. Zoo mogelijk zal zoodanig overzicht ook nu nog worden over gelegd. Wij releveeren nog, dat volgens ontvangen schrijven van het bestuur van het St. Anthony-Gasthuis, de post onder volgn. 61 uitgetrokken, met 859 kan worden verhoogd. Naar aanleiding der opmerkingen en voorstellen in het verslag en deze memorie van antwoord voorkomende en als een gevolg van na het indienen dezer begrooting door genomen besluiten, worden door ons de volgende wij zigingen in de begrooting aangebracht wat de uitgaven betreft Volgn. 77. Het uitgetrokken bedrag wordt met 500 verhoogd en gesteld op f 10,100.— In de toelichting wordt de jaarwedde van den directeur nader uitgetrokken op 3300. Voor de laatste zinsnede wordt dus het volgende in de plaats gesteld De raming is 800 hooger dan het Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden. 3 vorig jaar, uithoofde de jaarwedde van den directeur met 500, van een der opzichters met 200 en van een der klerken in den loop van 1901 met 100 is verhoogd. Het totaal der le afdeeling van hoofd stuk I wordt nader uitgetrokken op en het totaal van hoofdstuk I op gelijk bedrag. Volgn. 113. Het uitgetrokken bedrag wordt verhoogd met 640 en gesteld op In de toelichting wordt voor het leiken van grachten enz. het cijfer 1000 ver vangen door 1400 en de volgende post nog aangebracht Hekwerk op den wal muur van de Snee- kerkade bij de Harlingervaartsbrug ƒ240. Het totaal van afdeeling I, hoofdstuk III wordt nader uitgetrokken op. Volgn. 133. Het uitgetrokken bedrag wordt verlaagd met 4700 en gesteld op In de toelichting wordt het cijfer 88 vervangen door 84; het cijfer f 94,776 door 90,468 het cijfer J 96,704 door f 92,396 en het cijfer 96,700 door 92,000. Het totaal van afdeeling IV van hoofd stuk III wordt nader uitgetrokken op Het totaal van hoofdstuk III wordt nader vastgesteld op Volgn. 155. Deze post, uitgetrokken op 7.50, wordt Het totaal van hoofdstuk IV wordt nader uitgetrokken op Volgn. 157. Het geraamde bedrag wordt verhoogd met 223 en nader gesteld op Aan de toelichting wordt toegevoegd Verhooging van een gedeelte schutting 223. Het totaal van hoofdstuk V wordt nader gesteld op Volgn. 199. Dit artikel, uitgetrokken op 102,000, wordt verhoogd met ƒ2,450 en alzoo nader gesteld op De toelichting op dit artikel vervalt daarvoor wordt het volgende in de plaats gesteld De post van 104,450 wordt gespecifi ceerd als volgt a. Hoofden van scholen. 1 f Gemeenteschool no. 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 Samen b. Onderwijzers. 1,500 2,400 1,700 1,700 1,500 1,500 1,400 1,500 1,200 1,600 1,500 17,500 1 met 1,200 1,200 1 11 11 1,150 11 1,150 11 VI V 1,100 11 12,100 9 11 11 1,000 11 9,000 17 ii 900 V 15,300 14 ii n 800 11 1 1,200 10 ii ii 750 11 7,500 U li ii 700 11 7,700 8 ii 'i 650 J» 5,200 14 ii ii 600 11 8,400 2 voor gymnastiek 800 11 1,600 1 met 650 11 650 l *1 11 250 11 250 33,450.- 5,840.— 61,014.— 92,000.— 177,380.— 324,829.— geroieerd. 7,149.50. 1,058.— 8,748.— 104,650.— 9 150 voor handwerken teekenen Verhoogingen in 1902 Tijdelijke onderwijzers 1,350 2,575 200 675 1,100 2,325.- 1,500. Totaal 104,650 Volgn. 201. Deze memoriepost wordt thans uitgetrokken op De toelichting vervalt en wordt vervan gen door het volgende Bij de den 12 November j. 1. vastgestelde verordening tot regeling van de onderwijzers tractementen is de vergoeding gesteld op 75, maakt voor 31 onderwijzers hel uit getrokken bedrag. Volgn. 203. Het uitgetrokken bedrag wordt met ƒ250 verhoogd en nader gesteld op In de toelichting wordt het cijfer ƒ150 veranderd in f 175 en het cijfer f 100 in 125. In verband daarmede wordt het cijfer 300 vervangen door 350, het cijfer 800 door 1000 en het cijfer 1250 door 1500. Het totaal van afdeeling II van hoofd stuk VII wordt nader bepaald op Volgn. 230. In de toelichting wordt het cijfer f 2000 vervangen door 1200. Het totaal van hoofdstuk VII wordt nader uitgetrokken op293,638.15 Volgn. 247. Dit artikel wordt verhoogd met 371 en alzoo nader gesteld op Aan de toelichting wordt toegevoegd A. F. de Haan, 12 Nov. 1901, 371 en het cijfer 4,964 vervangen door 5,335. Afdeeling III van hoofdstuk VIII wordt nader uitgetrokken op en hoofdstuk VIII op Volgn. 253. Hoofdstuk XI onvoorziene uitgaven wordt nader gesteld op De toelichting wordt vervangen door het volgende De stand der begrooting laat toe, voor onvoorziene uitgaven een bedrag van 6,636.45^ beschikbaar te stellen. 208,970.- 5,3-35. - 5,768.- 234,603.- 6,436.45è Tengevolge vorenstaande wijzigingen wordt het totaal der uitgaven alsnu vastgesteld op 983,152.60^ Wat betreft de ontvangsten Het uitgetrokken bedrag van Volgn. 1. ƒ55,997.10$ wordt verminderd met ƒ31,500 en dit artikel alzoo nader gesteld op Do toelichting vervalt en wordt vervan gen door het volgende De gemeenterekening over 1900 sluit met een saldo van 55,997.10Het is wenschelijk hiervan op de begrooting voor 1901 over te brengen a. de beschikbaar gebleven som voor nog uit te voeren werken langs het Nieuwe Kanaal ad17,500. b. de som voor het even tueel maken van een dam in de Potmarge4,000. Voorts een gedeelte van de onder gemeld saldo begrepen opbrengst van verkoop van bouwterreinen tot een bedrag van 24,497.10è 10,000.— Samen 31,500. Het restant ad 24,497.10è is als eerste post op de begrooting uitgetrokken.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1901 | | pagina 137